Azerbeidzjan, Georgië en Armenië (mei/juni 2019)

Zondag 26 mei 2019
Bakoe
Om zeven uur gaat de wekker. Ik heb toch – na de eerste reisdag – goed geslapen.
Om halfacht genieten we het ontbijt. Het ontbijtbuffet ziet er goed uit en de yoghurt met muesli en de spiegeleitjes gaan er ook wel in.Tegen negenen melden we ons in de receptie. Staat de bus er al? Kijk, dit is de ingang van ons ‘Diplomat Hotel’ in Baku.Om negen uur rijden we, iedereen was ruim op tijd aanwezig. Dat is iets waar ik mij tijdens een groepsreis groen en geel aan erger, aan mensen die steevast te laat komen.
De lokale gids zit weer voor in de bus. We hebben zojuist kennis gemaakt, hij heet Elchin. Articuleert die man nu zo slecht of ligt het aan mij? Ook buiten de bus kon ik hem nauwelijks verstaan. En nu hij de microfoon hanteert – die heeft ook zijn beste tijd achter de rug – is hij voor mij nagenoeg onverstaanbaar. In elk geval vang ik op dat Azerbeidzjan bijna 2,5 keer zo groot is als Nederland en 9 miljoen inwoners telt. Hierna enige informatie die ik lees in de gids, die ik bij bol.com heb aangeschaft. Het is het reishandboek Azerbeidzjan van Jack Kroes.
Meer dan de helft van Azerbeidzjan bestaat uit bergketens. In het noorden de Grote Kaukasus, in het westen de Kleine Kaukasus en in het zuiden het Talis-gebergte.
De andere helft bestaat uit een enorme vlakte met vele rivieren. Toch is de vlakte overwegend droog. De vruchtbaarste gebieden liggen op de uitlopers van de bergketens waar thee, sinaasappelen, granaatappelen, perziken, abrikozen en rijst wordt verbouwd.
In het noorden grenst Azerbeidzjan aan Georgië en de Russische autonome regio Dagestan. In het zuiden aan Iran, in het oosten aan Armenië en via de enclave Naxçıvan aan Turkije. In het westen ligt de doorgaans blauwe Kaspische Zee. Daar zijn wat stranden, maar in de buurt van Bakoe moet je de lichte petroleumgeur voor lief nemen.
Het land telt wel negen klimaatzones. Het hooggebergte van de Grote Kaukasus is polair/alpien, de centrale vlakte kent een nagenoeg woestijnklimaat en in het zuiden is het subtropisch en vochtig. De beste tijd om Azerbeidzjan te bezoeken is van april t/m juni.
In september is het aangenaam warm aan de Kaspische Zee. Oktober is doorgaans te nat. De winterperiode is niet aan te raden.
Azerbeidzjan heeft één van de rijkste olie- en gasvoorraden in de wereld. Kassa natuurlijk! Verder is het toerisme een belangrijke inkomstenbron.
De landbouw produceert katoen, zijde, aardappelen, gedistilleerd, groente en (geneeskrachtige) kruiden. De visserij op de Kaspische Zee legt zich toe op de vangst van steur en beluga voor de steeds duurder wordende kaviaarsoorten.
Voor de kleding geldt dat mannen geen korte broek dragen. Dat wordt als buitengewoon onopgevoed beschouwd. Als je een man in een korte broek ziet, is het een toerist. Azerbeidzjan is in naam een islamitisch land, toch zijn vrouwen volledig gelijkberechtigd. Een korte rok is geen probleem, maar al te bloot is not done. Hoofddoeken zijn eerder uitzondering dan regel. Bij bezoek aan moskeeën, kerken enz. is bedekkende kleding en een hoofddoek (voor vrouwen) verplicht. Meestal liggen bij de ingang wel doeken, maar zelf meenemen is een aanrader.
