Griekenland (sept 2017)

Vrijdag 22 september 2017
Nafplion – Epidaurus – Naxos
Om kwart over zes staan we op, genieten om zeven uur het ontbijt, pakken de laatste spulletje in en kwart voor acht zitten we in de bus.
Het is een klein halfuurtje rijden naar Epidaurus (klemtoon op de ‘i’). Overigens, als we in zuidelijke richting waren gereden (en niet naar het oosten) hadden we op bezoek kunnen gaan bij onze koning. Hij bezit een vakantievilla in Doroufi. Hij schijnt daar 4,5 miljoen euro voor te hebben betaald. Voor de pacht van een stuk grond van de buurvrouw (voor de plaatsing van een beveiligingshek) draait de Nederlandse overheid op. Wij dus!
Ok, Epidaurus, wij zijn daar al eerder geweest. Maar… toen bezochten we alleen het theater terwijl er hier véél meer te zien is.
Om te beginnen de plattegrond (uit de Michelingids). Dat vinden ze vast wel goed, want ik maak gratis reclame. Wat hebben we trouwens aan toegang betaald? Oh wacht, €6,- p/p.Het theater van Epidaurus is één van de best bewaarde in zijn soort in Griekenland.
Reeds in de oudheid werd het geprezen om zijn bijna perfecte akoestiek. Als wij het theater inlopen is iemand dat aan het demonstreren. Precies in het midden van het orchestra (podium) is een ronde platte steen ingegraven. Als je daarop staat kan iedereen in het theater je verstaan.Het theater is ontworpen in het midden van de 4e eeuw voor onze jaartelling, door de architect en beeldhouwer Polykleitos de Jongere. De toeschouwersruimte staat rond een cirkelvormig orchestra. Het orchestra heeft een diameter van ruim 20 meter. Aan het verschil in vorm van de onderste en bovenste rijen is duidelijk te zien dat er twee bouwfasen zijn geweest. Er waren eerst 34 rijen zitplaatsen, een eeuw later is dit met 21 rijen uitgebreid, zodat het aantal toeschouwers van 6500 naar 12.300 steeg. De eerste rij was voor de aanzienlijke mensen, en de eerste drie zitplaatsen waren voor de eregasten. Die waren rood en hadden een rugleuning. Ook waren ze wat lager dan gewoonlijk zodat de eregasten op een kussen konden zitten.
Nog enige extra informatie middels het door mij gefotografeerde informatiebord.Deze dame verzorgt ook een demonstratie van de akoestiek.Hier sta ik op de Diazoma (wandelgang).Het theater ligt er (bijna) verlaten bij. De zon komt door, voor een betere foto moet je hier wat later op de dag zijn.Er zijn hier ansichten te koop, ik vraag mij af of er hier nog veel graafwerk is verricht.Er is hier een piepklein museumpje, dat nemen we even mee, met nog enige informatie.Voor het museum is het graf van Asklepios.Asklepios was de zoon van Apollo en Coronis. (Bij Homerus is hij echter nog geen god, maar een kundig arts; pas vanaf de 5e eeuw voor onze jaartelling wordt hij vereerd als de god van de geneeskunst).
Of Asklepios ook daadwerkelijk in Epidaurus heeft gewerkt is iets uit de overlevering.
In Epidaurus is zeker een kuuroord geweest en waarschijnlijk een van de eerste georganiseerde ziekenhuizen waarvan men het bestaan weet. De legende wil dat men naar Epidaurus ging als men ziek was. Wanneer men in een droom een slang zag, was men genezen. Zodoende wordt Asklepios meestal afgebeeld met een staf waar een slang omheen kronkelt, de asklepiosstaf of esculaap. Het is al sinds eeuwen het symbool voor artsen.
Ok, wij gaan een rondje lopen en volgen zo ongeveer de route van de plattegrond.
Om te beginnen het Katagogeion. Dat was een gigantisch vierkant gebouw met twee verdiepingen en in totaal 160 kamers, verdeeld in vier blokken. Het werd gebruikt als verblijfplaats voor reizigers en zieken, die gescheiden sliepen. Omdat de originele naam niet bekend is, is het gebouw vernoemd naar een soortgelijk gebouw met deze naam.
