Sicilië (mei 2008)

Dinsdag 13 mei 2008
Scopello
Ons verblijf zit er hier weer op. Dit is het enige adres waar we maar 2 nachten verblijven. Tja, we hebben gisteren zitten dubben over de route naar Scopello, helemaal in het noorden. We kunnen over de 115 en dan Selinunte bezoeken. Ook daar zijn Griekse tempels te bewonderen. Daarna zouden we dan de E90 moeten nemen naar het noorden. We kunnen ook helemaal binnendoor over de 118, maar dan vervalt Selinunte. Gisteravond heb ik advies gevraagd aan Pierfilippo, de eigenaar van Val di Kam.
Zijn advies was om binnendoor te gaan, ook al omdat we de Griekse tempels van Segesta nog tegoed hebben. Hij beloofde ons een echt Siciliaans landschap. Daar gaan we voor. We ontbijten om half negen en drie kwartier later rijden we weg. Tja, over het weer, het is een beetje bewolkt en soms valt er een spet regen. Het landschap is zoals beloofd, echt Siciliaans. Het is niet extreem spectaculair maar toch bijzonder. Ook erg afwisselend, de ene keer rotsachtig en onbewoond en even later heuvelachtig. Tegen elven maak ik een foto van het dorpje Filaga. De zon komt net een beetje door. Een half uurtje later trekt het weer dicht, het landschap heeft iets van Schotland. Vanaf Santa Cristina hebben we een mooi uitzicht over het meer. Het is dat het zo nevelig is. Na Piana wordt het weer bergachtiger, de brem staat mooi in bloei. Dit is ook Sicilië. Voor Altofonte rijden we verkeerd, we missen ergens een weg naar het stadje. We keren en besluiten meteen om in Altofonte te lunchen. Tjonge, de wegen in dit dorpje zijn wel heel erg smal. Het is passen en meten om ons autootje zonder schrammen en butsen door het dorpje te laveren. Gelukkig heb ik veel rijervaring opgedaan in Zuid-Frankrijk en aan de Rivièra. Volgens de kaart is er een smalle weg via Aquino naar Monreale. Uiteraard zien we dat wegje niet en ‘botsen’ tegen Palermo. Via de rondweg van Palermo gaan we naar Monreale. Tja, zou een TomTom een uitkomst zijn? Op mijn mobiel heb ik Italië niet geïnstalleerd en sowieso is mijn navigatiepakket een ‘uitgeklede’ versie. Zou TomTom Sicilië al optimaal in kaart hebben gebracht? Thats the question!
Goed, tegen half vier zijn we in Monreale. Laten we nu precies een bord zien dat naar een ‘parkeergarage’ wijst! Zo te zien zitten we nog in het centrum ook. Nou ja, parkeergarage, het is een garage die een aantal parkeervakken heeft gecreëerd. Het is opnieuw passen en meten om ons autootje in een hoekje te krijgen.
Op naar de Dom! Dat blijkt een straat verder. Het weer laat zich van zijn goede kant zien, de zon breekt door! Het kan dus wel! De buitenkant van de kathedraal oogt eenvoudig.
Ik neem aan dat we intree moeten betalen, maar dat valt mee, de toegang is gratis. Het inwendige van de kathedraal is oogverblindend mooi. Het is één en al mozaïek, 6.000 vierkante meter om precies te zijn. Vele verhalen uit de Bijbel zijn hier in ‘stripvorm’ weergegeven. En dan te bedenken dat deze kathedraal in 10 jaar tijd werd neergezet. Monreale is gebouwd in opdracht van de Normandische (!) vorst Willem II (1153-1189). Het is een monument van Normandische, Arabische en Byzantijnse kunst. Uiteraard zat er een machtsstrijd achter de bouw. Willem II wilde de aartsbisschop van Palermo een hak zetten. Waar Willem II het geld vandaan haalde is tot heden een raadsel. Alleen al in de mozaïeken is 2.200 kilo puur goud verwerkt. We lopen een rondje, overal zijn zijkapellen, de één nog weelderiger dan de ander.
