Zaterdag 10 mei 2008
Noto – Cava d’Ispica
We staan om kwart over acht op en zitten even later aan het ontbijt. Er is ook een Belg in het ontbijtzaaltje. We raken in gesprek en het blijkt dat hij een fiets heeft gehuurd op het vliegveld. Al fietsend, maar soms ook stukken met de trein doet hij Sicilië. Zo kan het natuurlijk ook. De afgelopen dagen hebben we een enkele keer ‘wereldfietsers’ gezien. Daarmee bedoel ik fietsers die een complete kampeeruitrusting bij zich hebben. Ze zijn te herkennen aan de fietstassen aan de bagagedrager en bovendien fietstassen aan een drager op het voorwiel. Dat is natuurlijk de ultieme uitdaging! Enigszins gevaarlijk is het wel, er zijn hier nergens fietspaden en door de automobilisten wordt vlot doorgereden.
We nemen dezelfde weg als gisteren en tegen elven zijn we bijna in Noto. We draaien op goed geluk de 115 af en tot onze stomme verbazing zien we na een kilometertje een parkeerplaats. Het is nog gratis ook. Tja, waar zijn we en waar is het centrum? We vragen het maar even en we worden met enige aandrang verwezen naar de bushalte op de parkeerplaats. Ik vind het maar vreemd, maar onze informante is stellig. We gaan er maar staan en twee minuten later komt er een busje aanrijden. We stappen in, maar als we de portemonnee trekken, wordt ons gezegd dat het vervoer gratis is. Soms kan ik dingen niet goed volgen. We rijden een stukje terug, gaan dan linksaf en even later weer linksaf. Feitelijk rijden we nu ter hoogte van de parkeerplaats. Er zit nog een echtpaar in de bus met tiener-kinderen. Ze spreken, nee het is geen Arabisch, het is Hebreeuws. Dit moeten Israëliërs zijn. We vragen het brutaalweg en inderdaad, het klopt. De roodharige vrouw is verbaasd dat wij de taal herkenden en spontaan beginnen we in het Engels een gesprek. Dat wordt een kort gesprek, want we zijn er al. We hebben hooguit tien minuten in het busje gezeten. We stappen uit, we zijn wel in het centrum, maar ik kan onze locatie niet terug vinden op het kaartje in de Capitool-gids. We vragen het maar even aan wat gepensioneerde Sicilianen gezeten op een bankje. Volgens mij zitten ze hier de hele dag de toeristen te observeren en te becommentariëren. Dat is veel werk, want het stikt hier van de toeristen. Ook zijn er veel schoolklassen begeleid door moeders en voorzien van rode, blauwe, gele, witte, enz. petjes. Zo worden ze uit elkaar en bij elkaar gehouden. Goed, we moeten gewoon een stukje doorlopen en inderdaad, rechts zien we de San Carlo. Deze kerk heeft een licht bollende, uit drie geledingen (Dorisch, Ionisch en Korintisch) bestaande gevel. Het interieur is overdadig versierd met fresco’s. Een zijstraat verder staat het Palazzo Ducezio. Het is gebouwd in 1746 door Vincenzo Sinatra (familie?). De gevel is voorzien van een indrukwekkende rij zuilen. Momenteel is het in gebruik als gemeentehuis. Tegenover het Palazzo staat de kathedraal die aan San Nicolò (=Sinterklaas) is gewijd.
De kerk is in 1776 afgebouwd, helaas stortte in 1996 de grote koepel in. Inmiddels is de koepel (niet zichtbaar op de foto) herbouwd. Bijzonder zijn de bronzen deuren, maar ook het interieur mag er wezen. We komen hier het Israëlisch gezin weer tegen. Zij vragen ons of we de toren hebben beklommen van de San Carlo. Nee, dat hebben we niet. Kon dat dan? We laten ons vertellen dat we bij de dame in de hal een kaartje moeten kopen en dan achter haar langs moeten. Ik had die dame wel gezien, maar dacht dat zij er voor de informatie stond.
Terug dus, en inderdaad, vanaf de toren is het uitzicht prachtig. Vervolgens vergeet ik een foto te maken, dat zul je net zien.
