Griekenland (sept 2017)

Zondag 1 oktober 2017
Chania – Heraklion – Amsterdam – Heraklion
Om halfzes staan we op. Ik heb wel goed geslapen, maar voel me niet 100%.
We pakken de laatste spulletjes in en even na zessen lopen we met de koffers naar het ontbijtzaaltje. Daar is koffie/thee en we krijgen een ontbijtpakket.
Tegen kwart voor zeven is de bus er. Het regent dat het giet!
De koffers gaan onderin en wij bovenin de bus. Om tien voor zeven vertrekken we naar Heraklion.
Als we Chania uitrijden en op de kustweg komen wordt het droog. Toch is het zwaar bewolkt en echt geen strandweer.
Tegen negenen rijden we het vliegveld op. Ai, onze vlucht staat nog niet op de monitor, dus moeten we wachten tot de incheckbalie bekend is. Dat duurt een halfuurtje.
Ok, we moeten helemaal naar links en ik denk dat er hier wel 1.000 mensen voor diverse vluchten in de rij staan. Het is hier warm en benauwd. Kijk eens naar dat lage plafond?
Dat is toch niet normaal!Nu blijkt dat wij naar rechts moeten en de mensen voor Hannover naar links. Dat is een enorm geharrewar met al die bagage en het is hier al zo warm en benauwd.
Uiteindelijk staan we voor de incheckbalie. We leveren onze koffers in en ontvangen de boardingpassen.Ik draai mij om en… ik zie allemaal mensen op mij neerkijken! Ik lig op de grond. Iemand is bezig om mijn rugzak af te doen en iemand anders houdt mijn benen omhoog.
Weer iemand anders dept mijn gezicht met koud water. Ik ben flauwgevallen, realiseer ik mij. Eén van degenen die mij helpt is arts, een cardioloog nog wel. Allemaal hartelijk bedankt!
Ik zit inmiddels overeind, maar voel mij wel duizelig. Ik wil vliegen, maar dat mag ik niet van een Engels sprekende jonge vrouw, die inmiddels gearriveerd is. Zij blijkt de arts van het vliegveld te zijn. Ze zet mij in een rolstoel en rijdt mij naar haar behandelkamer.
Ik begrijp dat we onze vlucht gaan missen! Wat een narigheid!
Ik moet gaan liggen op de behandeltafel. De arts maakt een ECG en meet de bloeddruk op. Ook krijg ik een infuus, ze nemen hier geen halve maatregelen.
Kijk, hier schrijft ze dat allemaal op, het ziet er niet goed uit. Tja, ik heb een pacemaker en dat is meteen code rood. Toch weet ik dat ik uitsluitend en alleen flauwgevallen ben door de warmte, de benauwdheid én dat ik me al een paar dagen niet lekker voel. Mijn hartslagaders zijn schoon, dat heb ik al vaak genoeg gezien op de echo. En ook mijn kleppen werken goed. Tja, in mijn pacemakerdraad zit kortsluiting, maar heel ernstig is dat niet. Zo nu en dan slaat mijn hart een slag over, maar dat is niet gevaarlijk en het went vanzelf. Tja, ze durft het niet aan, ze wil niet de schuld krijgen van een dode in het vliegtuig. Ze belt een ambulance, ik moet voor onderzoek naar het ziekenhuis. Oh jee, onze koffers! Orchideetje gaat op onderzoek uit en ze komt mét koffers terug. Ze stonden bij de Transavia-balie.
Dit is mijn uitzicht in de ambulance naar buiten (en op mijn koffer). Het ziekenhuis is nog een eind weg, het blijkt het Universitair Ziekenhuis van Heraklion te zijn.In een rolstoel word ik naar de Spoedeisende Hulp gereden. Ik moet weer gaan liggen op een behandeltafel. Ik blijk bij de afdeling Cardiologie te zijn terechtgekomen.
Opnieuw een EGG en mijn bloeddruk, ik krijg een infuusnaald links en meteen wordt er een infuus aangehangen. Uit mijn beide polsen trekken ze een paar buisjes bloed. Nu moet ik naar de Röntgenafdeling voor foto’s. Daar is het druk, ik moet lang wachten (met mijn infuus op een standaard).