Het gebouw is op de fundering na geheel vernietigd. Een deel van dit rijk versierde gebouw is te zien in het museum.De bankethal (ook genoemd het Hestiatorion) is een groot vierkant gebouw waar na het sporten gegeten kon worden. Er is veel onduidelijkheid geweest over de functie van het gebouw. Eerst werd gedacht dat het een badhuis was, omdat er leidingen en afvoerkanalen gevonden zijn. Daarna werd het aangezien voor een gymnasium. Nu wordt gedacht dat het een bankethal is geweest waar ook wel vlees van offerdieren gegeten werd.Links van ons ligt het stadion. In dit stadion werden elke vier jaar, vanaf de 5e eeuw voor onze jaartelling, sportevenementen georganiseerd ter ere van Asclepios: de grote Asklepieia. Dit stadion is beter behouden gebleven dan het stadion in Olympia. U kunt aan één van de smalle kanten nog de plek zien waar de atleten startten met hardlopen.
De plaats van elke hardloper werd aangegeven met kleine zuilen. Het wedstrijdveld is 21,5 meter breed en zo’n 181,3 meter lang. Het startpunt en de zitplaatsen aan de lange zijde zijn nog aanwezig. Ook hier zijn ‘ereplaatsen’ met rugleuningen, die zich aan de zuidelijke lange zijde bevinden. Als demonstratie worden er nog weleens hardloopwedstrijden gehouden.We lopen weer verder richting Tholos. Deze is gebouwd tussen 360 – 320 voor onze jaartelling. De functie van het gebouw is niet zeker, maar er zijn wel vele theorieën over. Een theorie is dat de verering van Asclepios in het labyrint plaatsvond. Er wordt ook gezegd dat het labyrint symbool zou kunnen staan voor de donkere en aardse levensmachten in de Asclepioscultus. Een andere mogelijkheid is dat het gewoon praktisch gebruikt werd, bijvoorbeeld als tehuis voor slangen, als waterreservoir of als opslagplaats. Als er een nieuwe vereringsplaats van Asclepios gesticht werd; zond Epidaurus namelijk altijd een slang naar die plaats.Sowieso zijn ze hier goed bezig om de zuilen weer op te bouwen.Iets verder staat het Enkoimeterion en het Abaton.
Dit was de plaats waar de zieken heen gingen om genezen te worden. Het was een 71 meter lange Ionische zuilengang met meerdere verdiepingen, en was open naar het heilige terrein. Onder het gebouw was het Abaton gebouwd, een soort kelder, waar de zieken sliepen om zo een droom te krijgen waardoor ze zouden genezen. Patiënten die genezen wilden worden ondergingen vaak eerst een reeks reinigingen om de geest van de zieke zuiver te maken en hem open te maken voor de goddelijke macht. Daarna moest er een dier geofferd worden aan Apollo, de vader van Asclepios. Dan rolde de zieke zich in de huid van een dier en ging in het Abaton slapen. In een droom verscheen Asclepios in de vorm van een hond of een twee meter lange slang, of gewoon als mens met een baard, waarna hij de genezing aankondigde. Ook kon het zijn dat hij de zieke in een visioen verscheen om hem de juiste behandeling te vertellen. Op Epidaurus werden niet alleen zieken genezen, maar ook deed Asclepios de verlossing bij vrouwen met moeilijke zwangerschappen, liet hij doven weer horen en blinden weer zien, en gaf hij kale mensen weer haar. Er is zelfs een bron die zegt dat een gebroken vaas op wonderbaarlijke wijze gemaakt werd. Het geloof in de macht van Asclepios had zo’n krachtig placebo-effect dat veel patiënten al genezen waren voordat ze de echte behandeling gehad hadden. Het is dus maar de vraag of Epidaurus echt zo’n wonderbaarlijke plaats was.Naast het Enkoimeterion bevinden zich de baden van Asklepios. Ik heb alleen maar de Engelse toelichting kunnen vinden.Helemaal in het noorden bevindt zich de Propylaia, de oorspronkelijke ingang. Een stuk wegdek van de ‘Heilige Weg’ is bewaard gebleven.We lopen weer verder en ik zie deze informatiepanelen. Ai, de begeleidende tekst bij de eerste voorstelling geeft mij wel te denken (in een droom een jonge man zien die je buik aanraakt en dan… wordt er een zoon geboren!). Tja, dat noem ik nog eens genezen!We genieten nog koffie/thee in het restaurant bij de ingang, en om kwart voor elf stappen we in de bus en rijden weg in oostelijke richting over de 70.
