Donderdag 15 mei 2008
Palermo
We ontbijten om kwart over acht. Het is nu al warm, eigenlijk voor het eerst op Sicilië. Ik zit na het ontbijt nog even in de zon te genieten. Tegen tienen rijden we weg en gaan via de tolweg (waar geen tol geheven wordt) naar Palermo. Tja, de reisgidsen raden het af om met de auto naar Palermo te gaan, maar ja, we zitten in een pracht van een B&B, maar wel in ‘the middle of nowhere’. Helaas staat er ook niet in de reisgidsen een aanwijzing als volgt: ‘volg de borden … , parkeer bij het bus/trein/metrostation en neem bus/trein/metro … naar het historische centrum’. Op het simpele plattegrondje in de gids heb ik gezien dat er bij het archeologisch museum een parkeerplaats is. Daar wil ik heen. Goed, bij Palermo zijn we zo, dat is het probleem niet. Maar denk niet dat er ergens een bord staat met een aanwijzing hoe te rijden naar het historische centrum. De reisgids gaat er gewoon vanuit dat de toerist door de reisleider met de touringcar in het centrum wordt gedropt.
Uiteraard is er dan eerst koffie met de mogelijkheid het toilet te bezoeken. Nou ja, iedereen in Palermo houdt ervan om lekker door te rijden, tijd om een eventueel bord te lezen heb je sowieso niet. Een paar dagen terug hoorde ik van een Nederlands stel dat hun TomTom ze ook al diverse malen in de steek had gelaten. Dat schiet dus ook niet op. Het voordeel is wel dat we, in het uur dat we zoekende zijn naar de parkeerplaats bij het archeologisch museum, de stad van alle kanten leren kennen. Palermo telt rond de 700.000 inwoners, dus tel uit. Uiteindelijk zitten we in een straat die op onze plattegrond staat en even later vinden we inderdaad de parkeerplaats. Het is nog een bewaakte parkeerplaats ook, waar we een paar euro (€6,00?) moeten betalen voor de hele middag. Dat is toch alleszins redelijk. Als we de parkeerplaats aflopen, eigenlijk is het een ietwat langgerekt pleintje, zie ik een restaurant met terras. Ik ben zondermeer toe aan een espresso met iets lekkers erbij. Een toilet hebben ze hier ook, vanaf nu zit alles mee.
Op het toilet hangt trouwens een dringende boodschap. Tja, ik spreek/lees geen Italiaans, dus tja. Mogelijk staat er: ‘Gelieve na het gebruik van het toilet uw handen grondig te wassen’ of: ‘Wilt u spaarzaam gebruik maken van het toiletpapier’ of: ‘Het is niet toegestaan uw tanden te poetsen’. Ik kan natuurlijk het woordenboek van Orchideetje halen, maar ja, mogelijk staat er: ‘Wilt u vooral haast maken’. Ik laat het er maar bij zitten.
Op een belendend (leeg) tafeltje ligt een pracht van een plattegrond van Palermo. Dank u beleefd, vorige eigenaar, u was zeker uitgekeken in Palermo. Tjonge, wat is het heet.
De eerste kerk die we tegenkomen op onze rondwandeling is de San Domenico uit de 14e eeuw. De gevel is imposant, helaas zit de basiliek op slot. Siësta zeker. Achter de basiliek moet zich het Oratorio del Rosario di San Domenico bevinden.
We lopen er zeker twee keer voorbij, mede doordat de deur op slot zit. Tja, de buitenkant is geen foto waard, verder is het straatje dusdanig smal dat het Oratorio er sowieso niet op past. Binnen moet het erg mooi zijn, jammer.
We lopen naar Quattro Canti, dit moet het chicste plein van Palermo zijn. Ik weet niet of we een handige route volgen, de reisgids gaat er ongetwijfeld van uit dat de wandeling onder leiding van een gids gaat. Deze gids kent ongetwijfeld de openingstijden van alle kerken van buiten, zodat je nergens je neus stoot. Quattro Canti imponeert met zijn vier holle gevels. Het plein dateert uit 1600 toen de stad in vier wijken verdeeld werd. Twee hoeken staan op de foto, de andere twee waren in een diepe schaduw gehuld. Vlak achter Quattro Canti ontdekken we het Piazza Pretoria met de Fontana Pretoria uit de 16e eeuw. Om de fontein goed op de foto te krijgen moet je ergens op het dak klimmen, dat probeer ik maar niet. Jammer dat de fontein niet werkt, het water is zeker op. Rond de fontein staan naakte mythologische wezens. Ik vind de beeldengroepen erg mooi, het doet me denken aan het Vigilandpark (in Oslo). Iets verderop ligt de San Cataldo, gebouwd in Arabisch-Normandische stijl. Bovenop het gebouw staan drie rode koepels. De kerk zelf is sober en de ramen hebben spitsbogen. Volgens de reisgids zijn er hier nog inscripties uit de Koran aanwezig. Ik vind ze niet en vraag het na. Ik hoor dat dit verhaal in alle reisgidsen staat, maar dat het niet waar is.
Er zijn hier geen inscripties uit de Koran. Het is al bijna half twee, tijd voor de lunch.
Dat kan hier prima, op dit pleintje bevinden zich niet alleen drie kerken, maar ook een restaurant. Ik ga voor een pizza met ham en een colaatje. Na de lunch blijken de twee andere kerken (de Santa Caterina en La Martorama) nog gesloten en we besluiten eerst naar de kathedraal te gaan.
