Dinsdag 30 juni 2009
Heraklion (Iraklio) – Chania – Kambia – Volikas shelter
Om 07.00 uur gaat de wekker. Ik heb prima geslapen, ik was dan ook aardig moe.
Ik maak eerst een beker thee met mijn dompelaar en om 07.30 uur loop ik naar het busstation. Die route heb ik vorig jaar ook (meermalen) gelopen en ik weet hem nog precies. In het busstation koop ik een ticket naar Chania à €10,50, dat is nog dezelfde prijs als vorig jaar. De bus vertrekt om 08.30 uur, dus heb ik mooi de tijd om in het busstation te ontbijten.
De bussen staan opgelijnd buiten, maar mijn bus staat nog meer naar links. De rugzak gaat onderin en precies op tijd rijden we weg. Tja, deze reis heb ik vorig jaar ook al gemaakt, maar het is gewoon een hele mooie rit langs de kust. De oleander staat volop in bloei, het is een mooi gezicht.
Om 11.15 uur rijdt de bus het busstation van Chania in. Tja, aan de poort (gezien vanaf de binnenzijde) is al meer dan 12 jaar niets gedaan. Het voordeel is dat je meteen ziet waar je bent. In het busstation zie ik Menno (of eigenlijk, hij ziet mij). Eerst maar koffie en een broodje en daarna met de bus naar Kambia. Het blijkt dat tijdens de schoolvakantie de bus maar tweemaal in de week rijdt en dat is op dinsdag en donderdag om 14.00 uur. Vandaag is het dinsdag, we hebben geluk! Ik loop eerst naar de nabijgelegen supermarkt om fris, yoghurt en een gasbrandertje te kopen. Het brandertje (een goudkleurige campinggaz compleet met tankje) kost €25,-, daar kan ik wel mee leven. Tjonge, wat is het trouwens heet! Het is dik 30 graden! Tegen tweeën stappen we in de bus en tegen drieën zijn we in het centrum van Kambia. Dat we in het centrum zijn zien we 1) we staan op een klein pleintje, 2) er staat een kerk, 3) er zijn drie cafés. Helaas zijn ze alle gesloten. Siësta, tja, dit is Griekenland.Een winkeltje zie ik niet, gelukkig had ik in Chania al een en ander gekocht. We zitten hier al op enige hoogte, de temperatuur is een stuk lager dan in Chania. Volikas Shelter staat er op het bord en toevallig willen we daarheen. Even verder weer een bord, het gaat goed. We komen langs een huis. Er spelen wat kinderen en een Griek is in de tuin bezig. We maken een praatje en vragen of er verderop nog een restaurant is. Helaas, dat is er niet, maar de Griek biedt aan om voor ons koffie te maken. Dat accepteren we graag en een kwartiertje later gaan we dan echt op pad.
Het asfalt houdt al meteen op en we gaan verder over een jeeptrail. Het uitzicht is fenomenaal, in de verte zien we de zee en Chania. Er staat een hekwerk over de jeeptrail. Dat is om de geiten in het gareel te houden.
Wij maken het open en sluiten het weer achter ons. Vreemd, er is geen markering meer. We lopen weer terug en lopen nu langs het hekwerk. Zo te zien moeten we toch door de opening in het hekwerk. Het klopt, er is weer markering. We lopen over een stenig ‘weilandje’ en komen weer op een jeeptrail uit. Nog wat verder staat een bord en staan er een aantal gele stippen. Hier moeten we de jeeptrail af en omhoog. Het pad is redelijk goed zichtbaar en goed gemarkeerd met gele stippen en strepen. Hoger en hoger stijgen we, gedeeltelijk langs en door een droge rivierbedding. Tegen half zeven zien we in de verte de Volikas-hut staan. Dat geeft moraal! Zo’n honderd meter onder de hut stuiten we weer op een jeeptrail. Er ligt hier een waterslang, maar als ik het kraantje opendraai komen er maar een paar druppels water uit. Er zou hier een bron moeten zijn, maar waar? Eerst maar naar de hut, waar we om zeven uur aankomen.
Er wacht ons een verrassing, volgens de bergsportvereniging zou de hut gesloten zijn en zouden we buiten moeten overnachten. De hut is inderdaad gesloten, maar naast de hut is een deur die open is. Deze deur geeft toegang tot een klein kamertje waar over de volle breedte een brits is getimmerd, die voorzien is van matrassen en dekens. Vreemd dat de bergsportvereniging dit niet weet! Ik maak eerst koffie en daarna een Knorr-maaltijd, want ik ga zowat van de graat. Tja, water, ik heb nog maar één liter, dat is te weinig om de volgende hut te halen. Ik loop weer honderd meter naar beneden, maar hoe ik ook zoek, nergens is de bron te vinden. Waarom zetten die gasten van de bergsportvereniging niet een bordje neer? Dat is toch een kleine moeite! Nou ja, morgen zie ik wel verder.
Ik probeer nog om naar huis te bellen, maar ik heb geen netwerk. Tja, dat zat er wel in natuurlijk. Tegen negenen duiken we erin.