Na de volgende zijstraat staat de Santa Chiara. Het grondplan is ovaal en de kerk is rijk gedecoreerd. Het is al over halfeen en tijd voor een espresso met iets erbij. Hier in de Vittorio Emanuele is een leuk restaurantje en daar stappen we binnen. Na een half uurtje stappen we op en slaan linksaf de Via Dogali in. Daarna gaan we linksaf de Via Cavour in. Hier staat het Palazzo Trigona. Het pand zelf is gezien de smalle straat niet te fotograferen, maar de balkons zijn wel heel bijzonder. Overigens, nu we hier zo rondlopen zien we veel meer ‘Palazzo’s’. Noto moet toch wel een heel rijke stad zijn geweest.
Wat verder staat de Chiesa di Montevergine. Het is ook weer van de hand van V. Sinatra. De gevel is bijzonder van vorm, helaas is de kerk zelf potdicht. We slaan weer linksaf de Via Corrado Nicolaci in. Hier staat ook het Palazzo Nicolasi.
Ook is dit gebouw in zijn geheel niet te fotograferen gezien de smalle straat, maar ook hier zijn de balkons heel bijzonder. Nog een foto van de Via Corrado Nicolaci met links het Palazzo en rechtuit de Chiesa di Montevergine. We hebben de rondwandeling volgens de Capitool-gids nu gemaakt. We lopen op goed geluk wat straatjes door, maar we merken dat we het mooiste wel gezien hebben.
Hier is het alleen maar achterstallig onderhoud en dichtgetimmerde kerken. Ik kan goed zien dat het materiaal (kalksteentuf) waarvan Noto is gebouwd, tamelijk zacht is. Door erosie vallen de gaten erin. Gelukkig is Noto door de Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed. Mettertijd zal het in oude luister te zien zijn. Op de terugweg naar Modica rijden we iets om teneinde de Cava d’Ispica te bezoeken. We rijden uiteraard even verkeerd, zoals gebruikelijk wordt het weer op z’n Siciliaans aangegeven. Rond half drie staan we voor de kassa. We zijn de enigen zo te zien.
De cactussen doen het hier heel goed! De Cava is in het verre verleden uitgesleten door een rivier. De wanden van de canyon bevatten kapellen en rotswoningen. Er is een klein museumpje en als we de trap afgaan komen we in de necropolis Larderia. Hier zijn in een grot tientallen graven uitgehakt. Enigszins sinister is het wel. We lezen in de Capitool-gids dat we op verzoek nog een grot kunnen bekijken met rotstekeningen. Ook moet er nog een klein kerkje zijn. Tja, om dat nu weer te gaan vragen, bovendien dringt de tijd. We stappen weer in de auto en rijden naar onze B&B. Daar gaan we onder de douche en doen meteen een wasje. We hebben niet zo gek veel kleding meegenomen en wat we bij ons hebben is allemaal sneldrogend. Daarna gaan we even de straat op, achter het benzinestation hebben we een supermarkt ontdekt. We kopen water, cola, wijn en nog zowat. Laten ze hier nu kilopakken espressokoffie hebben! En niet alleen gemalen koffie, maar ook bonen. Die laatste heb ik nodig en ik koop drie pakken. Het is hier veel voordeliger dan thuis en bovendien veel lekkerder. Tegen achten lopen we de stad in. Helaas, het geadviseerde restaurant is gesloten. Ook dit restaurant oogt tamelijk sjiek. We lopen nog een rondje en proberen het nogmaals. Helaas, ook nu gesloten. Even verder is een Pizzaria met de naam: Caffeteria Matteotti. We zien: formica tafeltjes, TL-verlichting, popmuziek en jongelui. Tja, in verder zoeken hebben we niet zo veel zin.
We stappen naar binnen en bekijken de kaart. Dat valt alleszins mee, er is keus te over.
Ik bestel een salade met ham en mozzarella en een glas rode huiswijn. De salade is prima en de wijn smaakt naar fruit, naar frambozen. Iets aan de zoete kant, maar toch lekker. Daarna een pizza met een soort rookvlees, kaas en ruccola. Ik krijg de pizza niet eens op, hoewel ik erg mijn best doe. Erg lekker, en dan te bedenken dat ik vroeger niet van pizza’s hield. Prima gegeten en dat in een echte Siciliaanse ambiance. Dat heeft toch ook wel iets. Toch zijn we nog iets meer dan €40,- kwijt.
De volgende keer moeten we gewoon samen een pizza nemen. Het gevolg van het late en uitgebreide eten is dat je gewoon in je bed ligt te zuchten. Dat kan ook niet goed zijn. Goed, we lopen weer naar onze B&B en gaan te bed.