Donderdag 16 oktober 2008
Imbros – Kallikratis – Imbros
De E4 loopt van Imbros via Asfendos, Kallikratis en Asigonia naar Argiroupolis. Dat is twee dagen lopen. In Argiroupolis zijn kamers te huur, maar in de plaatsjes onderweg is niets. We zijn van plan om een taxi te bestellen om ons naar Kallikratis te brengen. Dan willen we terug lopen naar Imbros en vrijdag opnieuw per taxi naar Kallikratis. Vrijdag lopen we dan de andere kant uit naar Argiroupolis. Dat is het plan dat we gemaakt hebben. Nu de uitvoering nog. Dat gaat meteen al mis. We staan om acht uur op, maar het restaurant is gesloten. Catarina is nergens te zien. Hadden we gisteravond niet afgesproken dat we om half negen wilden ontbijten? Of heeft ze het verkeerd begrepen? We lopen maar naar het aanpalend café en bestellen een nescafé. Het is hier aardig smerig en de waard is volgens mij in geen weken in bad geweest. We krijgen meteen een Raki bij de nescafé, bovendien een schaaltje oude kaas. Volgens mij heeft de uitbater al een aantal Raki’s achter de kiezen. Na een half uurtje gaan we weer bij Catarina kijken. Het blijkt dat ze op de verdieping boven het restaurant bezig is. We roepen haar en vragen of we kunnen ontbijten. Dat kan, maar we begrijpen dat het restaurant eigenlijk om 10.00 uur open gaat. Tja, als we dat geweten hadden. Ik bestel zoals gewoonlijk omelet met brood en nescafé. Ik tel niet hoeveel eieren Catarina in de pan mikt, maar het zijn er heel wat. Tijdens het ontbijt vragen we of Catarina een taxi kan bestellen. Dat lukt, maar het is een zogeheten ‘snorder’, de plaatselijke taxi is aan het rijden. Even over tienen komt hij aanrijden. De man heet Kostas (ook al) en spreekt een beetje Duits. Z’n auto is maar een oud beestje, dus het gaat niet zo hard. Ook houdt Kostas er een beetje aparte rijstijl op na, maar mogelijk komt dat door zijn hoge leeftijd. In een minuut of veertig zijn we in Kallikratis en stoppen precies voor de Taverna. We rekenen €20,- af met Kostas, dat lijkt me redelijk. Kostas troont ons mee het terras op, er zitten hier wat bekenden van hem. We krijgen nescafé aangeboden en Raki. Kostas nuttigt er ook een paar, toch moet je ermee oppassen. Deze ongetwijfeld zelf gedistilleerde Raki heeft een alcoholpercentage van minstens 45%. Nu ik dit aanzie bedenk ik mij dat Kostas voor vertrek waarschijnlijk ook al aan de Raki heeft gezeten.
Zou dat zijn bochtentechniek verklaren? We vragen of Kostas ons morgen opnieuw naar Kallikratis kan brengen. Dat begrijpt hij niet goed, we zijn er toch al? Als we hem uitleggen dat we teruglopen naar Imbros neemt de spraakverwarring alleen maar toe. Hij springt in zijn auto en scheurt weg. Op weg naar een nieuwe klant? Nee, dat denk ik niet, hij gaat volgens mij de €20,- omzetten in drank. Wij stappen ook op en slaan de asfaltweg in naar Asfendos. Tja, op mijn kaart van minstens 10 jaar oud staat de weg nog als jeep-trail ingetekend, maar het is toch echt allemaal asfalt. Waar ik ook een probleem mee heb, dat is de omelet. Ik kreeg hem vanmorgen niet op, zo immens was hij. Nu ligt hij toch wel erg zwaar op de maag. Al die Raki’s zijn ook niet goed voor de spijsvertering. De komende dagen bestel ik geen omelet meer, zoveel is zeker.
Nu eerst een foto van mijzelf, mijn geweer hangt normaal aan mijn rugzak, maar nu heb ik hem in de hand genomen. Om elf uur gaan we van start en eerst gaat het omlaag. Tja, er staat geen wolkje aan de hemel en het is tamelijk warm. Na verloop van tijd gaat de weg stijgen, in de verte staat boven op de top een relayeerstation. Oeps, wat is het warm! We lopen Asfendos door, maar in eerste instantie beseffen we dat niet. Ja, we lopen door een onduidelijke verzameling schuren en wat huizen. Er is geen levende ziel te bekennen. Geen winkel, geen taverna, niets.
Daarna gaat de weg in zigzaggen omhoog en als we achteromkijken begrijpen we dat dit Asfendos is. Op de heenweg was het dorp ons eigenlijk helemaal niet opgevallen. Even na enen lopen we onder de top door. Boven ons staat het relayeerstation. We zijn nu 9 kilometer onderweg, maar uit ervaring weten we dat dit soort aanduidingen bij benadering is. Wij weten de precieze afstand, die is 12 kilometer. Kijk, zo’n bord wordt besteld, fabrieksmatig gefabriceerd en daarna gaat er een Griekse wegwerker op uit om het bord ergens neer te zetten. Als die wegwerker hier aankomt, schat hij de afstand tot Kallikratis op 9 kilometer. Sowieso heeft hij geen zin om nog verder te rijden in de hitte.
Zo komt zo’n bord hier terecht. Wij houden hier meteen maar even pauze. Na zo’n drie kwartier gaan we weer op weg. Kijk, in de diepte ligt Imbros. Na dik een uur bereiken we de driesprong. Rechts gaat het naar Askifou en links naar Imbros. Achter ons ligt Kallikratis, over het aantal kilometers zullen we het maar niet hebben. Op weg naar Catarina komen we eerst langs de supermarkt. Tja, het is meer een mimimarkt, maar fris, yoghurt en nog zowat hebben ze wel. Tegenover de supermarkt staat een restaurant. Een paar vrouwen zijn daar bezig om walnoten te pellen. De noten gaan in de yoghurt. Daar krijg ik meteen zin in. Het kan, en even later zitten we aan de yoghurt met noten en honing. Het smaakt weer overheerlijk. O.K., op naar Catarina.
We zijn er tegen vieren, dat valt alleszins mee. Omdat het zulk prachtig zonnig weer is ga ik een stukje verder – uit het zicht – in de zon zitten. Tegen half zes ga ik douchen en doe meteen een wasje. Daarna verpozen we ons een wijle in het restaurant. Catarina laat zien wat ze gekookt heeft. Het is Krasates-soupies, dat is een soort grote inktvis. Dat lijkt ons wel wat. We krijgen er boontjes en frites bij. Ik neem toch aan dat dit een echt Kretenzisch gerecht is. Ook nu drink ik er weer de bekende huiswijn bij. Het is een echt tafelwijntje, maar hij bevalt mij goed. Ook deze keer zijn wij de enige gasten. Opnieuw maken we het niet te laat.