Azerbeidzjan, Georgië en Armenië (mei/juni 2019)

Dinsdag 4 juni
Akhaltsikhe – Vardzia
Om kwart over zeven gaat de wekker. We zijn vlot en nog voor achten kopen we de lunch bij de ‘Smart’. Om acht uur nuttigen we het ontbijt. Dat is hier tamelijk karig, maar voor ons voldoende. We checken uit en de koffers gaan in de bus. Om halftien vertrekken we te voet naar het kasteel van Akhaltsikhe. Het is een minuut of twintig stijgen over asfalt en een aantal trappen. Kijk, daar zijn de muren al zichtbaar.Dit is de ingang, dat kan niet missen.De intree is 6 Lari p/p en voor dat geld loopt er ook een gids met ons mee. De rondleiding gaat zo’n veertig minuten duren.
Een informatief bord staat er ook. Het kasteel dateert uit de 9e eeuw, maar in de eeuwen daarna is er nog flink aan gewerkt.We zijn de eersten – dat heeft Jeroen goed geregeld – en er is nog geen hond. Ok, eentje dan.Ai, ik schrik ervan, dit is een enorm complex!Nog een informatief bord.Ga zo’n toren met je pijl en boog maar eens bestormen! Dan ben je wel dapper.  De sinaasappelkraam is nog niet bemenst.Idem de controle.Het houtsnijwerk is verbluffend. Is de koffieshop al bemenst?Aan de gevel hangt een bord ‘hotel’. Is hier een hotel gevestigd?De verdere foto’s laat ik voor zichzelf spreken. Sowieso is het een indrukwekkend fort én we hebben er ook nog prachtig weer bij (in Nederland is het regen en onweer!).
Het is trouwens wel behoorlijk stijgen en dalen in het kasteel.Om kwart voor elf zit de rondleiding erop en is er nog tijd voor een espresso/thee.
Om kwart over elf zijn we bij de bus en rijden we weg.
Ik zie dat de diesel hier duurder is dan de benzine. Van beide hebben ze een premium en een regular soort.Het landschap is gevarieerd. Rechts (ten zuiden) van ons bevinden zich maar weinig dorpen, daarna is er een min of meer onbewoonde streek en dan heet het Turkije.We volgen de rivier de Koera over de E691 nog maar een stukje.Deze streek staat bekend om zijn terrasbouw. Vele, vele eeuwen geleden zijn ze al begonnen met het construeren van deze muren. Het ziet er simpel uit zo’n muur, maar uit ervaring weet ik dat het erg lastig is om zo’n ding te bouwen.En uiteraard de Koera weer.Om kwart over twaalf bereiken we onze idyllische lunchplek nabij het dorp Khertvisi. Restaurants zijn er hier niet en als ze er zijn, hebben ze niet de capaciteit voor een bus. Tja, we moeten wel via deze houtje-touwtje hangbrug de Koera oversteken. Ai, het ding slingert onbedaarlijk.Dit is natuurlijk een strategische locatie, vandaar kasteel Khertvisi. We gaan het niet bezoeken.Deze foto is genomen vanaf mijn lunchplek. ’t Is ook wel een mooie locatie voor een tweede huis.Bloemen staan er overal. Hoe zou het er hier uitzien in het najaar? Of tijdens de winter?Even na enen rijden we weer en meteen slaan we rechtsaf een secundaire weg in.
Toch volgen we nog steeds de Koera.Tegen halftwee zie ik de grotwoningen van Vardzia rechts van mij liggen.Met de telelens komen de grotwoningen dichterbij.De intree bedraagt 10 Lari p/p en daar zit ook nog een enkeltje bij voor de minibus die ons een stuk omhoog rijdt. Overigens, wij reizen met een – min of meer – comfortabele bus, mooier natuurlijk is dit land doorreizen met een motor. De voorste motor is een Suzuki V-Strom, de achterste kan ik niet goed zien.Dit is een BMW, een Roadster denk ik.Een informatiepaneel staat er ook.Maar Tamar verstrekt ook informatie. Maar… schrijf je nu ‘Tamar’ of Thamar’? Beide schrijfwijzen vind ik.Ten overvloede een stukje tekst uit de gids van Karel Onwijn:
De in een rotshelling uitgehouwen grottenstad Vardzia zie je al van enige afstand liggen.
Je kunt er alleen te voet komen. Vardzia is in de 12e eeuw door koning Georgi III als fort gebouwd. Zijn legendarische dochter koningin Tamar heeft er een klooster van gemaakt.
