Zaterdag 13 maart 2010
Camagüey, Bayamo
Om half acht sta ik op. Een beetje duf ben ik wel! In de eetzaal is het rustig, logisch, zoveel stelt het ontbijt niet voor.
Om half tien rijden we naar het centrum van Camagüey. Ik vind het maar aan de late kant, gingen we de vorige reis niet altijd rond half negen op pad?
In het centrum bezoeken we eerst de ‘Iglesia del Carmen’. Echt bijzonder is de kerk niet, het plafond moet nodig gerestaureerd worden. De binnentuin is mooi, zo’n standbeeld heeft ook wel wat. Om de hoek staan onze fietstaxi’s al op ons te wachten. Tja, ik voel me altijd enigszins opgelaten als ik in zo’n ding zit. Aan de andere kant verdienen deze mannen een paar centen. Ze moeten er hard voor werken, want Camagüey is niet overal even vlak.
We hebben maar een paar uur in Camagüey, dus zijn de fietstaxi’s een uitkomst. Overigens, de Cubanen zelf maken ook uitgebreid gebruik van fietstaxi’s. Hoeveel van die dingen zouden er op Cuba rondfietsen? Is dit het Plaza San Juan de Dios?Tja, met zo’n grote groep is de uitleg niet altijd even goed te volgen. De gebouwen zitten in elk geval goed in de latex. Verder Che met zijn bekende uitspraak: ‘Hasta la Victoria Siempre’ (tot de overwinning, altijd). Ik heb het idee dat er minder van deze borden/spandoeken zijn dan drie jaar geleden. Ik vraag het aan Gladys en mijn gevoel is juist. Spandoeken die versleten zijn worden niet meer vervangen, die zie je dus bijna helemaal niet meer. Wat rest zijn de borden, maar ook borden die teloor gaan worden niet vervangen.
OK, onze fietstaxi’s brengen ons naar de Iglesia de La Merced. Heb ik een kijkje in deze kerk genomen? Of was hij dicht? Ik heb er in elk geval geen foto’s van.Verder is er hier een staatswinkel. Tja, de basislevensmiddelen zijn in Cuba ‘op de bon’. In het bonnenboekje staat precies waar iemand recht op heeft.Of de betreffende levensmiddelen daadwerkelijk in de winkel liggen is afwachten. Uiteraard moet er wel betaald worden. Dat gaat niet met de CUC (Convertible Peso), maar met de CUP (Peso Nacional). Er gaan 25 CUP in een CUC. Een CUP is dus bijna niets waard, maar de Cubanen krijgen nu eenmaal hun salaris in CUP uitbetaald.
Verder staan er op dit plein een aantal beelden. De mannen die ooit voor deze beelden hebben geposeerd zijn soms aanwezig. Voor een foto wordt uiteraard een kleine bijdrage gevraagd (in CUC, de toeristenmunt). Kijk, met een CUC kan een Cubaan tenminste wat. Iets verder is een galerie. Best wel mooie dingen hangen hier. Vorige keer hebben we hier een schilderijtje voor onze dochter gekocht. Als laatste brengen de fietstaxi’s ons naar de markt. Altijd leuk om te zien. Gelukkig doen de marktkooplieden niet moeilijk als ik foto’s maak. Dat kan hier uiteraard niet in het geniep.Verder is er een slager, ik zou dit vlees (meer vet eigenlijk) niet durven eten. Een horlogemaker is er ook. Verder een kwekerij. Ik had me voorgenomen om hier een aantal planten voor onze binnentuin te kopen. Nu ik hier zo sta, durf ik het toch niet aan. Ik vrees voor eventuele problemen met de Nederlandse douane. Tegen half een lunchen we en daarna lopen we naar de bus. Tjonge, er is zojuist een tropische regenbui gevallen. Het riool kan de watermassa met moeite verwerken. Om kwart voor twee rijden we weg, op naar Bayamo. Onderweg krijgen we nog een riante bui te verwerken, maar als we om half vier een koffiestop hebben, schijnt de zon weer.
Rond half vijf bereiken we na 170 kilometer Bayamo. We gaan meteen door naar het Huis van de Muziek. Hier zijn we (uiteraard) ook al eerder geweest. Dezelfde man van toen is er ook weer. Hij probeert zichzelf Nederlands te leren en toentertijd hebben we hem een Spaans-NL woordenboek gegeven. Het NL-Spaans woordenboek hebben we later opgestuurd. Hij heeft het nog ontvangen ook! Ik bestel een Cuba-Libre, maak wat foto’s en geniet van de muziek. Daarna maken we een rondwandeling door Bayamo. Heel spectaculair is het niet.
Een eigenbouw kraampje waar eten wordt verkocht. Ik zal het maar niet proberen. Een standbeeld. De winkelstraat. Tja, het is etenstijd, dus de boel is bijna uitgestorven. Zomaar wat kiekjes op staat. Er is nog een winkel open. Zo te zien is het een staatswinkel, mevrouw kijkt mij enigszins wantrouwend aan.Rond half zeven (het is intussen donker) zit de rondwandeling erop en stappen we in de bus. Tegen zevenen zijn we bij het hotel. Het is de bedoeling dat we om acht uur met de bus terugrijden naar Bayamo en daar bij ‘La Bodega’ gaan eten. Ik kan het niet meer opbrengen. Ik val om van de slaap. We horen dat we (tegen betaling uiteraard) ook in het hotel kunnen eten. We melden ons af bij Gladys en lopen naar het restaurant.
Hier genieten we een heel behoorlijk maaltijd en gaan daarna naar de kamer. Onder de douche en naar bed. Gelukkig geen disco of wat dan ook. Er zijn wel goede hotels!