Griekenland E4 (juni 2007)

Dinsdag 19 juni 2007
Eláti – Stournaraíka
De wekker gaat om 05.45 uur. Als ontbijt heb ik yoghurt met honing. Helaas geen koffie of thee, dat kunnen we op dit vroege uur nog niet krijgen. Ik drink er maar limonade bij.
De volgende keer moet ik niet vergeten om een elektrische dompelaar mee te nemen.
Iets in de vorm van muesli is trouwens ook nooit weg. We vertrekken om kwart voor zeven, het dorp slaapt nog. Het begin van de route is makkelijk, over de asfaltweg naar Vrodero. Onderweg zien we imkers die honing verzamelen.122. Imkers Om half acht zijn we in Vrodero en toevallig zien we de markering van de E4. Vreemd, volgens de kaart zouden we nog 500 meter door moeten lopen en dan pas rechtsaf moeten gaan. Nou ja, het bord hangt er niet zomaar, dus gaan we hier rechtsaf.123. Markering Het gaat meteen gemeen steil omhoog. Verderop weer markering en dan nog een bordje. Op de volgende splitsing hangt niets, we houden maar rechts aan. Dat blijkt niet te kloppen, de weg loopt dood. Terug, en linksaf. Dat klopt ook niet, de weg gaat weer terug het dorp in. We proberen nog wat mogelijkheden en voor we het weten zijn we een uur verder, maar nog steeds zitten we in dit …dorp. Op de kaart staan drie kapelletjes en we zien er twee. De E4 loopt langs de middelste, maar ja, welke is de middelste. Uiteindelijk laten we ons niet tegenhouden en lopen het bos in.124. Bos In het begin gaat het prima, maar later wordt het erg steil. Na veel geploeter komen we uit bij… het kapelletje. Dit moet wel de middelste zijn, want het terrein komt overeen met de kaart. Iets verderop vinden we het begin van de doorsteek over de bergen naar Stournaraíka. Op de kaart ziet het eruit als een stippellijn, die we zeker een kilometer of vier moeten volgen. Het begint goed, we zien zelfs zo nu en dan markering.125. Markering Uiteraard is het constant stijgen geblazen. We komen een bron tegen, helaas staat hij droog. Gelukkig komen we een half uurtje later weer een bron tegen, hier is water en we houden gelijk een half uurtje pauze.
Op een bergtop – één van de vele – heeft iemand een soort kampeerplek in elkaar geknutseld. Het dak lijkt me niet volledig waterdicht.126. Kampeerplek Helaas is er zo langzamerhand geen sprake meer van een pad, ook markering ontbreekt. We houden maar zo veel mogelijk zuidwestelijk aan. Het is hier echt ‘struinen’ geblazen, zoals we dat noemen. Regelmatig versperren omgevallen woudreuzen ons de weg, en vaak moeten we ons een weg banen door velden volledig dichtgegroeid met varens.
Op zich is dat niet erg, alleen kost het veel tijd.127. Struinen128. StruinenOver het algemeen dalen we, totdat we bij een droge rivierbedding komen. Deze bedding gaat vrij steil omhoog en aangezien er een blauw lijntje op de kaart staat, waar de gestippelde route langs loopt, volgen we de bedding tot bovenaan.129. Bedding Een half uurtje later zien we Stournaraíka in de diepte liggen. Hoger in de bergen (1500 meter) was het zo’n 20 graden, nu we lager zitten loopt de temperatuur op.130. StournaraikaTegen enen bereiken we een bronnetje. Aan dat koude water waren we wel toe. Het is niet eens zozeer de vermoeidheid, maar meer de onzekerheid betreffende de route, die me de das omdoet. Meermalen heb ik overwogen om maar terug te gaan, omdat ik twijfelde of we wel voor donker de bergen uit zouden zijn.131. Bron132. Bron Vanaf het bronnetje lopen verschillende ‘geitenpaden’ omlaag. Deze volgen we tot we rond half drie een dirt road onder ons zien. Op de kaart staat ook een dirt road, maar ja, waar we precies zitten, ik heb geen idee. Wat een narigheid dat mijn GPS niet werkt, ik neem me voor om er straks nog eens even voor te gaan zitten.133. Dirt road Op een splitsing van de dirt road treffen we toevallig een pick-up. We moeten rechts aanhouden, begrijpen we, en tegen drieën bereiken we de asfaltweg. Half vier zijn we aan de rand van het dorp, we hebben omgelopen. We moeten ‘ergens’ een afsnijding hebben gemist. Het is inmiddels 30 graden en bij het eerste het beste terras strijken we neer.
