Azerbeidzjan, Georgië en Armenië (mei/juni 2019)

Donderdag 13 juni
Tbilisi, excursie David Gareja
Om kwart over zeven gaat de wekker en om acht uur zitten we aan het ontbijt.
Trouwens, vannacht heeft het hevig geregend en geonweerd, toch wordt er vandaag weer meer dan 30 graden in de plus verwacht.
Vandaag een dag om vrij te besteden. Een aantal groepsleden gaan Tbilisi in om inkopen te doen en rond te kijken. Jeroen heeft een minibus geregeld om het bijzondere kloostercomplex David Gareja te bezoeken.
Even na negenen rijden we weg en nemen de weg richting vliegveld. Deze weg nemen we morgen ook. Om kwart voor tien kopen we bij de Smart onze lunch.
Eerst rijden we over prima asfalt, helaas staan we wel in de file als we Tbilisi uitrijden.
Hier zijn we al een eind op weg. Veel olie zit er niet in Georgië, maar alle beetjes helpen.Iets voorbij het dorp Sagaredzjo zijn we op de S5 rechtsaf geslagen en we bevinden ons nu op de S127. Deze weg is in vrij slechte staat. Zo te zien staan er druivenstokken en de koeien grazen gewoon langs de weg.Hier is het een stuk droger, de landbouw is kleinschalig.Ook hier grazen de koeien langs de weg.Hoor ik het goed van onze lokale gids dat hier een groot landbouwgebied is aangelegd en dat hier tienduizenden amandelbomen zijn geplant?Oh wacht, ze zijn nog bezig. Het probleem is water, maar op de achtergrond liggen stapels drainagebuizen. Als de grond op zich vruchtbaar is en je water aanvoert kun je zelfs de woestijn tot bloei brengen. Ga maar eens kijken in Israël.Kijk, hier zijn ze onlangs bezig geweest.We rijden langs het Kapatadze en het Sakhare-meer. Helaas bevatten deze meren brak water.In elk geval is er ruimte genoeg.Het begint bergachtig te worden en de weg is hier in zeer slechte staat.De grens met Azerbeidzjan is niet ver. Er staat een auto van de grenspolitie/leger om de boel te bewaken. Links is een restant van een klooster te zien. Dat is verboden gebied voor ons.In de verte staan veel auto’s geparkeerd. Is er een demonstratie?Iets verder worden we tegenhouden door politie. Ik begrijp van de lokale gids dat er op deze weg zo meteen een snelheidswedstrijd wordt gehouden met bereden paarden.
Onze bus mag niet verder, wij mogen langs de weg door het terrein naar David Gareja lopen. Volgens de lokale gids is het een meter of vijfhonderd. Het is wel warm en er is geen sprankje schaduw, maar het is te doen. We nemen onze lunchpakketten en water mee.
Nou, zo te zien maken ze er wel een feest van. Ruik ik iets van een barbecue?Daar is die brandweerwagen natuurlijk voor, want als deze steppe in de fik gaat, ben je niet blij.Rechts van dat restant klooster staan mannen op linie. De zaak wordt goed onder controle gehouden.Kijk aan, dit lijkt wel een demonstratie. We lopen voor onze eigen veiligheid een heel eind het terrein in. Volgens mij wordt er helemaal geen snelheidswedstrijd gehouden, dit is een Georgische provocatie richting Azerbeidzjan. Het lijkt me net zoiets als die Oranjemarsen in Noord-Ierland.De rust is weergekeerd en we lopen verder over de gravelweg. Die vijfhonderd meter van de lokale gids klopt van geen kanten, we zijn nu al een kilometer of twee verder. Bovendien is het erg warm.Sowieso is de natuur mooi, maar het woestijnachtige moet je liggen. Zou dat ook zo’n zoutwatermeer zijn?We zijn er bijna. Is het dat gebouw daar beneden of moeten we nog een eindje stijgen?Nou, dat lager gelegen gebouw bevat de toiletten, we moeten nog iets stijgen. Even na enen zijn we er. Water was voor de monniken een probleem. Dat is er niet. De monniken hebben geulen en waterreservoirs uitgehakt in de rots. Zo overleefden ze hier.Sowieso is dit een bijzonder complex, hierna enige informatie uit de gids van Karel Onwijn.
