Woensdag 1 juli 2009
Volikas shelter – Chania
Om 06.15 uur staan we op en een uurtje later zijn we aan het lopen. Ik heb vanmorgen ontbeten met een beker thee en yoghurt met muesli. Al snel ligt de hut achter ons. Links, tegen de hut aangebouwd ligt ons noodonderkomen (nauwelijks zichtbaar op de foto).Het is steil omhoog, wel is het pad gemarkeerd. Na een uurtje wordt het iets vlakker, maar daarna is het weer stijgen. We zitten trouwens niet op de gestippelde route op de kaart maar 500 meter westelijker. Gelukkig geeft mijn GPS de juiste locatie door. Vorig jaar zat hij er constant een paar honderd meter naast. Wat bleek na terugkeer en na lang zoeken, ik had gewoon een oerdomme instelfout gemaakt. In elk geval zitten we op de markering, de route op de kaart zit er naast. Vreemd is wel dat we westelijk van ons een geel-zwarte E4 stang zien staan. Tegen tienen moeten we een soort trap af en komen we op een sneeuwveldje terecht.IJzig koud is het hier. Tja, het is koffietijd, maar ik ben bijna door mijn water heen.
Ik schraap een laagje ijzige sneeuw weg met mijn beker. Daaronder zit zo goed als maagdelijke sneeuw. Dat gaat in mijn pannetje en smelten maar. Na een kwartiertje zitten we aan de koffie. Een ietsiepietsie zanderig smaakt het wel.Tja, wat te doen? Om ons heen rijzen de bergen steil op. Verderop is er ook geen markering meer. Het plan was om vandaag naar de Katsivelli-hut op 2.000 meter hoogte te gaan. Dat gaat op deze manier niet lukken en Menno neemt het besluit om terug te gaan. Ik ben er blij mee, het waterprobleem is nijpend. Ik doe de rest van het sneeuwwater in mijn bidon en om 10.45 uur maken we rechtsomkeert. We lopen hetzelfde pad naar beneden, maar helemaal precies lukt dat niet. Op een gegeven moment zitten we op een lastige gruishelling. Omhoog hebben we die niet gehad. Soms zitten de wolken dicht om ons heen. Gelukkig vinden we wat verder de markering terug. Om 14.00 uur zijn we weer bij de Volikas-hut en we pauzeren hier tot 15.00 uur. Met mijn laatste sneeuwwater maak ik een beker thee. Helemaal onbeschadigd ben ik niet.
We moesten veel klauteren en ik heb daarbij mijn scheenbeen en mijn rechterknokkels geschaafd. Er zit ook een scheur in het kniestuk van mijn broek. Als we weer op de jeeptrail zitten, blijven we deze volgen. Het heeft geen zin om naar Kambia te lopen, vandaag gaat er geen bus en overnachten in Kambia is niet mogelijk. Wat verderop komen we op asfalt. We lopen langs een geitenfarm, maar de aanwezige honden weerhouden mij ervan om hier water te vragen. Op een driesprong staat een auto stil met daarin een echtpaar. Aan hen vraag ik of ze water hebben en gelukkig schenken ze mij een literfles. Daar knap ik echt van op, de laatste uren heb ik niets meer gedronken. Tegen zevenen worden we in het Engels aangeroepen. Wat hogerop staat een pick-up. We lopen er naartoe en maken een praatje. De man doet iets onduidelijks met waterslangen en hij vertelt dat z’n vrouw hogerop bezig is met het begieten van planten. Hij heeft als taxichauffeur in Australië gewerkt, vandaar zijn uitstekende Engels. Zo te horen wonen zij in Chania en zo meteen gaan ze op huis aan. Ai, we kunnen meerijden, wat een buitenkansje. Om half acht rijden we weg en een klein uurtje later zijn we in Chania. Menno pakt zijn rugzak en de gewezen taxichauffeur zwaait mij toe. De man wil beslist geen geld van ons hebben. Eerst maar eten, want daar ben ik wel aan toe. Op een terras aan de straat bestel ik souvlaki en ik drink er maar liefst twee halve liters Mythos bij op. Menno stelt voor om bij de bergsportvereniging langs te gaan. Daar is hij maandagavond ook geweest en wij hebben toch wel een paar vragen. Ze zijn open en er zijn wat mensen aanwezig, waaronder een echte berggids. Tja, wat blijkt, dit is toch wel een erg amateuristische vereniging. Om te beginnen, ze houden vol dat er vlakbij de Volikas-hut een bron is.
Ik heb hem niet gevonden, zou een bordje misschien een idee zijn? En oh ja, de gemarkeerde route vanaf de Volikas-hut hadden we niet moeten hebben. Dat is een dagwandeling naar een ijskelder waar men vroeger ijs haalde om ’s zomers bederfelijke waar goed te houden. Kijk, er staat hier een pracht van een informatiebord met kaart waar de routes op staan. Dat bord gaan ze volgend jaar neerzetten. Nou ja, dan vraag ik me toch af waarom ze het niet meteen doen. De goed Engels sprekende gids vraagt ons waarom we van de vier trails de moeilijkste en slechtst gemarkeerde route over de Lefka Ori hebben genomen. Deze route is eigenlijk alleen te doen met een gids. Ja, ik begrijp het wel, gidsen hebben er helemaal geen belang bij dat routes worden voorzien van informatieborden en markering. Nou ja, we weten genoeg. Menno neemt zich voor om het pad naar de Katsivelli-hut te zijner tijd met gids te lopen. Zelf heb ik het helemaal gehad met deze route. Tegen elven zijn we bij hotel ‘Tina’, waar Menno maandag ook overnacht heeft. Tamelijk afgedraaid kruip ik erin.