Dit blijkt een soort mini fastfood-restaurant te zijn. Ze hebben niet eens Nescafé, dan maar cola.
We lopen Stournaraíka in en ik besef dat we eigenlijk nog zes kilometer door moeten lopen naar Spanouláki. Ik zie dat we dan eerst twee kilometer naar beneden moeten en aan de andere kant van het dal weer twee kilometer omhoog. We moeten dan door het gehucht Isiomata heen lopen. Op de kaart loopt de weg niet eens door, welke verrassingen zouden ons daar te wachten staan? Dan nog twee kilometer min of meer omhoog naar Spanouláki. Dit dorp bestaat uit één hotel, verder is er niets. Wat te doen als dit hotel dicht is? Ik heb het wel gehad voor vandaag, aan meer avontuur heb ik even geen behoefte.
We gaan op een echt terras zitten en bestellen een Amstel. We worden bediend door een jonge Griekse die voortreffelijk Engels spreekt. We bespreken de mogelijkheden en besluiten hier een hotel te zoeken. Ook speelt mee dat we lezen dat de Griekse bergsportvereniging het advies geeft om vanaf hier de bus te nemen naar het dorpje Grópa, dat weer een paar kilometer verder ligt dan Spanouláki. Als reden geven zij aan dat de asfaltroute niet aantrekkelijk is. Onze jonge Griekse – ik moet straks haar naam even vragen – biedt aan om het hotel te bellen. Dat is een goed idee, wij zitten hier prima. Wat blijkt, de eigenaar van het hotel is niet aanwezig, maar zal er over een half uurtje zijn. We horen dat er een bus naar Grópa gaat om 10.00 uur. Dat is te laat, morgen staan er acht wandeluren op het programma. Een taxi dan maar? Onze Griekse belt en bestelt een taxi om 06.30 uur. Ik vraag of ik een foto van haar mag maken, maar helaas, ze is ‘too shy’ en durft niet.
Tegen vijven krijgen we een kamer en zoals gewoonlijk ga ik weer op mijn matje op het balkon. Het balkon is overdekt en ik geniet van een prachtig uitzicht. En dat voor maar €50,- voor ons drieën.134. Hotel135. Uitzicht De dames gaan boodschappen doen, ik ga onder de douche en aansluitend doe ik een wasje. Ik voel me weer 100% en nu gaat het gebeuren. Alle formules controleer ik en waarachtig, ik heb een fout gemaakt. Het is allemaal niet moeilijk, maar uiterst gebruiksonvriendelijk. Ik schiet een zonnetje ofwel ik raadpleeg mijn Amerikaanse vrienden. Het is niet te geloven, mijn positie komt door tot op enkele meters nauwkeurig. Dit betekent voor de komende dagen een groot gemak, we weten dan elke keer precies waar we zitten.136. Balkon Om zeven uur zoeken we een restaurant op. Ik bestel weer een Griekse salade – het valt me wel op dat dit gerecht er elke keer weer anders uitziet – souvlaki en een Amstel.
In totaal ben ik €11,- kwijt.137. Salade138. Souvlaki Ik zet mijn mobiel op 05.15 uur omdat we om 06.30 uur een taxi hebben besteld.