Ok, de foto’s zijn gemaakt, ik mag naar de wachtruimte. Is er kans dat ik word opgenomen? ‘Misschien’ is het antwoord. Tja, eigenlijk moet ik vanavond stoppen met mijn bloedverdunners, anders wordt het woensdag een bloedbad. Maar als ze me opnemen gaat de ingreep niet door. Wat is wijsheid?
Ik stuur een App naar Christine (onze reisleidster) en leg de situatie uit. Mogelijk weet zij nog van niets. Ik weet dat zij niet naar Amsterdam vliegt, maar vanavond naar Athene.
Zij is dus nog in Heraklion. Mogelijk kan zij nog iets voor ons doen. Ik krijg een App terug. Zij wist wel dat ik was flauwgevallen, maar verkeerde in de veronderstelling dat ik het vliegtuig nog gehaald had. Zij neemt de moeite om naar het ziekenhuis te komen, daar ben ik erg blij mee. Tja, veel kan zij niet doen, ik moet wachten op de uitslagen. Wel licht zij Djoser in zodat ze daar ook weten wat er speelt. Ik krijg nog een telefoonnummer van de Griekse agent van Djoser, maar ja, die man houdt kantoor in Athene.
Een verpleegkundige injecteert natrium in mijn infuuszak. Uit het bloedonderzoek is gebleken dat ik zowel zout- als vochtgebrek heb. Het is inmiddels over tweeën en ik heb sinds vanmorgen vroeg niets meer gegeten. Orchideetje scoort koffie en tosti’s in het ziekenhuisrestaurant. Het infuus loopt heel langzaam in, de fles is groot en pas halfleeg. Wachten, wachten en nog eens wachten. Zal ik de reisverzekering al bellen? Tja, eigenlijk weet ik nog niets zeker, misschien nemen ze me wel op. Ai, ik moet mij dinsdagavond in het ziekenhuis in Nederland melden, want woensdagochtend 5 oktober ben ik als eerste aan de beurt (voor een nieuwe pacemakerdraad). Als dat niet doorgaat moet ik natuurlijk weer achteraan aansluiten. Ik was al gestresst, maar nu zie ik het even helemaal niet meer zitten! Ik voel mij uitgeput!
Opnieuw tosti’s en koffie, zo te horen is dit het enige dat het ziekenhuisrestaurant te bieden heeft. Om zeven uur opnieuw geprikt voor aanvullend bloedonderzoek. Mijn infuus zit er nog niet helemaal in. Wachten dus.
Pas om halftien is het infuus ingelopen. Ik moet naar de behandelkamer en hoor van de cardioloog (inmiddels zitten er twee), dat alle uitslagen goed zijn. Ik heb geen hartinfarct gehad en ook niet nog een aantal andere mogelijke complicaties. Die mogelijke complicaties noemt de cardioloog in het Latijn, dat gaat helemaal langs me heen. Ik moet vier dagen stoppen met mijn bloeddrukverlagers en veel drinken. Ik mag gaan en krijg alle medische uitslagen + de röntgenfoto’s mee. Mag ik vliegen? Ja, en ik krijg een in het Engels gestelde brief mee. Alle artsen en verpleegkundigen hartelijk dank!
Bij de balie vraag ik of er taxi’s voor de deur staan. Dat blijkt niet het geval, maar zij belt er eentje. Die taxi staat er al snel en brengt ons naar hotel Irini. Zouden ze een kamer voor ons hebben?
Dezelfde dame van ons eerder verblijf ‘bemant’ de receptie. Ze kijkt wel vreemd op, maar er is een kamer beschikbaar. Daar zijn we wel erg blij mee. Ik bel eerst naar de reisverzekering (ABN/AMRO), zij verbinden mij door met de Alarmcentrale SOS International Amsterdam. Ik leg de situatie uit. Ik moet zelf een hotel boeken en de verklaring van de cardioloog faxen. Dat laatste wil de bijzonder hulpvaardige dame van de receptie wel doen. We gaan naar de kamer en naar bed. Ik heb het wel gehad voor vandaag!