De geschiedenis begint met nomadische jagers en verzamelaars. In de 9e eeuw voor onze jaartelling worden de eerste nederzettingen gesticht door de Scythen. Vanuit het zuiden veroveren de Meden het land en in de 7e eeuw voor onze jaartelling nemen de Perzen onder Cyrus de Grote (576-530) het over. De Perzen introduceren hun religie het zoroastrisme, genoemd naar de profeet Zarathoestra, die in de 10e eeuw voor onze jaartelling in Perzië geleefd heeft. Omstreeks 350 voor onze jaartelling verovert Alexander de Grote het gebied op de Perzen. In de 2e eeuw voor onze jaartelling ontwikkelt het land zich tot het autonome ‘Albania’ (behalve de naam heeft het niets gemeen met het bekende Balkan-land). Daarna verovert de Romein Pompeus het land. In de 3e eeuw van onze jaartelling veroveren de Perzische Sassanieden het land. De voortdurende oorlogen tegen het Byzantijnse Rijk putten beide zo uit dat het land een gemakkelijke prooi wordt voor de Arabische stam de Omayaden. Zij voeren de Islam als religie in. In de 11e eeuw vallen de Turkse Ogoezen het land binnen. Turks wordt de lingua franca. Dat verklaart dat het huidige Azerbeidzjaans sterk verwant is aan het Turks. Overigens, in 1991 is het cyrillisch alfabet afgeschaft en vervangen door het Latijnse schrift. Tot aan de 13e eeuw met de inval van de Mongolen is er een ongekende bloei met een rijkdom aan dichtkunst, architectuur en beeldende kunst. De Mongolen verwoesten tijdens hun bloedige veldtochten het land volledig. Na de Mongolen ontbrandt een machtsstrijd tussen twee Turkse stammen, die tot de 16e eeuw duurt tot de Perzische Sawafiden aan de macht komen. Tot de 18e eeuw duurt de tweede Gouden Periode. In de 18e en 19e eeuw zijn het Rusland, Perzië en Turkije die hun invloed willen vergroten. In 1796 wordt de hulp van Rusland ingeroepen tegen de expansiepolitiek van Perzië. De oorlog eindigt in een vredesverdrag. Het noordelijk gedeelte van Azerbeidzjan wordt aan Rusland toegewezen en het zuidelijk gedeelte aan Perzië. Rusland raakt door de revolutie van 1917 zo verzwakt dat Azerbeidzjan samen met Georgië en Armenië een Federatie uitroept. Al na twee maanden valt de Federatie uiteen en roept Azerbeidzjan de onafhankelijkheid uit. Maar al in april 1920 valt het Rode Leger binnen omdat Lenin van mening was dat Rusland niet buiten de olie van Bakoe kon. Ongeveer 20.000 Azerbeidzjanen lieten tijdens deze oorlog het leven. Hitler probeerde in 1941 de oliebronnen van Bakoe te veroveren, maar na een maandenlange strijd tegen het Russische leger delfde het Duitse leger het onderspit. Tussen 1941 en 1945 laten 250.000 Azerbeidzjanen in de strijd het leven.
Azerbeidzjan bleef tot eind jaren tachtig een Sovjetrepubliek. Na de door de Sovjetleider Michael Gorbatsjov geproclameerde ‘glasnost’ versterkte de roep om een onafhankelijke staat. Er ontstonden opstanden en Gorbatsjov riep de noodtoestand uit. Op 19 januari 1990 bestormde het Rode Leger Bakoe. Meer dan 300 burgers kwamen daarbij om het leven. Later in 1990 verwijderde de Hoge Raad van Azerbeidzjan de begrippen ‘Socialistische’ en ‘Sovjet’ uit de officiële naam van het land. In 1991 kiest het volk in een referendum voor onafhankelijkheid.