Zo zie je dat de politiek ook nog ergens goed voor kan zijn. In een hoek vinden we een trap. We beklimmen de smalle treden en lopen bovenlangs de kathedraal. Helaas begint het volop te regenen! Vanaf hier kunnen we de kruisgang bekijken. Wie lopen we hier tegen het lijf? Het is de Israëlische mevrouw die we ook al in Noto zagen. Wat een toeval!
De bronzen buitendeur is iets bijzonders, er zijn 42 bewerkte bijbelse figuren in aangebracht. Helaas konden we niet dichtbij de deur komen door een hekwerk. We verlaten de kerk en gaan aan de zijkant de kruisgang in. Hier moeten we wel intree betalen. Dit meesterstuk van Normandische architectuur telt 228 dubbele zuilen voorzien van versieringen en mozaïeken. In een hoek staat een fontein, helaas is hij niet in werking. We werpen nog een blik in de kloostertuin, die we volgens de gids beslist moeten zien. Smaken verschillen, ik kan het niet bijzonder vinden.
We lopen weer naar onze ‘parkeergarage’, tanken meteen en draaien de 186 op richting Partinico. Het is al dik na vieren en we moeten nog een stukje rijden naar Scopello.
Via een stukje 113 en daarna de 187 rijden we naar Castellammare del Golfo. Daar begint de weg te stijgen en vanaf een parkeerplaats maak ik deze foto. Het is net een ansichtkaart (vind ik zelf). Het is intussen al over zessen, een stukje verderop is de afslag naar Scopello. Het staat nog goed aangegeven ook! We rijden door Scopello heen, werkelijk een dorpje van niets en daarna draaien we een gravelweg op. Het is nu nog 1.5 kilometer. Tjonge, dit is een helse kilometer! De gravelweg is smal, vol met kuilen, haarspeldbochten en hij gaat vrij steil omhoog. Gelukkig kom ik geen tegenliggers tegen. We volgen de borden ‘B&B Casale Corcella’. Dat is wel nodig, want er zijn hier meer tweede (?) huizen. Uiteindelijk draaien we de parkeerplaats op. Geweldig, wat is het hier mooi! Een oase, maar dan anders.
Ik maak snel een foto, het begint al te schemeren. We worden welkom geheten door een jong echtpaar. Zij hebben deze voormalige boerderij 5 jaar geleden van hun opa en oma geërfd en er een B&B van gemaakt.
Op het terrein staan diverse huisjes, waar wij er één van krijgen. We halen de koffers uit de auto en richten ons snel in. Het is al na achten, het wordt tijd voor het diner.
Daartoe stappen we weer in de auto, helaas. We kunnen hier wel zelf barbecuen, maar ja, we hebben niets bij ons. Mettertijd hoopt het echtpaar ook diners te kunnen aanbieden. Goed, na opnieuw een helse kilometer komen we in Scopello. Ik hoop dat de banden hier niet te veel slijten. Tja, Scopello, er zijn hier wat restaurants, een winkeltje en dat is het eigenlijk. Sommige restaurants zijn gesloten en zien er niet naar uit dat ze vanavond nog open gaan. Het valt een beetje tegen. Tja, het restaurant op het pleintje is meer een snackbar. We lopen een straatje in en komen terecht bij hotel/restaurant ‘Torre Bennistra’. Dit oogt tamelijk sjiek, hier moet het maar gebeuren. Het is niet druk, een stelletje en twee oudere dames. We bestellen salade, voor mij een vleesschotel en voor Orchideetje vis.
De salade is prima en mijn vleesschotel niet bijzonder, maar toch lekker. Van de visjes maak ik een foto. Ik vind de kopjes een beetje tragisch kijken. Volgens mij zwommen deze visjes vanmorgen nog lekker in zee. Orchideetje laat het zich goed smaken, ik hoor dat het erg lekker is. We zijn moe, toch een zware dag achter de rug. We lopen weer naar ons autootje en rijden in het hartstikke donker de helse kilometer omhoog. Gelukkig heb ik de weg nu al twee keer gereden, dus heb ik de route vrij goed in het hoofd. Zonder deuken komen we boven, zetten de auto neer en gaan met gezwinde spoed naar bed.