Een bezienswaardigheid die in Kachetië ligt, maar meestal als dagtrip vanuit Tbilisi wordt bezocht, is het afgelegen kloostercomplex van David Gareja. Het ligt in het zuidwesten van Kachetië aan de grens met Azerbeidzjan: een uitgestrekt, heuvelachtig en hier en daar zelfs woestijnachtig gebied dat zeer dunbevolkt is. Er zijn hier in totaal wel 15 kloosters, waarvan de nog actieve kloosters na de Sovjetbezetting van 1921 zijn gesloten. Het gebied was in de Sovjettijd decennialang een schietterrein van het Rode Leger en de kloosters dienden als doel voor schietoefeningen. Na de onafhankelijkheid is het gebied weer vrijgegeven voor publiek. Indien mogelijk wordt geprobeerd de zwaar beschadigde kloosters te herstellen. Eén klooster, het Lavra-klooster, is opnieuw door monniken in gebruik genomen en vormt samen met het Oedabno-klooster de belangrijkste bezienswaardigheid in dit gebied. Overigens kost het al snel 40 minuten om over de steile weg naar het Oedabno-klooster te lopen, maar deze inspanning wordt beloond met een fantastisch uitzicht over het als een verlaten woestijn aandoende landschap dat deels in Azerbeidzjan ligt.
Helaas, het is in verband met de gespannen verhouding tussen Georgië en Azerbeidzjan verboden om deze wandeling te maken. Sowieso is het daar momenteel veel te warm voor. Wij zullen het moeten doen met dit gedeelte.
Van de tekst boven de toegangspoort kan ik geen ‘chocola’ maken.De foto’s laat ik voor zichzelf spreken. Overigens, er is een mis aan de gang. Of is dit een actie geregeld door de plaatselijke VVV?Zouden de monniken tijd hebben gehad om van het uitzicht te genieten?Gelukkig, ons busje mocht doorrijden na de demonstratie, dus na de lunch te hebben genuttigd kunnen we hier om kwart voor twee instappen.
De politie is nog stand-by.Maar als ik deze jongelui zie lopen denk ik meer aan een uitstapje.Ok, we rijden dezelfde weg weer terug. Eerst een stuk over de slechte gravelweg, langs de plantages en dan bereiken we de bewoonde wereld.Om halfvijf zijn we bij ons hotel. Douchen, omkleden en om zes uur lopen we met de groep mee voor het afscheidsdiner.
We nemen plaats op het dakterras van het Metis-restaurant.Wat schaft de pot?We gaan voor een home made-limonade en een biertje. Verder een Georgische salade met noten en voor mij Chakhokhbili kip. Alles komt tegelijk, het lijkt Griekenland wel.
Mij maakt het niets uit. Toevallig zitten we aan een aanpalend apart tafeltje, het restaurant had voor twee personen te weinig gedekt. Bert houdt een toespraak (prima Bert!) en daarna is het de beurt aan Jeroen.
Persoonlijk vond ik dit een prima groep, dat hebben we weleens anders meegemaakt.
Eén of meer ‘zeurpieten’ ertussen zien kans om de sfeer te verpesten. En verder was altijd iedereen (nagenoeg) op tijd in de bus.
We besluiten met Tiramisu (Orchideetje) en ik met chocolate fondant with vanilla ice cream. Jeroen trakteert op wodka, voor mij zijn dat er dus twee.
We rekenen voor ons tweetjes 67 Lari af, maar daar komt nog 10% bij. Onze laatste handvol munten in Lari’s geven we als fooi. Om negen uur zijn we in ons hotel.
Meteen kruipen we erin, morgen vroeg dag.
Als laatste de GPS-track.