Ik maak weer een aantal foto’s uit de bus, maar we maken ook nog een keer een fotostop.Als we de kust bereiken (de Egeïsche Zee) slaan we linksaf en rijden over de 10 verder in noordelijke richting. Onder ons ligt het stadje Oud Epidaurus.Dit is een behoorlijk grote viskwekerij.We stoppen nog even voor een foto. Mijn GPS kent de naam van het dorpje niet, maar het lijkt mij een groot visverwerkend bedrijf toe.Om twaalf uur bereiken we het kanaal van Korinthe. We stoppen bij de Isthmos brug.Hier bevinden we ons bij het befaamde Kanaal van Korinthe. Hebben Hongaarse ingenieurs deze klus geklaard?Op Wikipedia vind ik onderstaande informatie.
Het kanaal werd tussen 1882 – 1893 aangelegd op de plaats waar de Landengte van Korinthe op zijn smalst is, namelijk 6343 meter. Sindsdien is de Peloponnesos geen schiereiland meer, maar een echt eiland. Het lijnrechte kanaal is 6,3 kilometer lang, 23 meter breed en de vaargeul zo’n 8 meter diep. De grote gaten in de wand zijn veroorzaakt door springstof, toen in de Tweede Wereldoorlog de doorvaart werd geblokkeerd.
De zes bruggen (vijf voor het autoverkeer, één voor de spoorweg) die de Peloponnesos met het Europese vasteland verbinden, liggen ongeveer 70 meter boven de waterspiegel. Het kanaal heeft de vaarweg tussen Piraeus en de Ionische Zee met ongeveer 350 kilometer verkort. Toch is het enkel geschikt voor middelgrote schepen, want sterke stromingen maken het gevaarlijk voor kleine bootjes, terwijl de geringe diepgang een bezwaar is voor grote schepen van meer dan 10.000 ton. Een sleepboot loodst de vaarschepen erdoorheen in een halfuur. Dit gebeurt omzichtig, want de bijna loodrechte wanden van grind en leem brokkelen regelmatig af. Lange wachttijden, hoge tolkosten en gevaarlijk manoeuvreren dragen ook al niet bij aan een intensief gebruik.
De stormachtige Kaap Malea aan de zuidpunt van de Peloponnesos was in de oudheid een gevreesde kaap. Daarom werden vrachtschepen liever aan de ene oever van de landengte uitgeladen, op ossenwagens 6 kilometer over de ‘diolkos’ (een soort primitieve spoorlijn waarvan nog resten te zien zijn) getrokken en aan de andere kant weer te water gelaten en ingeladen. Dit intense vrachtverkeer is de reden van de rijkdom van Korinthe, en er werden al vroeg plannen gemaakt voor de aanleg van een kanaal.
Historische bronnen vermelden dat er al plannen werden gesmeed om de landengte door te snijden. Maar dat is bij plannen gebleven.
De Romeinse ingenieurs van Julius Caesar en Caligula gingen opnieuw aan het meten, respectievelijk in 44 voor en 37 na onze jaartelling. Maar de excentrieke keizer Nero bezat genoeg grootheidswaanzin om in 66 de eerste (gouden!) spade in de grond te steken.
Dat ging gepaard met indrukwekkend ritueel vertoon, waarbij vooral de gunst van Poseidon werd afgesmeekt. Vervolgens werd er uit alle macht verder gespit door 6000 Joodse dwangarbeiders. Aan de ene kant vorderde men 2 kilometer, aan de andere kant 1,5 kilometer, maar om allerlei redenen werd het werk op een bepaald moment gestaakt.
Ook Herodes Atticus probeerde het later nog eens, en de Byzantijnen en Venetianen raakten niet verder dan de fase van het brainstormen. Pas in 1882 werden de werken met Frans kapitaal en moderne middelen hervat, en ten slotte in 1893 voltooid, al dreigde het ook toen nog even mis te gaan door een faillissement van de Franse kanaalmaatschappij. Nadat een Grieks consortium onder impuls van geldschieter Andreas Syngros (1830-1899) de leiding van de werken had overgenomen, werd het kanaal op 25 juli 1893 opengesteld voor de scheepvaart.
De doortocht van het kanaal werd enkele malen geblokkeerd door instortende delen.
Ook liet de Wehrmacht bij de terugtocht in 1944 de bruggen opblazen en een reeks treinstellen in het water neerstorten. Pas op het einde van de burgeroorlog, in 1949, kon het kanaal weer opengaan voor de scheepvaart.
