Sicilië (mei 2008)

Vrijdag 9 mei 2008
Syracuse
Om kwart over acht staan we op. Het weer ziet er veel beter uit dan de afgelopen dagen. Eigenlijk was het de afgelopen dagen een beetje Nederlands weer, bewolkt en tamelijk koel. Nu is het helder en de zon schijnt volop. Om negen uur ontbijten we en tegen tienen stappen we in de auto. Nu wordt het toch wel tijd om te tanken. We hebben er al heel wat kilometers opzitten en ik denk dat dit een zuinig autootje is. Daar kan mijn eigen PK-monster nog een voorbeeld aan nemen. Aan het eind van de ‘rit’ wil ik uitrekenen hoeveel hij verbruikt. Tja, verder bevalt deze auto prima, hij rijdt lekker en is mooi klein. Dat is erg gemakkelijk met al die smalle straatjes en mini-parkeerplaatsen. Toch zou ik hem niet kopen om de volgende redenen: rechts is er geen armleuning, de voorruit zit vrij laag (voor lange personen), de linker- en rechterspijl zijn erg dik uitgevallen, de bagageruimte is minimaal en ik mis PAARDENKRACHTEN. Verder is dit een schakelauto en ik prefereer een automaat. Nu kan het zijn dat deze auto ook met een automaat te leveren is. De kleur is wel erg mooi, dat is ook wat waard. Sowieso is het rijden op Sicilië erg leuk, het is nooit vlak en je moet constant sturen. Ook rijdt iedereen hier lekker vlot door. Flitskasten heb ik nog niet gezien en ze doen hier ook niet aan die flauwe, geniepige snelheidscontroles.
We rijden over de 115 naar Noto en draaien daar de tolweg op. Er wordt geen tol geheven, zo te zien is het tolstation nog in aanleg. De ‘tolweg’ is redelijk vlak en heeft nagenoeg geen bochten. Verder rijdt er bijna geen verkeer, dus schieten we lekker op.
Als we Syracuse naderen kijken we uit naar borden die ons moeten verwijzen naar een parkeerplaats nabij het archeologische terrein Neapolis. Daar zijn de steengroeven, (daar staat) het Griekse theater, het altaar van Hiëro II en het Romeinse amfitheater.
Op een kleine oppervlakte staat hier immens veel cultuur bij elkaar. Helaas, borden zien we niet, de straten worden wel steeds smaller en steeds drukker. Meer stilstaand dan rijdend zoeken we ons een weg. Op een gegeven moment staan we bij het spoorwegstation. Dat staat tenminste op het kaartje in de Capitool-gids. We moeten naar het noordwesten en inderdaad, het begint erop te lijken. Tientallen bussen staan hier geparkeerd en de weinige parkeerplaatsen voor luxe-auto’s zijn alle bezet. We rijden een rondje en een stukje verderop zetten we de auto in een woonwijk neer. We lopen naar de ingang en betalen daar €8,- per persoon. Tjonge, het is knap warm vandaag.
Je zou verwachten dat de Neapolis duidelijk bewegwijzerd is, helaas, dat is niet het geval. We lopen op goed geluk het terrein op en zien de steengroeven. Hier zijn in het verleden de miljoenen kubieke meters steen vandaan gehaald voor de tempels en andere bouwwerken. Ook hebben deze groeven dienst gedaan als gevangenis. Dan komen we bij het Griekse Theater. Ik heb me hier veel van voorgesteld, het is een van de best bewaard gebleven theaters ter wereld. Het is in de vijfde eeuw voor onze jaartelling gebouwd en twee eeuwen later uitgebreid. Het theater is 138 meter breed, telt 67 rijen en is verdeeld in tien verticale blokken. Ieder blok was apart bereikbaar en werd aangeduid met een letter, zoals heden ten dage nog gebruikelijk. De grote tragedies van Aeschylus werden hier opgevoerd, die bekeken konden worden door maar liefst 15.000 toeschouwers. Helaas, wat een teleurstelling. Alle even jaren worden er ’s zomers klassieke stukken gespeeld en daartoe is het theater volledig aangepast. Lichttorens, een betonnen gebouw en zitplaatsen ontsieren het theater. De sfeer is volledig weg. Goed, er moet geld worden verdiend, maar dit is gewoon heiligschennis. Ik weet niet of het theater na de zomer wordt teruggebracht in de originele staat. We gaan maar snel verder. Boven het theater is de Grotta del Museion, waar een aquaduct in uitkwam. Alweer op weg naar de uitgang komen we langs het altaar van Hiëro II. Het is een kolossaal bouwwerk en gewijd aan Zeus. Hier werden offers gebracht, waarbij 400 stieren tegelijk werden geslacht. In Dion (Griekenland) is ook zo’n altaar. Daar is een tekening waarmee duidelijk wordt gemaakt hoe dit georganiseerd werd. Ik denk wel dat ik een aardig beeld heb van hoe het hier toeging. Iets verderop ligt het Romeins amfitheater. Het meet 140 x 119 meter en is maar iets kleiner dan de Arena in Verona. Het is vervallen tot een ruïne, maar dit spreekt mij wel aan. Hier hangt de sfeer van toen. Onder de zitplaatsen door lopen gangen waardoor de gladiatoren en de wilde dieren de arena betraden. Hier heeft ook veel bloed gevloeid, dat is wel zeker. Vlakbij de uitgang is een restaurantje en hier bestellen we espresso, thee en wat te knagen. Ik heb nog niets van de espresso gedronken en inderdaad, er zit maar een bodempje koffie in. Het is hier druk en er komen twee toeristen bij ons aan tafel zitten. Het blijken Amerikanen te zijn, waarmee we in geanimeerd gesprek raken. Voor de Amerikaanse politiek inclusief de president hebben zij geen goed woord over. Kijk, dat is nu weer een van de voordelen om zelfstandig op pad te gaan, we kunnen gewoon tijd vrijmaken voor dit soort ontmoetingen. Onderweg naar de auto lopen we even om teneinde een bezoek te brengen aan de Catacomben van San Giovanni Evangelista. Helaas is het gesloten en het gaat pas eind van de middag weer open.