In hoogtijdagen woonden en werkten hier zo’n 2000 monniken. Vardzia groeide zo uit tot het belangrijkste religieuze centrum van Zuidwest-Georgië. Een reeks aardbevingen en een aanval door buitenlandse troepen hebben halverwege de 16e eeuw een einde gemaakt aan de bloei van dit klooster. Tijdens de Sovjet-periode was het zelfs decennialang verboden gebied. Inmiddels is het complex weer teruggegeven aan de kerk en is het weer toegankelijk voor publiek. Het is onder Georgiërs een bijzonder populaire bestemming, vooral omdat de naam van de geliefde koningin Tamar eraan is verbonden. Je vindt haar afbeelding op een van de fresco’s in de goed onderhouden Maria-Hemelvaart-grotkerk. Deze is nog tijdens haar leven geschilderd. Het grottencomplex bestaat uit verschillende verdiepingen die met elkaar zijn verbonden via trappen en onderaardse gangen. Er zijn nog altijd zo’n 600 grotruimtes intact, die vooral dienst hebben gedaan als woning. Je kunt er heerlijk rondstruinen, al moet je wel uitkijken dat je nergens in- of afvalt, aangezien er maar weinig aan veiligheidsvoorzieningen is gedaan.
Aan de laatste opmerking is zeker wat gedaan, nergens vond ik de situatie onveilig. Inderdaad liggen de grotwoningen verspreid over verschillende verdiepingen, dus soms is het behoorlijk stijgen en dalen. Goed schoeisel is een aanrader.
De foto’s laat ik voor zichzelf spreken.Na zo’n uurtje hebben we het gezien. De halve groep gaat met Tamar door een tunnel terug en de andere helft loopt met Jeroen dezelfde weg terug. In zo’n tunnel heb ik geen zin, vaak zijn ze aan de lage kant en daar pas ik niet in. We lopen dus met Jeroen terug. Halverwege kun je overstappen (wel extra betalen) op de minibus, maar Orchideetje en ik lopen helemaal terug, zo ver is het niet en het is alleen maar dalen.
Sowieso een indrukwekkende ervaring.
Om drie uur zitten we weer in de bus en rijden in vijf minuutjes naar hotel Valodia’s Guesthouse.
Kijk, dit is de achterkant.Trouwens, het trekt dicht, maar we hebben nog met prachtig weer de grotwoningen kunnen zien. De bus gaat terug naar Tbilisi, dus van de chauffeur nemen we afscheid.
De kamers zijn nog niet gereed, de gasten voor ons (zij hadden daar een archeologische conferentie) zijn te laat vertrokken. Intussen krijgen we een drankje, dus de tijd komen we wel door.
De (moes)tuin ligt er ook prima bij, inmiddels is het gaan regenen en onweren en niet zo weinig ook.Om twintig over vier zijn de kamers gereed. Ik ga douchen en trek andere kleding aan.
Mijn kleding van vandaag is gewassen en hang ik te drogen. Ik tel dat we nog 450 Lari’s over hebben. Morgen gaan we naar Armenië en daar is het wettig betaalmiddel de ’Dram’ (voor één euro krijg je ruim 500 Dram’s). Zullen we de Lari’s wisselen bij de grens, dan hebben we vast wat Dram’s? Aan het einde van de reis komen we weer terug in Georgië, dus dan hebben we weer Lari’s nodig. Ok, we zien het wel.
Dit hotel staat in de middle of knowhere, vandaar dat het diner is inbegrepen in de reis. Tegen zevenen lopen we naar de eetzaal, daar is nog niemand. Het blijkt dat het diner om halfacht is. Ok, wisten we niet, nog even wachten dus.We starten met salade, brood, wijn en water.Overigens, we zitten hier met zijn allen in een klein zaaltje. Er is één raam, de rest is steen. De herrie doet zeer aan mijn oren en ik zet mijn gehoorapparaat uit. Dan hoor ik wel niets, maar we zijn hier om te eten.
De tweede gang bestaat uit (bruine?) bonen, aubergine en ook weer brood. En wijn natuurlijk, die smaakt mij best.Ai, dan komt er ook nog forel door. Het visje ziet er een beetje tragisch uit (eet een vegetariër overigens vis?), maar deze forel smaakt mij voortreffelijk. Zouden ze uit de Koera komen?Er is nog thee en om half tien lopen we naar de kamer.
Als laatste de GPS-track.