In een tijd waarin enorme containerschepen met gemak weer om de kaap heen varen is het kanaal nu in feite overbodig geworden, maar het wordt nog wel door kleine vrachtschepen gebruikt.
Ook nu ik hier sta maakt geen enkel schip gebruik van de vaarroute. Ai, hier is het zeker ook mode om zakdoekjes en hangsloten aan de brugleuning te bevestigen.We stappen weer in de bus en rijden een kort stukje naar restaurant Perama. We nemen plaats op het terras aan het Kanaal. Hier vlakbij is nog een brug en Christine vertelt dat als er een schip wil passeren de brug omlaag gaat. We moeten aan deze kant blijven, want het duurt geruime tijd voordat de brug weer bruikbaar is. Nou, ik geloof er niets van.
Mooi, de kaart ligt op tafel. We bestellen (samen) een Griekse salade, tweemaal een Chicken Souvlaki, een glas wijn en een sprite. Ok, prima en we rekenen €29,- af.Ik ga even bij de brug kijken en maak eerst een foto richting Egeïsche Zee en daarna richting Kanaal van Korinthe.Er gaat een bel en de brug gaat omlaag! Zoiets heb ik nog nooit gezien!Moest de brug voor dit notendopje omlaag?We stappen weer in de bus en om kwart voor twee rijden we weer. Op naar Piraeus.
Hier schiet het al behoorlijk op, de industrie van Piraeus komt in beeld.Om drie uur rijden we het haventerrein op. De koffers gaan uit de bus en we nemen afscheid van onze chauffeur Nicos. Bedankt, uitstekend gereden!
We krijgen een ticket, ai, zo’n ticket kost toch €19,-. Dat ‘eiland-hoppen’, dat hoorde je vroeger vaak, maar is dat nog ‘booming’? Het is vijf over drie, daar komt de boot.
Wat een timing!Tjonge, vele honderden passagiers komen van boord. Die gaan zeker naar Athene.Om twintig over drie kunnen we boarden. De koffers gaan in de ‘garage’, zo heet het autodek, in bagagerekken.Ik maak eerst even een rondje over de Nissos Samos, onze veerpont.Precies, maar dan ook precies om 16.30 uur gaan we varen!Er scheepten zich vele, vele mensen in, maar aan boord vind je ze bijna niet terug.Er hangt hier een plattegrond van het schip, later vind ik dat de passagierscapaciteit 2210 bedraagt. Er kunnen 750 auto’s mee en dit schip beschikt ook nog over 108 cabins.Afvalbakken staan er ook. Ik neem aan dat het groene afval in de groene container moet, het grijze in de grijze container en de rest in de blauwe container.De zon gaat onder, nou ja, ik ben net te laat. Het is inmiddels twintig over zeven.Tja, verder is het hangen, rondlopen en wat nuttigen. Om tien uur doen we Paros aan.
Er gaan veel auto’s en passagiers van boord. Een klein aantal passagiers stapt aan boord.
Om elf uur bereiken we Naxos. Hier gaan we van boord. Geen foto’s van de haven, want ik stond met mijn koffer in de ‘garage’. Als we vastgemaakt hebben loop ik van boord.
De koffers gaan in een busje, wij lopen naar het hotel, dat is hier niet zover vandaan. Sowieso is het donker als we aankomen bij hotel Barbouni (http://www.barbouni-hotel.com/en/naxos/hotel).
Hm, de kamer is klein en de douche/wc piepklein. Het heeft wel iets weg van een hostel.Het is warm op de kamer, daarom zetten we de airco even aan. Dat helpt! Maar als ik de airco uit wil zetten gebeurt er niets. Dat wil zeggen, de airco blijft op volle kracht doorloeien en de luchtstroom staat precies op ons bed gericht! Ik ga op zoek naar de stekker, maar helaas, de aircodraad is weggewerkt. Ok, ik kleed mij aan en loop naar de receptie.
Daar is het rolluik naar beneden en ik zie niemand. Wat nu?
Ok, dit kan zo niet langer, dus ik schroef de airco open en verwijder de afdekplaat.
Zo’n ‘tool’ is echt wel een handig ding. Mooi, met mijn schoenen aan en staand op een plastic krukje is het veilig genoeg. Met mijn tool trek ik voorzichtig de ‘nul’ steker los en druk hem tussen de overige bedrading. Dat helpt, de airco zwijgt onmiddellijk. Ik zal het morgenochtend meteen melden, dan kan iemand de airco nazien. Inmiddels is het bij enen en na een douche kruipen we erin.