Zondag 12 oktober 2008
Agia Roumeli – Loutro
Even na achten staan we op. Ik maak eerst zelf een beker thee met behulp van mijn dompelaar. Ik heb zeker nog dorst van gisteren. Tegen negenen gaan we ontbijten bij ons ‘eigen’ restaurant. Ik bestel weer brood met een omelet en nescafé. Zo’n ontbijtje kost €7,50, dat valt toch mee.
Vanmorgen viel er nog een buitje, nu is het droog en voor 3/8 bewolkt. Het is al meer dan 20 graden. Vandaag willen we langs de kust naar Loutro lopen en tegen tienen gaan we van start. We lopen in oostelijke richting Agia Roumeli uit en al snel vinden we de E4.
Het kan eigenlijk niet missen. Even verder is er een soort grot, hier liggen mensen te slapen. Kijk, zo kan het ook. Het begint gemakkelijk, het pad is goed begaanbaar en loopt een tiental meters boven het ‘strand’. Wat is dit fantastisch mooi! Iets na elven lopen we over het strand van Agios Pavlos. Hier staat het gelijknamige kerkje en restaurant Saint Paul. Er zitten hier zowaar een handvol mensen op het terras. De kaart is op de rots geschilderd, zo kan hij ook niet zoekraken. We bestellen nescafé, het is tenslotte koffietijd. Vlakbij het kerkje staan wat tenten, zo’n strandvakantie heeft wel wat. Ik loop het kerkje even in en uiteraard staan hier weer de nodige iconen. Toch is er meer, dit kerkje is voor sommigen een soort pelgrimsoord. Er liggen een aantal brieven en één bevat een afscheid aan een Nederlandse jonge vrouw. Zou ze hier omgekomen zijn?
Dat staat er namelijk niet bij. Toch wel indrukwekkend. Tegen twaalven lopen we verder. Eerst moeten we door het mulle zand omhoog naar het pad. Bovenlangs het kerkje gaan we verder. Een half uurtje verder is de splitsing landinwaarts naar Agios Ioannis. Ik neem aan dat er daar een aantal kloosters staan. Die route nemen we niet, we blijven de E4 volgen langs de kust. Dat is dus het pad gemarkeerd met de geel/zwarte verfstrepen. Soms staan er palen, maar de borden E4 zijn nagenoeg alle verdwenen. Tja, het blijft gewoon ontzettend mooi, het is paradijselijk. Soms trekt het even dicht en valt er een spet regen. Maar meteen schijnt de zon weer volop. De temperatuur is 24 graden, is vrees dat het hier zomers niet te harden is.
Rond enen nuttigen we onze meegebrachte lunch, in mijn geval yoghurt met honing en muesli. Dat smaakt me beter dan brood, dat krijg ik bijna niet weg. Na de lunch nemen we er ons gemak van, ik moet tenslotte aan mijn kleurenschema werken.
Tegen vieren zijn we bij het volgende strandje. Hier komt ook de Aradena-kloof uit. Er is hier ook een restaurantje en we bestellen cola. Hoe het komt weet ik niet, maar het waait hier verschrikkelijk hard. Op het terras kun je niet zitten, we verpozen ons aan de zijkant van het gebouwtje. Druk is het niet, het strand oogt verlaten. Even na vieren gaan we weer verder. Verderop steekt een berg de zee in. Daar gaan we achterlangs en dat betekent om te beginnen ‘stijgen’. Later moeten we uiteraard dalen en in dit geval klauteren. Het pad loopt over deze rotspartij! Achter mij een stel dat het goede voorbeeld geeft. Ik denk terug aan de wijze lessen van onze gids op de Olympos, hij zei: ‘Watch your feet’, ‘Take your time’ and ‘Only touch the rocks with your hands’. Bovenop de berg staat de ruïne van een Venetiaans fort. Daarna dalen we af naar Loutro. Onder ons de Daskalogiannis. En dit is Loutro, het is inmiddels bijna half zes. We lopen op ons gemak door het dorpje heen tot we aan het eind ‘Keramos’ bereiken. Dit lijkt ons wel wat.De uitbater vraagt €30,- voor een ruime tweepersoonskamer. We boeken meteen maar voor twee nachten. Morgen bouwen we een rustdag in. Daar ben ik wel aan toe! De kamer is voorzien van prachtige wandschilderingen. We horen dat de vrouw van de uitbater dat hoogstpersoonlijk doet.Tja, Loutro, hier ben ik negen jaar geleden ook al geweest. Er is niets veranderd! Oh ja, tegenwoordig legt de Daskalogiannis aan bij een steiger en niet meer op het strand. Loutro is een bijzonder dorpje, het is namelijk uitsluitend te bereiken te voet danwel per boot. Voor onze kamer moeten we twee trappen op. Vanaf ons balkon heb ik een prachtig uitzicht over de baai. We richten ons in en daarna loop ik weer naar beneden. In oostelijke richting hangt er een bui, de regenboog is indrukwekkend. Tegen achten wordt het tijd om te gaan eten. Dat is makkelijk hier, de ‘waterkant’ vormt één groot terras. We strijken neer bij restaurant ‘Kyma’. In de vitrine kun je aanwijzen wat je wilt, want Engels spreken ze hier nauwelijks.Dit keer geen souvlaki, het wordt toch enigszins eentonig. Ik bestel aubergine met tomaat en rijst. Ook dit keer begeleid met een karafje rode huiswijn. De gastvrouw heet Artemis, zoals bekend is Artemis de godin van de jacht. Ik beloof de foto op te sturen. Daarna sluiten we af met yoghurt met honing, dat is toch erg lekker.