Krijtlandpad (aug 2006)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Reisverslag Krijtlandpad
woensdag 23 augustus t/m zondag 27 augustus 2006

Woensdag 23 augustus 2006
Maastricht – Mariadorp
Ik pak de trein van 08.52 naar Utrecht. Ik had ook een trein later kunnen nemen, maar ik wil de trein van 10.04 uur naar Maastricht beslist niet missen. Het is droog, zonnig weer en het wordt vandaag zo’n 20 graden. Dat betekent prima wandelweer. De treinen rijden mooi op tijd, dus moet ik ruim een half uur wachten in Utrecht. Ik heb geen zin in koffie, dus vermaak ik mij in de stationshal door naar de zich voorthaastende reizigers te kijken. Op het perron aangekomen zie ik Karel. We vragen ons af op welk station Anja zal instappen. Dat blijkt later Eindhoven te zijn. Tezamen reizen we verder naar Maastricht, waar we even na twaalven aankomen. Eerst brengen we een bezoek aan Brasserie ‘Demi’, waar we koffie met vlaai bestellen. Dat hoort er zo bij in Zuid-Limburg.
Tegen de klok van één begint het echt. Door de stad lopen we naar de Maas en gaan vlak voor de St. Servaas-brug linksaf. Langs de Maas lopen we in zuidelijke richting langs het Bonnefantenmuseum.
Het museum is bekend om zijn collectie oude Vlaamse meesters als Rubens en Jordaens, maar ook om zijn hedendaagse kunst. De volgende keer moet ik hier maar eens een bezoek afleggen. Iets verderop zijn hier tijdens WO II de Amerikanen overgestoken op weg naar Duitsland. Achter ons liggen de gebouwen van de Provinciale Staten van Limburg, hoewel, ergens lees ik dat het hier gaat om het ‘Gouvernement’. Dat klinkt sowieso een heel stuk deftiger. De jachthaven met een leuk jacht, dat heeft ook wel iets. Mag ik eens meevaren? Dan een uitzicht over foeilelijke caravans op de foeilelijke ENCI. Tot heden wordt hier mergel afgegraven als grondstof voor de cementindustrie. Ter hoogte van Gronsveld lopen we van de Maas weg. Akkerland en boomgaarden.Helaas zijn de appels en peren nog niet rijp, da’s wel jammer, want ze zien er appetijtelijk uit. Wel staan er verderop pruimen. Deze lijken mij aardig rijp en ik pluk er dan ook een aantal van. Ik neem aan dat dat mag, er staat tenslotte geen verbodsbord. Na Oost-Maarland lopen we weer richting Maas, in de verte zien we de St. Pietersberg. Bloeiende planten tegen een schuur, laat die Limburgers maar schuiven. Dan langs de Maas naar Eijsden. Ter hoogte van het pontveer is een uitspanning. Dat komt goed uit, we zijn inmiddels bijna twee uur onderweg en de eerste 11 kilometer zitten erop. Het is warm, een beetje drukkend zelfs. Dat wordt cola met wat lekkers. Even buiten Eijsden treffen we de markering aan naar Santiago. De komende dagen zullen we diverse keren een stukje Pelgrimspad lopen. Zouden voorbijgangers denken dat wij op weg zijn naar Santiago? Oeps, dat geeft toch wel een bepaald gevoel. Even buiten Eijsden ligt kasteel Eijsden uit 1636, gebouwd in typisch Maasland Renaissance. Het kasteel is een van de mooiste in Limburg, met in mergel versierde torens, verhoogde paviljoens en stenen raamkozijnen. Het park is vrij toegankelijk, het kasteel zelf niet. Nu verlaten we de Maas definitief, de komende dagen lopen we in pal oostelijke richting. De route gaat door Mariadorp. Wat een lelijke kerk hebben ze hier, het lijkt wel een bunker. Onder de A2 door en we gaan stijgen. Veel fruitbomen staan er hier, het lijkt de Betuwe wel. Smalle onverharde paden, zo mag ik het graag zien. Onderweg een handwijzer, 2300 kilometer is het naar Santiago. Trek daar rustig twee maanden voor uit, lijkt me zo. Wie weet komt het er nog eens van. Rond vijf uur bereiken we camping ‘De Bosrand’. Een prima camping met rustige plekjes en zelfs een café. Wat wil een mens nog meer. We betalen €6,20 p/p voor al dit moois.
Ik blijf het vreemd vinden dat je als Nederlander overal ‘toeristenbelasting’ moet betalen, anders zou de rekening €1,20 lager uitvallen. Pure doorgeschoten belastingwetgeving.
Ik gooi mijn rugzak op het gras en zet snel de tent op. Ik begin met een kerriesoepje, dat wordt zo langzamerhand traditie. Daarna Spaghetteria Al Funghi, begeleid met een mooie, rode wijn. Wat kan het leven toch goed zijn. Ik mis alleen een stoeltje, ik moet me maar eens zo’n Tatteljee Sitje aanschaffen. Na de maaltijd verpozen we ons nog een tijdje in het café. We hebben er vandaag 17 kilometer opzitten, toch niet slecht voor een middagje.