Maar een oud conflict dient zich aan, dat om Nagorno-Karabach. In dit etnische conflict verliest Azerbeidzjan een vijfde deel van zijn grondgebied aan Armenië. Tja, formeel behoort Nagorno-Karabach tot het grondgebied van Azerbeidzjan, maar vele Armeniërs emigreerden in het begin van de 19e eeuw vanuit Turkije naar Nagorno-Karabach. In 1917 maakten zij een groot deel van de bevolking uit. Stalin besluit in 1921 er een autonoom gebied van te maken, maar wel onder Azerbeidzjaans gezag. Toen de Sovjet-Unie verzwakte wilden de Armeniërs van dat Azerbeidzjaans gezag af. Het door Armeniërs gedomineerde parlement van Nagorno-Karabach stemde in 1988 voor aansluiting bij Armenië. Dit vormde de aanleiding tot bloedige zuiveringen van de Azerbeidzjaanse bevolking door de Armeniërs. In 1988 escaleert het conflict tot een regelrechte oorlog, die tot 1994 duurt en waarbij in totaal meer dan 25.000 mensen om het leven komen.
Meer dan een miljoen Armeniërs en Azerbeidzjanen zijn toen gevlucht. Sinds 1994 wordt er door de partijen onderhandeld over de status van het gebied. In elk geval rekenen de meeste landen van de wereld het gehele gebied tot grondgebied van Azerbeidzjan.
Als vergelding houden Azerbeidzjan en bondgenoot Turkije de grens dicht. Sowieso heeft dit conflict invloed op de aanvraag van het Azerbeidzjaans visum. Als je aangeeft in Nagorno-Karabach te zijn geweest wordt het visum geweigerd. Azerbeidzjaan beschouwt reizen naar Nagorno-Karabach als illegaal!
Tot zover Jack Kroes.
Tja, als je het mij vraagt zit er voor Azerbeidzjan niets anders op dan de situatie – zoals gegroeid vanaf het begin van de 19e eeuw – te accepteren. Formeel heeft Azerbeidzjan wellicht het recht op het grondgebied van Nagorno-Karabach, maar het recht hebben en het recht krijgen zijn twee aparte dingen. Ook nu zijn Rusland, Turkije en Iran machtige buren met machtswellustelingen aan het bewind. Mijns inziens kunnen Azerbeidzjan, Armenië en Georgië beter streven naar een Federatie op economisch gebied. Dit zou ook gunstig kunnen zijn voor het toerisme!
Enige tijd geleden zagen we een vierdelige documentaire van Joanna Lumly. U weet wel, die fabuleuze actrice die de rol speelde als Patsy Stone in de serie Absolutely Fabulous (1992-2004). Maar in de documentaire ‘doet’ zij in vier afleveringen de zijderoute van Venetië tot China. De uitzending door Georgië en Azerbeidzjan is uitgezonden op 2 december 2018.
Ook de Belgische presentator Tom Waes heeft Azerbeidzjan bezocht en de documentaire is uitgezonden op 22 februari 2019. Om deze uitzendingen terug te zien moet u wel een abonnement van €2,95 per maand nemen op NPO Start Plus.
Al wat langer geleden, maar ook Marco Polo (1254-1324) bezocht Azerbeidzjan.
Ok, tot zover de algemene informatie en de geschiedenis van dit bijzondere land.
Maar eerst iets over Bakoe. Bakoe is de hoofdstad van Azerbeidzjan. Het is een wetenschappelijk, cultureel en industrieel centrum in de Kaukasus. De stad heeft de vorm van een amfitheater, is de belangrijkste havenstad aan de Kaspische Zee en is de grootste stad in de Kaukasus-regio. De stad heeft een bevolking van 2.374.000 (2015) inwoners.
Eeuwenlang is Bakoe een van de centrumpunten geweest van de Zijderoute, die Europa en Azië met elkaar verbond. Dit komt doordat Bakoe niet alleen klimatologische en geografische voorwaarden aanbiedt, maar ook een gunstige locatie is in het midden van de Zijderoute.
We rijden met de bus naar de ‘Vlammen Torens’. Kijk eens wat een mooie bus! Nou ja, ’t is een oudje.Vlakbij de Vlammen Torens staat de ‘Turkse Moskee’. Ik meen dat we er geen bezoek aan gebracht hebben.Dit zijn de Vlammen Torens. Vanaf deze locatie zie ik er twee, maar het zijn er drie!
