Zondag 12 juli 2009
Katsivelli-hut – Anopoli
Tegen zevenen staan we op. Ik maak thee en eet een kuipje yoghurt met muesli en honing. Verder vond ik nog een (zachte) banaan in mijn rugzak. Om half acht stappen we op. Overal in de omgeving groeit Thyme, tenminste zo noemde Ioannis het. Er staat hier ook een bord met een onduidelijk plaatje. Is dit hetzelfde spul? Dan is het beschermd! Het eerste uur moeten we meestal stijgen, gelukkig is het niet zo steil. Op die manier bereiken we 2165 meter. Tjonge, dit is wel een heel bizarre omgeving. Je waant je hier in de tijd dat de oerknal nog maar kort geleden heeft plaatsgevonden. Zou het er op de maan ook zo uitzien? Het uur daarna dalen we voornamelijk en om half tien bereiken we de jeeptrail. Er staan hier een aantal wat oudere auto’s geparkeerd, ik neem aan dat de auto van Ioannis er ook bij staat. Uiteraard zitten we hier nog dik boven de boomgrens. Voorlopig is het nu jeeptrail. Zou er ons nog een jeep achteropkomen? Tegen liften heb ik geen bezwaar. Ai, de zee zien we weer en we zijn intussen al een aardig eind gedaald. Om kwart over elf zitten we op 1600 meter en daarmee op de boomgrens. Nou ja, veel boom is het niet. We kunnen ook goed aan de temperatuur merken dat we dalen, het wordt steeds warmer. Hier begint het er een beetje op te lijken, de bomen zijn niet meer zo ‘pierig’.
Om twaalf uur bereiken we een kruispunt. We zitten hier op 1407 meter. Volgens de kaart is het nu nog 13 kilometer naar Anopoli. Helaas staat er niet op de kaart hoeveel kilometer het vanaf hier is tot de ‘parkeerplaats’, oftewel het stuk dat we achter ons hebben liggen. We kunnen vanaf hier ook een ‘geitenpad’ nemen, maar uit ervaring weten we dat we dan langer onderweg zijn. We blijven dus de jeeptrail volgen.
De bloemen staan er ook mooi bij. Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot 30 graden in de plus. De zee komt steeds dichterbij en het landschap oogt veel vriendelijker. Even een blik achterom, net onder de toppen hebben we doorgelopen! We naderen de bewoonde wereld, hier staan olijfbomen. Als we het dorpje Anopoli inlopen om half vier stuiten we meteen op een taverna. Ik bestel meteen een Grieks biertje (Alfa), dat heb ik wel verdiend.Tjonge, wat een bloedstollende wandeling. Menno rekent uit dat we vandaag 1600 meter gedaald hebben (bovendien eerst nog een eind gestegen!) en zo’n 29 kilometer hebben gelopen. Nou, dat merk ik wel aan mijn benen, vooral het dalen hakt erin. Toch was het een pracht van een wandeling met onderweg een bizar landschap en steeds meer zicht op zee. Ik bestel een Griekse salade en een nescafé. Van het huis krijgen we nog een glas raki.
Overnachten kunnen we hier niet, maar de waard vertelt dat er op het volgende pleintje een hotel is. Ver is het gelukkig niet, na 50 meter zijn we er al. Voor het hotel staat een – neem ik aan – vrijheidsstrijder met de naam Ioannis. Ach, het is een veel voorkomende naam. We kunnen terecht in het hotel en ze vragen €15,- p/p. Dat is toch heel redelijk. Ik ga meteen onder de douche, daar ben ik wel aan toe. Daarna ga ik even op bed liggen en tegen achten gaan we naar het terras. Ik merk dat ik mijn nek een beetje verbrand heb in de zon. Ik heb vandaag te laat mijn sjaaltje omgedaan. Nu ik hier zo op het terras zit, zie ik dat ik hier eerder ben geweest! Ik denk dat ik hier met de SNP 12 jaar geleden ook gezeten heb. Morgen lopen we eerst een stukje omhoog en dalen dan in anderhalf uur af naar Loutro. Maar Menno wil morgen eerst een stukje E4 lopen richting brug. Dat geloof ik wel. Ik blijf liever een half uurtje langer liggen en wil op mijn gemak ontbijten. Ik bestel een halve kilo rode wijn en porc steak. Ik maak geen foto, daar heb ik geen fut meer voor. Tegen half tien gaan we naar de kamer.