Zaterdag 4 juli 2009
Omalos – Koustogerako – Soughia
Om 07.15 uur staan we op. Na het ontbijt rekenen we af (€40,- p/p voor een overnachting, een diner en een ontbijt is toch alleszins redelijk). Om half negen stappen we op en beginnen met de asfaltweg over het Omalos-plateau.Al vlot begint de asfaltweg te stijgen en kunnen we genieten van mooie uitzichten. We moeten opletten dat we niet te ver doorlopen, want we willen de E4 oppikken die in zuidelijke richting naar het dorpje Koustogerako loopt. Dit pad loopt min of meer evenwijdig aan de Irini-kloof, die we vorig jaar hebben gelopen. Tegen half tien zien we het met rode stippen gemarkeerde pad. Uiteraard gaat het steil omhoog. De uitzichten zijn fenomenaal, in de verte ligt de zee. Later wordt het minder steil en hier en daar moeten we stukjes omlaag. Zo hier en daar is markering!! Een heel stuk volgt het pad een droge rivierbedding, gelukkig dalen we. Nog even een mooi uitzicht. Tegen enen bereiken we een kapelletje. Helaas is er geen bron of iets dergelijks.
Wel is het heerlijk koel in het kapelletje, we zijn een stuk gedaald en het is hier veel warmer dan in Omalos. Ik lunch hier met yoghurt, muesli en honing. Verder maar weer, al genietend van de prachtige vergezichten. Tegen tweeën komen we op een jeeptrail uit. Koustogerako kan niet ver meer zijn. Daar ligt het, nog een stukje dalen. Vlak voor het dorpje staat een pracht van een bord en vinden we een pracht van een bron. Heerlijk koel water te over. Helaas is Koustogerako in winterslaap oftewel het is siësta. Alle cafés zijn dicht. Wel zit er een oud vrouwtje op een stoel onder een boom. Ze zijn zeker vergeten om haar binnen te halen. We krijgen van haar een perzik en een peer.
Even na drieën stappen we weer op, vanaf hier gaan we verder over asfalt. Helaas maken we wat extra kilometers door het zigzaggen. Afsnijden gaat niet, het is te steil en te stenig. Een uurtje later begint er in een haarspeld een jeeptrail. Eerst moeten we nog een stukje stijgen, maar even verder is het alleen maar steil dalen. Dat is best vermoeiend lopen. Het is toch alweer half vijf als we Soughia onder ons zien liggen. Eh, tja, groot is het niet, dat geef ik meteen toe. Maar er is een terras en daar bestel ik een Mythos. Vorig jaar zijn we ook in dit dorpje geweest, er is niets veranderd. Het is 32 graden in de plus, ik vind het maar knap warm. Na een uurtje stappen we op, het is tijd om een kamer te zoeken. Ai, vorig jaar hebben we een kamer geboekt boven het politiebureau. Een vreemde combinatie is het wel, maar hier kan dat blijkbaar. Deze kamer nemen we niet, we lopen door naar ‘Captain George’.Dat lijkt ons makkelijker, omdat we Captain George willen vragen om ons morgen naar het Tripiti strand te varen. Eerst doe ik een wasje, dan drink ik een fles chocomel en daarna ga ik onder de douche. Tegen achten lopen we naar het restaurant tegenover Captain George. Ik bestel Kalamaris en witte wijn. We sluiten af met yoghurt en honing en uiteraard een glas raki. Dat krijg je altijd geserveerd als je de rekening vraagt. Heerlijk gegeten, ik kan niet anders zeggen.