Griekenland, Olympos (sept 2006)

Donderdag 14 september 2006
Hut ‘C’ – Kokinoplos
Vannacht heb ik prima geslapen. Eerst probeerde de harde wind nog vat te krijgen op de tent, maar al spoedig ging hij liggen. Koud heb ik het niet gehad en ik hoefde er ook niet uit om te plassen. Om kwart voor zeven sta ik op. Om zeven uur ontbijt ik met maar liefst drie bekers thee. Hoogte maakt dorstig, blijkt weer. Tegen achten vertrekken we nadat we hebben afgerekend en afscheid hebben genomen van Mike.
Het is kraakhelder, het weer is hier ook iedere dag anders. Onderlangs de SEO-berghut lopen we en dan weer de Zonaria op. Die begin ik zo langzamerhand te kennen. Bij het bewijzeringsbord rechtsaf en even verder weer rechtsaf. Nu begint de lange klim richting Skala. Dat valt niet mee, het gaat vrij steil omhoog en daar komt bij dat het pad vol ligt met zandachtig gruis. Het is gewoon omhoog ploegen. We hebben natuurlijk een aantal zware dagen achter de rug en dat speelt ook mee. Uiteindelijk kom ik boven en sla linksaf. Min of meer langs de afgrond gaat het verder omhoog naar de Skolio (2904).112. OmhoogOok hier is een logboek waar ik vol trots mijn naam in kan schrijven.113. SkollioVanaf hier gaat het eigenlijk alleen maar omlaag, maar dat is nog knap vermoeiend. Markeringsbordjes E4 staan er hier ook.114. Markering 115. uitzichtTegen half één bereiken we de noodhut. Er blijken een aantal stapelbedden te staan, maar verder heerst hier een geweldige rotzooi.116. NoodhutWe pauzeren hier en gebruiken de meegebrachte lunch. Vanaf hier volgen we een Jeeptrail en later weer een smal pad verder naar beneden.117. Smal padNog weer verder passeren we koeien, maar een herder is in geen velden of wegen te zien. Wel is er een grote betonnen waterbak met nog een bodempje water. Smeltwater zo te zien en groenig van kleur. Overal drink ik water uit bronnetjes, maar dit lijkt me niet geschikt voor menselijke consumptie.
Tegen drieën bereiken we het begin van een diepe kloof en bereiken we tevens de boomgrens. Dit is het Stalamatia-ravijn. Hier moeten we al zigzaggend steil naar beneden.118. Stalamatia Eerst pauzeren we nog even en eten er wat bij. Na een blik op de kaart concludeer ik dat het dorp Kokinoplos niet ver weg meer kan zijn. Daarna volgt een barre tocht over de bodem van het ravijn, eigenlijk een droge rivierbedding. In het voorjaar zal hier ongetwijfeld een behoorlijke hoeveelheid smeltwater omlaag gaan. Het ‘pad’ bestaat voornamelijk uit grote en kleinere keien. Telkens denk ik weer dat het einde van de kloof voorbij de volgende bocht zal liggen, maar elke keer blijkt dat weer een vergissing. Het begint ook steeds warmer te worden en er staat hier geen zuchtje wind. De route is wel goed gemarkeerd met bordjes en verfstrepen. M’n Platypus is leeg, ik heb alleen nog een beetje water in een bidon. Ik hoop niet dat ik in de problemen kom door een tekort aan water.
De sparrenbomen staan soms zo dicht bij elkaar dat ik me er doorheen moet wringen.
Ik voel de naalden in mijn onderbroek prikken. Uiteindelijk zie ik het einde van de kloof en heel in de verte een dorpje. Dat is nog minstens tien kilometer hier vandaan en ik mag toch hopen dat Kokinoplos hier nog voor ligt. Het pad wordt goed beloopbaar, maar gaat wel stijgen. Ook lopen we hier in de bloedhete zon. Het pad draait naar rechts en naar beneden en daar ligt Kokinoplos.119. Kokinoplos M’n laatste slokje water gaat erdoor, nog een kwartiertje en ik zit aan een biertje. Dat heb ik wel verdiend.120. Terras Kokinopolis Aan het begin van het pad staat een bord dat het tien uur lopen is naar de SEO-berghut. Het is nu kwart over vijf, wij hebben er ruim negen uur over gedaan (inclusief pauzes). Maar ja, wij hebben voornamelijk gedaald! Tien uur lijkt mij alleen haalbaar voor zeer getrainde bergwandelaars en dan hooguit met een dagrugzak. Nee, vanaf deze kant de Olympos op lijkt mij geen pretje. In het dorp is het even zoeken naar hotel Diaz, het enige hotel trouwens. We worden verwacht, Mike is zo vriendelijk geweest om voor ons te reserveren. Ik plof neer op het terras, ik kan echt niet meer. Ik voel me min of meer uitgedroogd en bestel een… Amstel. Tja, je bent in Griekenland en meestal is er alleen Amstel of Heineken in huis en dan te bedenken dat het Griekse bier, Mythos of Alfa, veel lekkerder is. Ik zie dat het een zeer simpel hotel is, geld om de boel eens goed te renoveren is er natuurlijk niet. Er zullen hier maar weinig toeristen komen.
We gaan naar onze kamers, en ik doe mijn trekkingbroek maar in een sopje, hij is helemaal wit uitgeslagen van het zout. Zelf ga ik onder de douche, en dat blijkt een echte Griekse douche te zijn. In het verleden zal dit een grote kast zijn geweest, maar door de plaatselijke klusser voorzien van een toilet én een douche. De leidingen maken de vreemdste bochten. Vergeet niet om voor het douchen het toiletpapier in veiligheid te brengen. Ook komt het veelvuldig voor dat het warme water uit de blauwgemerkte kraan komt en het koude water uit de roodgemerkte. Een echte Griekse loodgieter houdt zich vanzelfsprekend niet bezig met onbenullige details. Goed, het water is in elk geval nat en bovendien warm, dat is al heel wat. Tegen achten krijgen we salade met fetakaas, frites en op houtskool geroosterd varkensvlees. Nog een Amstel erbij en ik voel me weer als nieuw. ’s Avonds bel ik nog even naar Italië, ook daar gaat alles goed. Om tien uur lig ik erin, morgen naar Livadi.