Griekenland, Olympos (sept 2006)

Zaterdag 16 september 2006
Livadi – Sarandaporo – Elassona
Om acht uur sta ik op en om half negen zit ik te wachten in de receptie op het ontbijt.
De jongeman in de receptie kijkt net zoals gisteren onafgebroken TV. Of het nu reclame is of een talkshow, hij blijft als gebiologeerd kijken. Hij doet mij aan een konijntje denken.
Ik hoor gerammel van bestek en borden, ik neem aan dat er iemand in het keukentje achter de receptie bezig is. Uiteindelijk maakt Dick het internationale gebaar van koffie drinken. De receptionist spreekt namelijk uitsluitend Grieks en volgens Memnoon ook ‘Plattisch’, helaas ben ik beide talen niet machtig. De receptionist keert even terug op aarde en wijst de trap op naar boven. Ach, begrijpen wij, de eetzaal is op de 1e verdieping. Had dat even eerder gezegd. Wat een licht, deze receptionist, het Griekse zwarte garen heeft hij beslist niet uitgevonden. Na het ontbijt loop ik nog even naar het postkantoor voor postzegels. Helaas blijkt het gesloten, dit in tegenspraak met het briefje wat op de deur hangt. ‘Maandag ben je de eerste’ wordt er in het Grieks geroepen.
Rond kwart voor tien vertrekken we. We volgen een Jeeptrail bergaf, later gaat het omhoog en omlaag. Maar nergens is het steil.

143. JeeptrailHet is zonnig en warm, in de verte zien we de Olympos in de nevel.144. OlymposHet dorpje Sarandaporo zien we al in de verte liggen.145. Sarandaporo We lopen – voor Griekse begrippen – op vlak terrein. Er heeft hier graan gestaan, dat is inmiddels geoogst, en ook maïs. De restjes graan en maïs zijn voor de geiten.146. Geiten Onderweg is er weinig tot geen schaduw, gelukkig staat er een fris windje. Rond een uur of twaalf gebruiken we de meegebrachte lunch onder een grote eikenboom.
Twee mannen in een pick-up stoppen en blijken goed Engels te spreken. Ze dragen groene kleding. Wij vragen of we richting Sarandaporo lopen. Dat blijkt het geval te zijn, deze mannen kennen hier de weg. Het blijken jagers te zijn op wilde zwijnen.
De laatste twee kilometers gaan over asfalt en het is op het heetst van de dag.147. Uitzicht148. Uitzicht In Sarandaporo is een terras open en ik bestel cola. Daar krijg ik een groot glas van, niet zo’n knieperig glas zoals in Holland. Wat we al gehoord hadden in Livadi: in dit dorpje is geen overnachtingsmogelijkheid, we moeten dus met de bus naar Elassona. De bus gaat om 17.00 uur, dus moeten we bijna drie uur wachten. Ik vermaak me door foto’s te maken van fruitbomen en van het kerkje.149. Fruitbomen150. Fruitbomen151. Kerk152. Kerk Onderweg naar de bushalte worden we uitgenodigd op een Griekse bruiloft. We krijgen eten en drinken aangeboden. Het eten sla ik af, daar is helaas geen tijd voor. Er wordt muziek gemaakt, en er wordt gedanst, maar de bruid laat zich niet zien. Wel de bruidsmeisjes, die zet ik dan maar op de foto. Over een paar jaar zijn deze meisjes de bruid en ze zien er al naar uit.153. Muziek154. Bruidsmeisjes Vanaf de bushalte maak ik een foto van het terrein waar we maandag doorheen lopen. Eerst naar het klooster en dan dat ravijn door. Heel in de verte, nauwelijks zichtbaar, ligt Tsapournia. Vandaar moeten we in pal westelijke richting naar Livadero. Dat wordt nog een pittige dag.155. TerreinMorgen zondag, onze eerste echte rustdag, ik ben er wel aan toe. De luxe touringcar komt een minuutje of tien te laat voorrijden. De bagageruimte onderin zit vol koffers en de bus blijkt bijna vol te zitten met Grieken. De bus rijdt via Elassaona naar Larissa en dan door naar Athene. Gaan deze mensen op vliegvakantie?
Na een half uurtje continu haarspelden zijn we te 17.40 uur in Elassona en om 18.15 uur in hotel Olympion. Dat hotel is midden in het centrum, pal achter de kerk. Eerst ga ik pinnen, ik ben al twee dagen compleet door mijn euro’s heen. Dat lukt en ik ga meteen mijn schuld van €50,- terugbetalen. Daarna een douche. De meeste douchevloeren in Griekenland zijn behoorlijk glad. Dat is natuurlijk in verband met de hygiëne (dat is overigens een Grieks woord!). Deze douchevloer is werkelijk spiegelglad, dat gaat nog een keer mis natuurlijk. Om acht uur, zoals gebruikelijk, gaan we de straat op voor de warme maaltijd.
Zo’n Griekse ‘hoofdstraat’ is één groot terras. Iedereen lijkt op straat te eten. Het weer leent zich daar ook voor natuurlijk, maar het is ook erg gezellig. We strijken ergens neer en ik bestel een Griekse salade. De olijven zijn zoals bekend niet aan mij besteed, dus die gaan weer in de verloting.156. Salade Ik wacht, heel tactisch, met de bestelling van mijn hoofdmaaltijd. Je krijgt hier altijd alles tegelijk geserveerd, dus kijk ik eerst even wat de anderen op hun bord hebben liggen. Hier en daar proef ik wat. Dat witte spul met dat rode erop is yoghurt met kweepeer marmelade. Ik bestel een souvlaki, dat is een spiesje, met rijst en frites. Een Amstel erbij en het is weer overheerlijk. Later nog maar een Amstel, ik heb tenslotte net gepind.157. Spit158. Souvlaki De schade is €12,50 (de €0,50 is voor het bestek, dat staat hier vaak apart op de rekening). Dat valt toch erg mee. We bespreken de plannen voor morgen.
Sommigen willen met de bus naar Larissa, dat is een vrij grote stad op een klein uurtje bussen afstand. Ik besluit er een rustige dag van te maken. Ik wil eerst een beetje uitslapen, dan ontbijten en dan naar de kerk. Verder zie ik wel.