Dinsdag 16 maart 2010
Sancti Spiritus
Het ontbijt genieten we vroeg, maar ik heb niet veel trek. Om 08.00 uur vertrekken we, want vandaag moeten we het halve eiland overrijden. Dat betekent ruim 500 kilometer te gaan. Overigens, we rijden meteen in noordwestelijke richting weg en nemen dus niet de prachtige kustweg zoals de vorige reis. Tja, dan moeten we omrijden en daar is vandaag geen tijd voor. Om half tien houden we een ‘fruitstop’ bij een fruitstalletje. Kijk, dat zijn leuke dingen voor de mensen. Onderweg bananencultuur en rijstvelden. Maar ook zie ik grote ‘prairies’ met vee.
Om 11.40 uur houden we een koffiestop bij Las Tunas bij het verkeersplein. Hier zijn we onderweg naar Bayamo ook al geweest. Dit keer heb ik pech, er is geen prik (elektriciteit). Tja, dat heb je wel vaker op Cuba. Het espressoapparaat werkt dus niet. Ik schroef mijn telelens maar op mijn camera en stel me enigszins verdekt op. Hier staan veel lifters, die proberen weg te komen. Het is trouwens knap warm, de parasols zijn inderdaad tegen de ‘sol’ oftewel de zon. Tja, en dan stap je natuurlijk in het eerste het beste voertuig dat de goede kant op gaat. Ik heb gehoord dat vele lifters vaak urenlang staan te wachten.
Dat ze dan veel te laat op hun werk komen is geen probleem, ze moeten het meteen compenseren door langer te blijven.Veel paardenkoetsen komen langs. Benzine/diesel is schaars, dus duur.Achterop de fiets is ook een optie. Of op een kraanwagen. Hebben die mensen mij in de gaten en zwaaien ze naar mij?
Dat neem ik toch aan. Of zouden ze niet op de foto willen? Tja, dan moet je niet op een kraanwagen gaan staan. Op de parkeerplaats staat een aantal auto’s. Ik zal eens wat kentekens fotograferen.
De kleur heeft uiteraard een betekenis. Blauw: deze (vracht)auto, bus enz. is van de Staat. Oranje (zeldzaam): buitenlander die werkt op Cuba. Rood: huurauto.Geel: particulier bezit.Verder nog (geen foto’s), Groen: defensie. Lichtbruin: directie Cubaans bedrijf. Wit: Staatsraad/Ministers. Zwart: ambassade.
Nu ik het over kentekens heb, op Cuba kent men het zogeheten puntenrijbewijs.
Onze chauffeur (Jorge) kreeg een keer een ‘bekeuring’ omdat hij zogenaamd niet had gestopt bij een voorrangsweg. Volgens Gladys had hij wel gestopt, maar Oom agent heeft op Cuba altijd gelijk. Dat kostte Jorge een aantal punten en daar was hij helemaal niet blij mee. Beter gezegd, hij was verschrikkelijk boos. Een chauffeur heeft een boekje met 50 vakjes. Dat zijn dus 50 punten. Als ik het goed begrijp zijn er drie klassen van overtredingen. Als er een overtreding wordt begaan in de zwaarste klasse, kost dat meteen 12 punten. Dat gaat dus wel hard. Als de punten op zijn, wordt het rijbewijs één maand ingehouden. Als je het rijbewijs nodig hebt voor je beroep, heb je dus een groot probleem. Na die maand krijgt de chauffeur zijn rijbewijs terug en een nieuw boekje met 50 lege vakjes. Nu moet hij/zij echt oppassen, want als het boekje binnen één jaar vol is, moet de chauffeur voor een commissie verschijnen. Als sanctie wordt het rijbewijs dan tussen de 1 (één) of 3 (drie) jaar ingehouden. Een beroepschauffeur kan dan zijn baan gedag zeggen. Kijk, daarom rijdt iedereen hier zo rustig en voorzichtig. Dit systeem zouden ze ook in Nederland moeten invoeren. Overigens, mij is bekend dat jonge chauffeurs in Nederland al met een puntensysteem werken. Tja, als dit in Nederland wordt ingevoerd, zal het verkeer veel veiliger worden. Waarom wordt het dan niet ingevoerd? Omdat de overheid dan veel geld (verkeersboetes) gaat missen!
Rond twee uur genieten we de lunch in hotel Camagüey. Helaas heb ik aan dat hotel niet al te beste herinneringen, maar de lunch hebben ze prima voor elkaar.
Na Camagüey zie ik wat veeteelt en suikerrietvelden. Toch zijn grote stukken land niet in cultuur gebracht. Om vijf uur houden we nog een korte pauze bij de Finca el Oassis.
Hier zijn we eerder geweest en de tuin is nog even mooi. Er stopt een US-vrachtauto. Ik heb ze al meer zien rijden. Hoe zouden die dingen hier – met de boycot – terechtkomen? Het is een Freightliner zo te zien. Om zeven uur en na 530 kilometer bereiken we ons hotel in Sancti Spiritus.Wij krijgen (als enigen!) een kamer op de 3e verdieping. Dat betekent traplopen, want er is hier geen lift. Nou ja, op de trap kun je niet blijven vastzitten, dat scheelt. We moeten meteen opgeven wat we willen eten. Nou ja, doe maar kip. Ik bestel een Cuba Libre à Pesos 3.50 en dat is aardig aan de prijs. Tja, kip met rijst en een colaatje. Vrij karig, maar ik ben de laatste paar dagen toch wat aangekomen.