We willen ook nog naar Ortigia, dat is een schiereiland ten zuiden van Syracuse. Dat is net te ver om te lopen, dus stappen we in de auto. Het zit mee, we zien zowaar een bord, het is de bovenste in het midden. Je moet uiteraard wel snel kijken, want het is de bedoeling dat je ook in steden vlot doorrijdt. Bij toeval komen we aan de rand van Ortigia terecht op een parkeerplaats. Het is nog gratis ook. Iets verderop ligt de tempel van Apollo, die in 1860 is ontdekt. De tempel is gebouwd in de zesde eeuw voor onze jaartelling. De afmetingen zijn behoorlijk groot: 58 x 24 meter. De tempel heeft later dienst gedaan als Byzantijnse kerk, moskee, christelijke kerk en vesting. Onderweg naar de Dom komen we langs deze fraaie fontein. Vele gebouwen ogen nogal bouwvallig, toch zijn ze her en der aan het restaureren. De Dom is gebouwd tussen 1728 en 1753. In de 6e eeuw voor onze jaartelling stond hier een monument gewijd aan Athena en daarna is hier een tempel gebouwd gewijd aan Minerva. Toen de Dom, die ook nog een tijd als moskee is gebruikt. De gevel is het mooist, een prachtig voorbeeld van Siciliaanse barok. We lopen in westelijke richting en aan de boulevard ligt de Fonte Aretusa. Deze bron kwam de Sicilianen goed van pas tijdens de talloze belegeringen. We lopen dwars door Ortigia tot we aan de andere kant weer op de boulevard uitkomen. In de verte zie ik de parkeerplaats al, maar eerst bezoeken we nog even een restaurantje voor een espresso. Daarna stappen we in de auto en rijden min of meer dezelfde weg terug. Rond half zeven zijn we weer in ‘I tetti di Siciliando’. Douchen, omkleden en daarna gaan we weer de straat op. Er moet nog gedineerd worden! Rosellina had ons de Torre d’ Oriente aanbevolen. Onderweg bezoeken we nog even de Dom van Modica. Ook dit is weer een schitterende kerk. Ik tel eens even op ons plattegrondje van Modica hoeveel kerken er hier staan. Ik kom op ongeveer 25 kerken. Maar er zijn er nog meer. We komen langs kerken in deplorabele staat met dichtgetimmerde deuren. Deze staan niet op de plattegrond. Mijns inziens is het onbegonnen werk om al deze kerken voor het nageslacht te bewaren. Ik vrees dat er keuzes gemaakt zullen moeten worden. Goed, het is even zoeken naar het restaurant. In feite zijn we er voorbij gelopen, het oogt namelijk helemaal niet als een restaurant.
Maar tegen achten zitten we aan tafel en dat is voor Italiaanse begrippen aan de vroege kant. Het ziet er hier erg sjiek uit. Ook het personeel heeft niveau. We krijgen de kaart en ja, de prijzen zijn hier aan de hoge kant. Nou ja, we zijn met vakantie, morgen eten we wel een pizza. Om te beginnen krijgen we een amuse van tonijn. Ik heb een gewone salade besteld en Orchideetje een salade tartaar van tonijn. Daarna volgt voor ons beiden gevulde ravioli met gehakt. Als hoofdgerecht voor mij kip met puree met een soort doperwten en voor Orchideetje een visgerecht (geen foto van het visgerecht). Ik drink er nog twee glazen huiswijn bij, die voortreffelijk smaakt. Tot slot ijs met chocolademousse. En als laatste thee en espresso. Hier hebben we waarlijk als een vorst gegeten, ik vraag mij af of deze zaak een ster heeft, het zou me niet verbazen. De rekening valt me toch nog mee, we zijn voor ons tweetjes €108,- kwijt. Voldaan verlaten we het pand en gaan op ‘huis’ aan.