Eén toren is hotel, de tweede een appartementencomplex en de derde een kantorencomplex. De torens zijn respectievelijk 182 meter, 165 meter en 161 meter hoog. Het complex is gebouwd tussen 2007 – 2012.Hm, op de torens zijn 10.000 ledlampjes aangebracht, die ’s nachts flikkeren als een brandende vlam. Ik vrees dat we er niet aan toekomen om dit te bekijken.
Hier vlakbij wappert ook de Azerbeidzjaanse vlag.Dit is de Laan van de Martelaren. Hier zijn 122 graven van mensen die zijn omgekomen tijdens de ‘Zwarte Januari’ ook wel het ‘Januaribloedbad’ genoemd.
In de nacht van 19 op 20 januari 1990 bestormden Russische troepen bestaande uit 26.000 soldaten en honderden gepantserde voertuigen Bakoe vanuit drie richtingen, met als doel een anti-Sovjet-opstand in Bakoe te onderdrukken.
De Russische troepen schoten op de demonstranten. Dat waren ongewapende burgers. Soms verpletterden Sovjettanks auto’s met mensen erin. Zelfs ambulances werden onder vuur genomen met doden tot gevolg.
De beschieting van Bakoe en de burgers duurde nog drie dagen. De noodtoestand, die was uitgeroepen door Michail Gorbatsjov, duurde vier maanden. Volgens officiële bronnen kwamen 137 mensen om het leven (volgens officieuze bronnen 300 tot 800).
In Azerbeidzjan is 20 januari tot een officiële rouwdag uitgeroepen.
Op 27 april 1995 verontschuldigde Michail Gorbatsjov zich in Istanboel voor het uitroepen van de noodtoestand in Bakoe: ‘Het afkondigen van de noodtoestand in Bakoe en het inzetten van het leger was de grootste fout van mijn politieke leven…’
Vanaf dit standpunt zijn alledrie de Vlammen torens te zien.Het is prachtig weer, maar daardoor wel een beetje nevelig. Jeroen vertelt dat het futuristische gebouw een winkelcentrum in aanbouw is.We stappen in de bus en rijden naar het Heydar Aliyev Cultural Center. Dit is weer zo’n futuristisch gebouw dat het nodige gekost moet hebben. Ai, Wiki geeft aan dat het 250 miljoen dollar is geweest. Ok, oliedollars geef je gemakkelijker uit dan ‘verdiende’ dollars. Er zitten drie congreszalen in, een concertzaal, een bibliotheek en een museum.
Jeroen heeft het museum drie weken geleden bezocht (hij ‘doet’ twee reizen na elkaar) en was niet onder de indruk.In een halfuurtje rijden we naar het ten noorden van Bakoe gelegen Yanar Dağ.De intree bedraagt 2 Manat p/p, dat is te doen. Sinds de oudheid brandt deze natuurlijke aardgasbron langs een kalksteenheuvel in Azerbeidzjan. Marco Polo berichtte reeds over dergelijke branden in Azerbeidzjan.
Een bizar gezicht is het wel en als ik vlak voor de vlammen sta, slaat de hitte in mijn gezicht. Tja, met vijf minuten heb je het wel gezien, maar toch erg bijzonder.
We nuttigen hier nog een espresso en een sapje en rekenen 6,90 Manat af. Als dat zo doorgaat houden we aan het eind van de reis (veel) geld over!
We rijden in een halfuurtje naar de Vuurtempel van Bakoe. Onderweg komen we langs de olie-installaties, die de aardolie oppompen. Dat gebeurt hier al sinds 1825 en daarmee is dit één van de eerste velden die wereldwijd geëxploiteerd werden. Het ziet er allemaal wel een beetje verouderd uit.De Vuurtempel van Bakoe oftewel de ‘Atashgah tempel’ (ook geschreven als ‘Surakhani) werd gebouwd in de 17e eeuw – 18e eeuw en heeft een binnenplein met in het midden een altaar met vier zuilen. Er brandde toentertijd eeuwig vuur vanuit natuurlijk uit de aarde opborrelend gas uit zeven bronnen. In 1883 werd het complex verlaten, omdat de moslims de ritus verboden. In 1969 doofde het vuur door naburige ontginning van gas.
