Zondag 23 oktober 2011
Anoghia – Analepsi – Anoghia
Om half acht sta ik op en om acht uur loop ik naar beneden, naar het restaurant. Helaas, het zit nog op slot. We hadden toch afgesproken dat we om acht uur konden ontbijten? Hoe zat het ook alweer? Oh ja, wij slapen op de 3e etage, dus logischerwijs wonen de uitbaters op de 2e etage. Ik loop de trap weer op en bel aan. Na enige tijd wordt er door een slaperige uitbater opengedaan. Hij komt eraan!
Tijdens het eenvoudige ontbijt met brood, kaas, jam, thee en een gebakken eitje vertellen we dat we naar Analepsi willen lopen en dan per taxi/bus terug willen naar dit hotel. Menno heeft namelijk gelezen dat overnachten in Analepsi problematisch is. Dat laatste blijkt ook te kloppen, alleen ’s zomers kun je daar overnachten, mits tijdig geboekt.
De uitbater stelt voor dat zijn zoon ons dan komt halen met de pick-up. Hoe laat moet hij in Analepsi zijn? Tja, dat weten we niet, het ligt eraan hoe we opschieten. We bellen wel als we er bijna zijn. Nu rijst een nieuw probleem, mogelijk is er in Analepsi (dat is geen dorp, maar slechts een restaurant met twee kamers) geen netwerk. Tja, dan is het handiger dat zoonlief ons zo meteen naar Analepsi brengt en wij terug lopen. OK, dat spreken we af en de uitbater gaat zijn zoon wekken. Tja, als zoonlief het restaurant betreedt wil hij eerst koffie en een sigaretje. Het is zeker laat geworden gisteravond. OK, om half tien is hij zover en met een licht bepakte rugzak stappen we in. Tjonge, het is nog een rit van een half uur al zigzaggend bergop. Het is allemaal verhard, maar dit is toch de E4. Nou, dit is dus Analepsi op een hoogte van 1364 meter! Aan de rand van de parkeerplaats staat dit bord. Het verwijst naar Idaian Antron en daaronder staat een verweerd bord over de E4. Dat eerste, dat gaan we bekijken. Ik bedoel dus Idaian Antron. Dat is de grot waar Zeus geboren is en waar hij verstopt werd voor zijn vader Cronus. We zitten dus midden in de Griekse Mythologie. Ik heb daar eerder over geschreven en dat is te vinden in mijn reisverslag naar de Olympos. Een goddelijke geboorte in een grot, waar heb ik dat toch eerder gehoord?
De asfaltweg eindigt hier en we nemen een jeeptrail naar boven. Nu valt me dat pas op, naast het oorspronkelijke restaurant verrijst nieuwbouw. Zijn ze hier doende met het bouwen van een nieuw hotel? Ik zie nergens bouwmateriaal, ik vrees dat de boel failliet is. Ook hier staat er weer zo’n pracht van een EU-bord met daarop €315.000,00. Waar is dit geld voor gebruikt? Wie de Griekse tekst kan lezen mag het zeggen. In een dik half uur lopen we naar 1485 meter naar de ingang van de grot van Zeus.
Er loopt een spoorlijntje naar beneden en er steken rode buizen uit de grond. Ze zijn hier ergens mee bezig. Hier is de ingang van de grot goed te zien. Rechts staat een bord. Dit is het bord, zo te zien wordt er verlichting in de grot aangelegd en kun je te zijner tijd in de grot afdalen. Nu is dat afdalen niet alleen verboden, maar ook veel te gevaarlijk. De helling is veel te steil en je zou dus over het bouwspoorlijntje moeten klauteren. Dat laat ik maar uit mijn hoofd. Wel ga ik offeren. Een levend schaap gaat me te ver, maar dit lam heb ik speciaal meegenomen. Het afscheid van het lam valt me niet mee, we zijn toch al die achterliggende dagen samen opgetrokken. OK, we dalen weer af naar Analepsi, daar beneden ligt het. Verder het Nidha plateau. In een hoek staan wat schapen. En dan te bedenken dat hier ’s winters een dik pak sneeuw ligt. Zullen we even in het restaurant kijken? Dat doen we en er zitten een aantal mannen aan de raki. Ze hebben hem goed geraakt, dat is te zien. Er staat een bus en een pick-up op de parkeerplaats. Zo meteen kruipen ze achter het stuur, zo zijn ze hier wel.
