Sicilië (mei 2008)

Woensdag 14 mei 2008
Segesta – Erice
Om half negen zitten we aan het ontbijt. De ober (een andere jongeman dan gisteravond) heeft het er maar druk mee. Er zijn nog vier andere Hollanders, een Frans stel en een Duitse familie met aanhang. Het is prachtig weer en ik maak meteen een aantal foto’s van de B&B en de naaste omgeving. Ondanks de barre rotsen is toch zoveel mogelijk land in cultuur gebracht. Ik vind dat wel een uitdaging! De helft van het linkse huisje is van ons. Het gebouw daarachter is de ontbijtzaal. Het uitzicht op zee is fenomenaal! Tegen tienen rijden we naar beneden en rijden via Scopello naar de 187. Daar draaien we rechtsaf en kijken uit naar het bord ‘ Bruca’. Helaas, dat staat er dus niet en via Buseto Palizzolo komen we toch in Bruca. Het is iets om, maar goed, je ziet dan ook nog eens wat. Verderop pakken donkere wolken zich samen, goed, de wijnstokken kunnen wel wat water gebruiken. Even na elven zijn we in Segesta. Het regent, dus drinken we eerst maar een espresso.
De kaartverkoop vind plaats in het winkeltje. De jongedame vraagt of we ook buskaartjes moeten hebben. Ik begrijp haar niet goed, we zijn tenslotte met de auto en ik hoef dus geen buskaartjes. We lopen naar de ingang, vreemd bij de parkeerplaats was ook al een ingang. Een asfaltweg strekt zich voor ons uit, die met grote haarspelden omhoog zigzagt. Even later komen we een bus tegen. Ik snap het, het Romeins theater ligt daarboven en is voor ouderen net te ver weg. Daarvoor waren de buskaartjes. Prima, de zon komt door en we kunnen een aantal haarspelden afsnijden. Na een minuut of twintig komen we in de buurt van het theater. Hier is op verschillende plekken archeologisch onderzoek aan de gang. Hier ligt de originele Romeinse toegangsweg en zijn winkeltjes geweest. Dit alles uit de 3e eeuw voor onze jaartelling. En dan bereiken we het Romeins theater. De vlek rechtsboven is van de lenskap, die weer eens niet helemaal openging. Ik moet toch maar aan een ander toestel. Het probleem is: welke? Het theater is niet zo groot, maar het uitzicht is overweldigend. Het theater heeft een doorsnede van 63 meter en biedt plaats aan 3200 toeschouwers. Ook heden ten dage worden er hier nog concerten gegeven en toneelstukken opgevoerd. We keren om en lopen al haarspeldbochten afsnijdend naar beneden. Onderweg kunnen we al genieten van het zicht op de Griekse tempel. We steken de parkeerplaats over en lopen door de ingang. Nu is het nog een stukje van niets en spoedig staan we oog in oog met de mooiste Griekse tempel die ik ooit gezien heb. De tempel dateert van ongeveer 426 voor onze jaartelling en is duidelijk onvoltooid gebleven. Het is een Dorische tempel met 36 zuilen. Verder is er eigenlijk niets over bekend. Segesta is jarenlang in oorlog geweest met Selinunte en mogelijk zijn daardoor gegevens verloren geraakt. Ik bekijk de tempel op mijn gemak, dat is het voordeel van een individuele reis, er is eigenlijk geen tijdsdruk. Als we echt uitgekeken zijn stappen we in de auto en draaien de 113 op. Via een hele rits kleine en slaperige dorpjes rijden we naar Erice. Het laatste stuk gaat het constant omhoog, er lijkt geen einde aan te komen. Onderweg maak ik een foto, het is een ansichtkaartachtig tafereel. Uiteindelijk zijn we boven, mijn GPS geeft ruim duizend meter aan, maar dat is teveel. Erice ligt op 751 meter en volgens onze National Geographic gids is dit het sfeervolste dorp op Sicilië. We zetten de auto neer op de parkeerplaats net buiten de stadspoort.
Dit is de Porta Trapani, van Normandische oorsprong. Vanaf hier loopt er nog een stuk stadsmuur naar de Porta Carmine. Wij kiezen voor de hoofdstraat de Via Vittoria Emanuelle II. Iets verderop staat de Chiesa Madre, die ook bekend staat als Santa Maria della Assunta en ook als Chiesa Matrice. De kerk dateert uit de 4e eeuw. De losstaande klokkentoren is ouder en is feitelijk gebouwd als uitkijktoren. Het gotische interieur oogt rommelig en is pas in 1852 voltooid. Erice heeft nog echte middeleeuwse straatjes die prachtig bestraat zijn. Nog wat verder staat de Santa Teresa. In geen van de twee gidsen die wij bezitten staat iets over deze kerk. Dat is toch merkwaardig, want het interieur is prachtig. We komen op een prachtig pleintje, het heet de Piazza Umberto I. Het terrasje oogt uitnodigend en op de kaart staan pizza’s. Daar hebben we wel trek in en we laten het ons goed smaken. Gezien de tijd willen we eerst gaan kijken bij het 12e eeuwse Normandische Castello di Venere. Onderweg genieten we van het fabelachtige uitzicht. Strategisch inzicht hadden de Noormannen wel.
Het kasteel staat bovenop de resten van de tempel van Venus. Tja, Roger I was een christen en wilde de heidense herinnering vernietigen. Volgens de gids is het kasteel te bezichtigen. Helaas verspert een grote ketting met slot de toegang. De buitenkant is in elk geval indrukwekkend. We draaien Erice weer in, we hebben de San Pietro uit de 14e eeuw nog tegoed. Dat valt tegen, de buitenkant is vervallen. Het onkruid groeit op de gevel. Bovendien zit de kerk op slot. Zo te zien gaat hij nooit meer open. Zitten er nog wat euro’s in het EU-potje voor Sicilië? Ik kijk even op het plattegrondje. De Porta Carmine is er nog bij ingeschoten en deze pak ik zelf nog even mee. Het heten cyclopische muren te zijn, maar dat vind ik nogal meevallen. We hebben het wel gezien, het is al bij zessen. Op de weg naar beneden maak ik nog een ‘ansichtkaart’.Tegen zevenen zijn we na de bekende helse kilometer weer bij onze B&B. Ik zet de auto neer en gelukkig zit het autorijden er voor vandaag op. In Erice hebben we een fles wijn, brood, kaas, koffie, thee en frisdrank gekocht. Vanavond eten we ‘thuis’.