In 1975 is er een museum ingericht dat 15.000 bezoekers per jaar trekt. Het vuur werd opnieuw ontstoken, maar nu met gas door een pijplijn uit Bakoe. In 1998 werd Atashgah genomineerd als werelderfgoed.
Hier is de ingang en we ‘tikken’ 4 Manat p/p af. Trouwens dat ‘tikken’ doen we in de bus aan Jeroen, die met de ‘poet’ alle tickets tegelijk koopt. Prima systeem, want als je met je gepinde (grote) geld allemaal in de rij gaat staan duurt het eens zo lang en waarschijnlijk halverwege de rij is het ticket-office door zijn kleine geld heen.Ik hoop dat de plattegrond leesbaar is.Dit is de eigenlijke vuurtempel.Rondom is in/tegen de muren van het complex een museum ingericht. Niet overal staan bordjes, dus is het soms raden naar de betekenis van het tentoongestelde.
Dit wandkleed en de twee informatiepanelen gaat over het zoroastrisme.
‘Ik’ heb hier in een eerder reisverslag al over geschreven. Ik zoek het even op en kopieer de tekst.
Tekst: Jaqueline M.A. Röring.
De religie dankt haar naam aan de profeet Zoroaster. Dit is de Griekse variant van zijn oorspronkelijke naam Zarathushtra. Hij zou ergens tussen 1000 en 600 voor onze jaartelling in het noordoosten van Iran geleefd hebben.
Zarathushtra was een herder die na een persoonlijke crisis een zwervend bestaan leidde, totdat hij een visioen kreeg van de oppergod Auramazda. De leer van Zarathushtra, samengevat in het heilige boek de Avesta, gaat uit van het principe van goed en kwaad. De mens zit gevangen tussen aan de ene kant Auramazda (Verlichtende Wijsheid), de god van het goede, en aan de andere kant Ahriman (Destructieve Geest), de god van het kwaad. De mens moet de goede kant kiezen door drie beginselen aan te houden in het leven: Humata (goede gedachten), Hukata (goede woorden) en Huvarashta (goede daden). Zoroastrisme wijkt daarmee niet af van de traditie van de Indo-Europese godsdiensten. Het Zoroastrisme is door de eeuwen heen ook van invloed geweest op het boeddhisme, het jodendom, het christendom en de islam.
Het ontstond, zoals gezegd, in het midden van het tweede millennium voor onze jaartelling en is daarmee één van de oudste wereldgodsdiensten. De Meden, één van de volksstammen in Iran, verklaarden omstreeks 850 voor onze jaartelling het zoroastrisme tot staatsgodsdienst. Toen in de 6e eeuw voor onze jaartelling Medië opgenomen werd in het grote Perzische rijk van Cyrus de Grote werd het zoroastrisme daar tot staatsgodsdienst uitgeroepen. In drie Perzische rijken is het zoroastrisme de staatsgodsdienst geweest: het Achaemenidische rijk (550 – 330 voor onze jaartelling, het Parthische rijk (247 voor onze jaartelling – 224 van onze jaartelling) en het Sasanidische rijk (224 – 650 van onze jaartelling). Eén van de bekendste aanhangers van het geloof was Darius de Grote, de koning van de Achaemeniden. Op het beroemde rotsreliëf van Bisotun heeft hij zich monumentaal laten afbeelden met de Faravahar, hét symbool van het zoroastrisme.
Na de Arabische verovering van Perzië, rond 650 van onze jaartelling, ging het met het zoroastrisme als staatsgodsdienst bergafwaarts, maar de religie hield niet op te bestaan.
In de 9e en 10e eeuw van onze jaartelling werden de aanhangers zo zwaar onderdrukt door Arabische moslims dat een groot aantal van hen op de vlucht sloeg naar de provincie Sindh in Pakistan en naar Gujarat, een deelstaat in het westen van India. Laatstgenoemden worden daar ook wel Parsi (Perzen) genoemd. Een bekende afstammeling van de Parsi is Freddie Mercury (1946 – 1991), geboren als Farrokh Bulsara, voormalig leadzanger van de Engelse rockgroep Queen. Zijn voorouders waren oorspronkelijk Parsi en hij bracht zijn jeugd dan ook door in India. Tegenwoordig wordt de godsdienst nog steeds beleden. Wereldwijd zijn er ongeveer 125.000 zoroastristen, voornamelijk in India (60.000) en Iran (20.000).