De aan Onze-Lieve-Vrouwe Hemelvaart gewijde kathedraal is een immens gebouw.
Het lukt niet om het gehele gebouw op de foto te krijgen. De kathedraal is gebouwd tussen 1179-1185, maar in de eeuwen daarna verbouwd en uitgebreid. Het is wel een ratjetoe van stijlen, te weten: Arabisch, Normandisch en Gotisch. Leuk te weten dat deze kathedraal gebouwd is in het kader van de machtsstrijd tussen de aartsbisschop van Palermo en Willem II. In de kathedraal is de Kreeftskeerkring op de vloer afgebeeld. Ik begrijp dit niet, de Kreeftskeerkring ligt een heel stuk zuidelijker. Via het Piazza Della Vittoria (volgens de reisgids is dit een heel bijzonder plein, mij kan het niet echt bekoren), lopen we naar het Palazzo dei Normanni. Uiteraard komen we voor de Capella Palatina, die tegen het Normandische paleis zit aangeplakt. De Capella Palatina moet schitterende mozaïeken herbergen. Helaas, de Capella Palatina wordt momenteel gerestaureerd en is gesloten. De restauratie gaat nog twee maanden duren. Tja, we moeten mettertijd nog eens terug naar Sicilië en toch zeker twee volle dagen uittrekken voor Palermo. Dat is geen straf uiteraard.
We keren om en lopen via de Corso Vittorio Emanuelle terug naar Piazza Bellini.
Inmiddels is de Santa Caterina uit de 14e eeuw open. De gevel is niet bijzonder, of het moet de dubbele trap zijn met daarboven het beeldje van Santa Caterina. Op de achtergrond is nog net de koepel zichtbaar die halverwege de 18e eeuw werd toegevoegd. We moeten €2,00 intree betalen, maar dat is het waard! Deze kerk is een schitterend voorbeeld van Siciliaanse barok. Het interieur is rijk gedecoreerd met marmeren inlegwerk, beelden, stucwerk en fresco’s. Adembenemend mooi. We steken over naar La Martorana. Eerst denken we dat we bij de verkeerde kerk staan, want de officiële naam luidt anders. Tja, de barokke gevel oogt een tikje vervallen op het armoedige af, maar goed, dat is wel vaker zo. De koepel van de toren is tijdens de aardbeving van 1726 ingestort en nooit opgebouwd. Het portaal met de deuren is toe aan een opknapbeurt. Bedelaars zie je niet veel, hier zit toch een oudere vrouw op de trap. De tekst op het karton kan ik niet lezen, nou ja, ik kan het wel lezen, maar begrijpen is vers twee. Ze kijkt mij smekend aan als ik langsloop, en ik gebaar dat ze straks wat krijgt. Ik ga natuurlijk niet in het zicht van iedereen mijn portemonnee trekken. Dat doe ik straks in een hoekje. We hebben pech, we worden tegengehouden want er is een huwelijk aan de gang.
Het duurt nog een half uurtje. We nemen er maar even ons gemak van, de dag begint zijn tol te eisen. Na zo’n half uurtje gluur ik eens in de kerk. Ik word niet tegengehouden, maar de dienst is nog niet afgelopen. Er zingt een sopraan en ik moet zeggen, het klinkt werkelijk fantastisch. Hier is een klassiek geschoolde zangeres aan het werk. Uiteindelijk verlaten de gasten en het bruidspaar de kerk en kunnen wij op ons gemak rondkijken. Ook deze kerk heeft een uniek barok interieur opgesierd met fresco’s, stucwerk en glazuur. Tja, inmiddels is het bij zessen. We hebben lang niet alles gezien, maar toch een redelijke indruk gekregen van Palermo. Ook hebben we geen tijd gehad om de wat verder van het centrum afgelegen bezienswaardigheden te bekijken. Ik had zo graag de Cripta dei Cappuccini willen zien. Hier liggen de gemummificeerde lichamen van rijke burgers uit Palermo. Ik houd wel van bizarre dingen. Goed, we lopen op ons gemakje naar de parkeerplaats. Daar staat ons autootje op ons te wachten. We rijden weg en ik draai de Via Cavour op. Daarna wil ik over de Via Volturna naar de A29. Dat zit niet mee, het is spitsuur. Stapvoets gaat het. Wel gaan de Sicilianen erg economisch om met het asfalt. Dat werkt aldus: op de éénrichtingsweg staat rechts een rij geparkeerde auto’s. Die staan mooi strak op elkaar. Verder is er een doorgetrokken streep getrokken die de rijbaan in tweeën verdeelt. Daar houdt geen mens zich aan, met een beetje goede wil passen er makkelijk drie auto’s naast elkaar. Goed, je moet een beetje opletten dat je er de spiegels niet vanaf rijdt, maar het gaat prima. Toch redelijk vlot bereiken we de A29 en dan kan het gas erop. Om kwart voor acht bereiken we Castellammare del Golfo. De pizza van vanmiddag is ons goed bekomen, dus zoeken we een supermarkt op. We zijn net op tijd, om acht uur sluit hij. Een half uurtje later zijn we weer in onze B&B. Ai, het lijkt wel of de laatste kilometer steeds slechter wordt. Voor ons huisje eten we het brood, de kaas en de yoghurt. We drinken er thee bij en wijn. Beter kan eigenlijk niet. Het is alweer onze laatste avond hier.