Azerbeidzjan, Georgië en Armenië (mei/juni 2019)

Woensdag 12 juni 2019
Alaverdi – Hagpat – Tbilisi
De wekker gaat om kwart over zeven. We pakken in en om acht uur genieten we het ontbijt. Dat is best wel een goed ontbijtbuffet. Er lopen teveel obers rond, dus foto’s maken – soms mag dat niet – lukt niet.
Om half negen gaan onze koffers in de bus en tegen negenen rijden we weg. Het is opnieuw prachtig weer.
Klooster Hagpat ligt op een steenworp afstand, dus na vijf minuutjes mogen we weer uitstappen. Uiteraard zijn ook hier weer souvenirverkopers actief.Hagpat staat op de lijst van UNESCO.Eerst de informatie die ik hier zie. Het informatiebord heeft betere tijden gekend. Daar moet UNESCO maar eens wat aan doen.Verder vind ik onderstaande informatie.
Klooster Hagpat stamt uit 976 en is gesticht door Khosravanush (een vrouw van de koning Ashot III). De hoofdkerk is de Heilig Kruis-kerk, gebouwd in de 9e eeuw. De aangebouwde gavit stamt uit de 12e eeuw. Verder vind je op het kloosterterrein onder meer de 13e eeuwse Moeder Gods-kerk en een 13e eeuws bibliotheekgebouw. Er hangt een serene sfeer; helaas komen er wel veel toeristen.
Overigens, wij zijn – op dit vroege uur – de enigen.
De foto’s laat ik voor zichzelf spreken. Interessant feit, Italiaanse specialisten zijn bezig met het restaureren van de fresco’s.Om kwart voor tien neem ik afscheid van de souvenirverkopers en daarmee van Hagpat.Op naar de grens met Georgië, dat is nog zo’n uurtje rijden. We tellen onze Dram’s.
We hebben nog bijna de helft (dus 24.000) van de gepinde Dram’s over. Eens kijken of we die bij de grens kunnen wisselen voor Lari’s.
Ze zijn hier druk met de weg bezig.Tegen elven bereiken we de grens van Armenië. Er staat een bus voor ons, maar misschien valt de wachttijd mee. Ik stap over een hekje langs een elektrisch apparaat.
Ik denk niet dat het een veiligheidspoortje is, maar je weet maar nooit. Ik krijg vlot een stempel en dan mogen we weer in de bus plaatsnemen. We rijden door ‘niemandsland’ en komen bij de Georgische grens. Opnieuw wordt mijn paspoort bestudeerd (je zult zo’n baan hebben!), mijn koffer gaat door de scan en ik mocht langs het veiligheidspoortje lopen. Gefouilleerd word ik niet. Zo zie je maar dat het gewoon flauwekul is. We kunnen onze Dram’s wisselen voor Lari’s, of dat helemaal eerlijk gaat kan ik zo gauw niet nagaan. Sowieso krijgen we geen reçu. Ach, ik kan er niet mee zitten.
Om twintig over elf zijn we erdoor. Nou, vlot toch! Waar is de Georgische bus?
Ok, na twintig minuten komt hij aanrijden mét een lokale gids.
De lokale gids vertelt van alles en nog wat, maar helaas, hij heeft een diepe basstem en spreekt véél te snel. Microfoontraining heeft hij duidelijk niet gehad. Intussen zijn we al een heel stuk verder. Het landschap is zo goed als vlak, daar moet ik weer aan wennen.
Wat is de reden van dat prikkeldraad (concertina’s in jargon)? En verderop dat degelijke hekwerk?Bij de Spar in Marneuli doen we inkopen. Het is inmiddels kwart over twaalf.We passeren dit monument uit het Sovjet-tijdperk dat herinnert aan WO-II.
Ze zijn het monument aan het restaureren.Het terrein is vlak en ziet er dor en droog uit. Akkerbouw is hier niet mogelijk.Treinen kun je hier ook.Hier ziet het er al wat beter uit. We naderen het dorp Kumisi.Tbilisi zit eraan te komen.En dit is de Koera, maar ook Tbilisi kennen we uiteraard.We steken de Koera over en rijden Tbilisi in op weg naar ons hotel. Dat hotel kennen we ook al, het is hetzelfde hotel van eertijds.Om één uur staan we voor het Bridge Boutique Hotel.
We krijgen de sleutel van kamer 304, we zitten op een lagere verdieping dan de vorige keer. We zetten de koffers neer, lopen het hotel uit, steken de Koera over en lopen de stad in. Oh ja, vanmiddag zijn we vrij (in beweging).Ai, het is eigenlijk veel te heet om de stad in te gaan. We maken rechtsomkeert en lopen naar de Spar. Daar kopen we water, broodjes en nog zowat. Op de kamer nuttigen we de broodjes en bereiden er thee bij. We nemen het ons gemak ervan. Ondertussen lezen we onze mails, nemen een douche en tegen zevenen lopen we met de groep naar ‘In The Shadow Of Metekhi’ waar de show plaatsvindt. Het is iets voorbij het Rike Park, dus aan ‘onze’ kant van de Koera.
Het betreft Nationale dansen en zang, ook is een diner inbegrepen. De kosten bedragen 50 Lari p/p.
Het restaurant zit helemaal vol. Ook achter mij en links van mij zitten mensen.Het is puur toeval, maar ik zit recht voor het podium.De wijn komt door, deze is inbegrepen en zeker niet slecht.De salade komt door, die hebben we eerder deze reis wel beter gehad. Ik maak er maar geen foto van. Dan komt de kaaspizza door. Deze smaakt naar kaas, wel typisch. Tja. Daarna één stukje kip van de spies. Prima te eten, maar veel is het niet. Gelukkig is er verderop aan tafel kip over, dat mag ik hebben. Bedankt! Ik zie dat er aan andere tafels een veel uitgebreider menu wordt geserveerd. Hebben zij meer betaald? Aan sommige tafels is het zoveel dat schalen onaangetast retour keuken gaan.
Ok, het gaat beginnen. Drie mannen brengen een lied ten gehore en doen dat erg goed.Daarna zijn de dansers aan de beurt. In verschillende samenstellingen en telkens in een andere outfit doen zij hun ding. Het doet me een beetje denken aan de ‘Dinner Show’ in Studio 21 op het Media Park van Frank Wentink. Daar zijn wij een aantal malen geweest, maar dat is al meer dan vijftien jaar geleden. Voor zover ik weet bestaat deze show niet meer.Ok, de zangers zijn weer aan de beurt en als laatste is er een kort optreden van een zangeres. De beentjes (van een aantal groepsleden) gaan van de vloer.
Oh, we krijgen nog thee, het kan gewoon niet op. De andere tafels krijgen er nog gebak bij, voor ons zit dat er niet in. Kijk, veel schalen gebak gaan onaangeroerd terug naar de keuken. Wat zouden ze daarmee doen?
Om halfelf zit het erop. We gaan op ons hotel aan. Nog een foto van het Rike Park. Ok, het eten viel me een beetje tegen, maar de show was niet verkeerd. Tandjes poetsen en we kruipen erin.
Ai, ik ben vandaag vergeten om mijn GPS aan te zetten. Helaas geen GPS-track.