Aanhangers van het zoroastrisme komen samen in zogeheten vuurtempels om te bidden, ter gelegenheid van feesten en vieringen. In deze tempels brandt altijd een vuur in een zilveren wierookvat. Zoroastristen aanbidden niet zo zeer het vuur op zich. Belangrijker is het licht en de warmte van het vuur als een pad naar het eeuwige licht van Auramazda. Priesters zijn de enige personen die bij dit vuur mogen komen. Zij preken niet, maar zorgen dat het vuur blijft branden als een symbool van verlichting. Vaak worden offers gebracht in de vorm van wierook en mirre. Dode lichamen worden in het zoroastrisme gezien als onrein en mogen dus niet begraven worden, omdat anders de aarde bezoedeld zou worden. De oplossing voor dit probleem is gevonden in luchtbegravingen. Daarbij worden de doden op speciale plekken (vaak boven op een berg) achtergelaten voor de roofvogels. Voor dergelijke luchtbegraafplaatsen werden speciale bouwwerken aangelegd, de dakhma’s (Torens der Stilte). De praktijk van luchtbegravingen in dakhma’s is tegenwoordig in Iran verboden.
Overigens, Auramazda wordt altijd afgebeeld als een soort adelaarsgod (Faravahar).
Het symbool kent een aantal onderdelen met ieder een eigen betekenis. Centraal een oude man, die staat voor wijsheid. Zijn rechterhand wijst vooruit, wat betekent dat er maar één weg in het leven is: vooruit. In zijn linkerhand houdt hij een ring vast, die loyaliteit en trouw uitdrukt. Zijn beide vleugels bestaan uit drie geledingen, die staan voor goede gedachten, goede woorden en goede daden. De ring tussen beide vleugels stelt het universum voor: zonder begin en zonder eind. De veren van de staart bestaan uit drie geledingen: slechte gedachten, slechte woorden en slechte daden. De beide ‘krullen’ staan voor positieve en negatieve krachten. Ook al is de Faravahar eigenlijk een religieus symbool van het zoroastrisme, in Iran geldt het ook vandaag de dag als een soort nationaal symbool voor goed en kwaad.
Nog een afscheidsfoto van de vuurtempel.
We rijden een klein stukje en strijken binnen neer in restaurant Halal Süfrə. Dat heeft Jeroen ook goed geregeld. Als we met 22 personen een restaurant binnen stuiven gaat het allemaal erg lang duren. Dat werkt dus niet. Hier weten ze dat we komen en zijn ze voorbereid. Voor de prijs hoeven we het niet te laten, we betalen 10 Manat p/p en dat is inclusief het water en de frisdranken die op tafel staan. We lopen langs het buffet en ik schep een beschaafd bordje vol. Bijhalen kan tenslotte altijd nog.Om twee uur stappen we weer in de bus en rijden naar het Tapijtmuseum. Het kan niet missen, het gebouw heeft de vorm van een opgerold tapijt. Azerbeidzjan kent van oudsher een bloeiende tapijtindustrie. De collectie omvat 10.000 tapijten. Voor een bezoek aan dit museum moeten we een keer terugkomen, want wij gaan weer verder.Van hieraf is de ‘Caspian Waterfront Mall’ te zien. Echt een futuristisch gebouw.