OK, we kunnen Nescafé krijgen, geen probleem. Zouden we hier kunnen overnachten? Nee, vandaag niet, maar morgen zou kunnen. OK, het was maar een vraag.
Om half twaalf gaan we van start. Kijk, we moeten naar beneden, maar eerst moeten we een stuk omhoog.
Tja, het landschap ziet er wel even anders uit dan 1000 meter lager. Desolaat zou je kunnen zeggen. Ergens midden op de foto bevindt zich de grot van Zeus. Logisch dat Cronus de grot niet heeft kunnen vinden. We zijn nu een uurtje onderweg. Dit is een onderkomen voor schapen/geiten, maar ze laten zich niet zien. We zijn nu precies 10 kilometer onderweg en het is bij enen. We zitten hier op 1477 meter. Tja, we moesten uiteraard vanaf het plateau eerst omhoog. Het is 12 graden in de plus, echt warm is het niet. Een half uurtje later bereiken we een uitzichtpunt. Met stukken rots zijn hier picknicktafels en bankjes gefabriceerd. Het is wel een beetje winderig, maar hier pauzeren we. Om half drie bereiken we een kerkje. Tja, het interieur, er staat een dressoir uit de jaren vijftig. Om kwart voor drie slaan we linksaf en verlaten de asfaltweg. Ai, ik dacht dat we volledig over asfalt terug zouden lopen, maar nu zie ik op de atlas/GPS dat we een flinke lus gaan maken. Het betrekt trouwens, maar het blijft wel droog. Tja, de foto’s ogen daardoor een beetje ‘mistig’. Een onderkomen, maar voor geiten. Hoe oud zou dit ding zijn? Sowieso zitten we op de E4, er is zowaar markering. De E4 snijdt een stuk jeeptrail af en daartoe moeten we over een geitenpad. Het gaat behoorlijk op en neer en veelal ontbreekt de markering. OP GPS gaan we verder, maar dit houdt wel ontzettend op. Na verloop van tijd komen we weer uit bij de jeeptrail. Straks moeten we weer een stuk afsnijden, maar dat doen we maar niet. We blijven de jeeptrail volgen. We lopen dan wel iets om, maar we besparen veel tijd.
Het is bij vijven. Daar, in de verte moet Anoghia liggen. Het laatste stuk gaat moeizaam. We moeten vier maal door een betonijzermat. Soms is er een ‘deur’, maar bij de laatste betonijzermat moet er geweld aan te pas komen. Tja, die geitenboeren sluiten alles af en houden geen rekening met een sporadische wandelaar.
Bij een moestuin krijgen we nog een handvol appels. Nou, ik ben niet zo van de appels, maar deze smaken goed.
OK, over de asfaltweg lopen we naar Anoghia. Van hier is het 20 kilometer (over de asfaltweg) naar de grot van Zeus. Wij hebben iets meer kilometers in de benen.Aan de rand van Anoghia frequenteren we nog een taverne en om zeven (19.00) uur zijn we bij ons hotel. Tjonge, ik ben blij dat we toch voornamelijk omlaag gelopen hebben, als we het andersom hadden gedaan hadden we het niet gered voor donker. We hebben er 30.68 kilometer opzitten en we zitten hier op 695 meter. Ja, de hoogte is niet elke dag exact gelijk, de meting is barometrisch.
Kunnen we al eten? Ja dat kan. Wat schaft de pot vandaag? Nou, Griekse salade met brood en souvlaki met aardappel. Eenvoudig, maar echt Grieks eten. Ik zie dat wel zitten. Voor mij komt daar nog een halve kilo rode huiswijn bij. Kijk, dit is het lichte eigenbouw wijntje dat de Grieken zelf ook drinken. Het smaakt naar rode bessen en bramen. De TV staat aan. Ik versta er geen woord van, maar Mw. Merkel, de heer Sarkozy en de Griekse eerste minister zijn niet van de beeldbuis weg te branden. Dat geeft toch wel te denken, het gaat hier helemaal niet goed.
Menno gaat vast naar de kamer, ik buig me over de raki. Daarna bel ik nog even naar Orchideetje, morgen vliegt ze weer naar Nederland. Haar fietsvakantie zit er weer op. Tegen negen uur ga ik zelf naar boven en onder de douche. Om negen uur lig ik erin.
Tja, de matras is een beetje ‘bultig’, maar dit is Kreta en we zitten hier in het binnenland.