Vrijdag 15 september 2006
Kokinoplos – Livadi
Om acht uur zit ik aan een zeer simpel ontbijtje met een beker thee erbij. Daarna bestel ik nog een Nescafé. We rekenen af en rond half tien vertrekken we. Over een slecht verharde weg lopen we het dorp uit, die overgaat in een Jeeptrail. We stijgen, maar ’t is niet steil. Op de top aangekomen geeft de markering aan dat we hier rechtsaf naar beneden moeten. Heel in de verte ligt Livadi! Een pad is er niet, de route is aangegeven met blauwe touwtjes in de bomen. Soms is het even zoeken, we lopen dwars door het terrein. Uiteraard lopen we op een gegeven moment verkeerd en na wat zigzaggen en een steile daling komen we uit op de asfaltweg. We gaan linksaf en lopen naar de driesprong.
Hier hadden we uit moeten komen! Vanaf hier is het precies 7 kilometer naar Livadi en er is alleen maar asfalt. Dat is niet zo leuk natuurlijk, maar het is niet anders. Omhoog gaat het ook nog. Het weer is wat minder vandaag, het is bewolkt en het begint zelfs een beetje te regenen. Op het moment dat ik overweeg mijn regenjas aan te trekken wordt het droog en de zon komt even later door. Echt Griekenland!
Ellie heeft een groot brood gekocht in Kokinoplos en daar krijg ik ook een paar sneetjes van. Werkelijk heerlijk brood. Onderweg zien we nog een schildpad, ik moet dan altijd denken aan… Rond drie uur bereiken we Livadi en worden welkom geheten door een kapelletje, een godin op haar sokkel (Demeter?) en een groot bord van de E4. We lopen het dorp door op weg naar hotel Kiosk. Wat een leuk dorp trouwens! Het is echt Grieks! Uitgestorven ook, iedereen ligt natuurlijk nog op één oor. We beginnen maar met een kop koffie. Dat restaurant is natuurlijk speciaal voor ons open.Daarna naar het hotel. Ik zet mijn rugzak neer en loop direct weer het dorp in. Intussen is het al wat levendiger en zijn ze op diverse plaatsen bezig met het zagen van brandhout. Hier is een taak weggelegd voor de ARBO. Ik durf er bijna niet naar te kijken, elk moment verwacht ik dat er een hand of arm over straat zeilt. Gelukkig gaat alles goed. Ik loop een straatje omhoog en daar, in de verte, is de Olympos. Daar bovenop stonden we een paar dagen geleden. Aan het eind van de middag loop ik weer naar het hotel om te douchen. We hebben om acht uur afgesproken op het plein om te gaan eten, vroeger hoef je in een Grieks restaurant niet aan te komen. Eerst mogen we in de keuken kijken wat de pot schaft. Dat gerecht met die visjes hoef ik niet, ze zijn mij te zout. Ik geef aanwijzingen: ‘tomaten, en dat daar, dat lijkt mij ook wel lekker, oh is dat een koolsoort’, kalfsvlees gaat er ook wel in en gebakken aardappels. Het smaakt prima en ik neem nog een tweede bordje. Een Amstel erbij om de zaak te completeren. Voor al dat lekkers betaal ik €12,-, dat lijkt me heel redelijk. Onderweg naar het hotel bel ik nog even naar Italië, ik zal thuis wel een behoorlijke rekening krijgen. Om kwart over tien lig ik erin, ik ben echt wel vermoeid.