Zo te horen is het winkelcentrum nog in aanbouw.We rijden naar de ‘Oude Stad’ en nemen verder de benenwagen.Onderweg zagen we op enig moment de ‘Crystal Hall’, speciaal gebouwd voor het Eurovisie Songfestival dat Azerbeidzjan in 2012 mocht organiseren. Het is een gigantisch glazen gebouw dat aan 52.000 mensen een plaats biedt. Helaas komen we er verder niet in de buurt, dus een fotootje van internet. Ideetje voor Rotterdam dat het Songfestival in 2020 mag organiseren? Trouwens, het is eigenlijk het Europese Radio-unie Songfestival. Vandaar dat bijvoorbeeld Rusland dit jaar heeft meegedaan. Ook Armenië en Georgië (en Azerbeidzjan) hebben dit jaar meegedaan.Verder heeft Bakoe de ambitie om ooit de Olympische Spelen te organiseren. Daartoe is er al een Olympisch stadion gebouwd dat plaats biedt aan bijna 70.000 bezoekers.
Eigenlijk zit het iets anders, het Olympisch stadion is gebouwd voor de Europese Spelen waarvan de eerste editie in 2015 in Bakoe werd gehouden. Ik heb er niets van meegekregen, maar zo te lezen is het een uitgeklede vorm van de Olympische Spelen.
In 2019 zouden de Europese Spelen in Nederland worden gehouden, maar de overheid stelde de benodigde financiën niet ter beschikking. De spelen worden nu van 21 – 30 juni in Wit-Rusland gehouden. Voor mij is nieuw dat Wit-Rusland blijkbaar in Europa ligt.
In 2020 wordt het Olympisch stadion gebruikt voor een aantal voetbalwedstrijden in het kader van het Europees kampioenschap. Ik meen niet dat we in de buurt van het Olympisch stadion zijn geweest. Sowieso ben ik geen voetbalfan.
Wat we ook zien zijn nog wat restanten van de pitstraat van de Formule 1 die hier op zondag 28 april verreden is. Valtteri Bottas (Mercedes) heeft gewonnen en ‘onze’ Max Verstappen is vierde geworden. Tja, kunnen ze die jongen nu eens een betere auto geven?
Dit is het ‘wapen van Bakoe’.De oude stad is omgeven door een stadsmuur, zo te lezen gebouwd in de 12e eeuw.
Zo te zien is er behoorlijk gerestaureerd.Een handwijzer, er valt hier veel te zien.Er staat hier een buste van de dichter ‘Vahid’.De straatjes zijn smal en autovrij. Een toerist, dat zie je aan de korte broek.We gaan een bezoek brengen aan het paleis van de Shirvanshahs. Het paleis dateert uit de 15e eeuw.Wij betalen 8 Manat p/p, locals krijgen korting.Ok, het is een behoorlijk groot complex en er valt veel te zien. Ik laat de teksten en de foto’s voor zichzelf spreken. Helaas zijn niet alle foto’s even goed gelukt, voor betere houd ik mij aanbevolen.Als we het complex verlaten, lopen we langs deze toegangspoort. Helaas, over zo’n koptelefoon beschik ik niet.In plaats van een dakkapel kun je ook zo’n uitbouw plaatsen.Tegen halfvijf bereiken we de Maagdentoren. De datering is niet bekend, hij is gebouwd ergens tussen de 7e en de 12e eeuw. We mogen hem beklimmen (kost een paar Manat), maar dat laat ik maar achterwege.Uiteraard zijn de souvenirverkopers met hun waren aanwezig. Wij zijn aan het opruimen, dus kopen we niets.Wel nuttigen we espresso/thee, tenslotte hebben we tijd tot tien voor vijf.We stappen in de bus en twintig minuten later bereiken we ons hotel. We zouden met Jeroen (en een deel van de groep) uit eten kunnen gaan, maar wij kiezen voor iets eenvoudigs. We lopen richting station – daar zijn veel restaurants, weet Jeroen – maar het zijn allemaal shoarmagelegenheden. In een supermarkt scoren we twee broodjes gezond en yoghurt. Op de kamer nuttigen we dat met een beker thee. De TV krijgen we niet aan de praat, maar we laten het erbij. We hebben vandaag veel gezien en dat eist zijn tol.
Overigens, aan de luxe auto’s (Lexus, Range Rover, enz.) was vandaag wel te zien dat in Bakoe het geld wordt verdiend. Voor de aardigheid de GPS-track van vandaag (gereden en gelopen).