Dinsdag 9 maart 2010
Cienfuegos
Tegen achten gaan we ontbijten en tegen negenen staan we met onze koffers bij de bus. Vandaag gaan we naar Cienfuegos, dat is zo’n 250 kilometer rijden. In Havana stoppen we nog even bij een sigarenfabriek. Gisteren heeft de groep gezien hoe sigaren gemaakt worden, nu kan er gekocht worden. Tja, wij hebben drie jaar geleden een paar sigaren gekocht, maar ze liggen nog thuis. Niemand rookt die dingen! Ze zullen intussen wel volledig uitgedroogd zijn. Dit keer kopen we dus geen sigaren.
We rijden Havana uit en meteen zitten we op het platteland. Bananen, papaja’s, akkers met groenten en hier en daar een eenzame boerderij. Toch zie ik ook veel braakliggende grond danwel begroeid met struiken. De ‘autopista’ is rustig. Er rijdt een enkele vrachtauto, wat auto’s, maar ook fietsers en paard en wagens. Tja, je gaat hier echt terug naar grootmoeders tijd. Het is een bizar land. Later zie ik grote velden met citroenen, sinaasappelen en grapefruits. Om 11.15 uur houden we een koffiestop bij Fiesta Campesina. Dat ligt nabij het dorpje Jagüey Grande. Zijn we hier eerder geweest? Ja, ik herken het meteen. De espresso is hier fameus en het geheel is prachtig gelegen in een tuin. Een paradijsje eigenlijk. Kokosnoten en bananen groeien er hier. Verder ossen, koeien en een soort knaagdier. Ook bloeien er hier prachtige planten. Nou ja, logisch, het is momenteel 27 graden in de plus. Om twaalf uur vertrekken we weer. Dichterbij Cienfuegos wordt veel suikerriet verbouwd. Gladys vertelt dat het vroeger een belangrijk exportartikel was, maar nu is de suiker alleen voor de binnenlandse markt. Suikerriet wordt jaarlijks geoogst en dat gedurende tien jaar. Daarna wordt er twee jaar iets anders verbouwd en dan weer tien jaar suikerriet. Wat is momenteel de grootste bron van inkomsten voor Cuba? Tot mijn verbazing zijn dat niet de toeristen, maar de uitgezonden artsen brengen het meeste geld binnen. Op plaats twee staat de toeristenindustrie en op plaats drie volgt citrus, nikkel en kobalt.
Om 13.30 uur rijden we door Cienfuegos en een kwartiertje later bereiken we het restaurant. Dit is gevestigd in het voormalige paleis van de broer van Batista. Ja, van je familie moet je het hebben. Ik hoor dat zo’n beetje het hele gebouw in Spanje is gemaakt en hier in elkaar is gezet. Nou, het ziet er dan ook prachtig uit. In de hal speelt iemand op de piano. Dat heeft wel wat.Als ik mij goed herinner was er in dit pand drie jaar geleden een nachtclub gevestigd.
Ons hotel van drie jaar geleden staat hier namelijk pal naast. Eh, nee, ik ben toen niet in de nachtclub geweest. Dit keer overnachten we niet in het aanpalend hotel, het is in renovatie.
Nou ja, in het restaurant moeten ze het nog een beetje leren, vlot gaat het niet.
Na de lunch lopen we nog even naar het dakterras. Ai, een prachtig uitzicht over de baai. Foto’s maken lukt helaas niet, er staan nogal wat stoelen en die krijg ik onherroepelijk in beeld. Als ik naar beneden loop, zie ik dat de 1e etage leeg staat. Nou, hier kan een aannemer zijn hart ophalen!
Om half vier rijden we naar Cienfuegos. Het is een stukje van niets. Onder leiding van Gladys lopen we door de hoofdstraat en daarna mogen we een half uurtje zelf rondkijken. Overal zie je die blauwe ‘schelpen’ op straat. Het zijn openbare telefooncellen.
Mobiele telefoons zie je in Cuba eigenlijk niet (uitgezonderd de toeristen). De jongens in de blauwe uniformen zitten op een internaat. Op de brommer kun je makkelijk met het hele gezin. Verder nog wat gebouwen en Che, die is hier toch wel mateloos populair. Ach, verder valt er hier niet zoveel te beleven, in een uurtje heb je het wel gezien.
Om zes uur rijden we weg en we gaan tot mijn verbazing niet naar een hotel in Cienfuegos. Pas na een half uur rijden bereiken we een groot hotel in the middle of knowhere.
Ze hebben wel een mooi zwembad, maar daar hebben we toch geen tijd voor. We krijgen een welkomstdrankje en een armbandje om. Zelfs de drank schijnt hier gratis te zijn. Tegen achten gaan we eens in de eetzaal kijken.Nou, dat is behoorlijk decadent. Als dit zo door gaat, kom ik zeker een kilo aan. Ik doe rustig aan met een salade en een klein hoofdgerecht. Verder nog een ijsje, al het gebak laat ik maar staan. Tja, een beetje schuldig voel ik mij wel. Cubanen leven en eten heel sober en luxe kennen ze al helemaal niet. In elk geval brengen wij hier de nodige euro’s heen. Tegen negenen gaan we naar de kamer.