Frankrijk GR6 en GR7 (E7) (okt 2012)

Donderdag 4 oktober 2012
Russan – Nîmes
Om half acht sta ik op en eet als ontbijt de rest van het brood (met honing als beleg).
Twee bekers thee erbij en ik kan weer vooruit. Eerst lopen we naar de Epicerie om boodschappen te doen. Dit keer is hij open, maar er is geen yoghurt en iets van een warme maaltijd in blik is er ook al niet. Ik koop als lunch twee chocoladebroodjes. Terug in de gîte rekenen we af en bereiden voor vertrek eerst nog koffie. Om half tien gaan we op pad. Eerst moeten we 1.5 kilometer terug naar Aubarne, daar loopt de GR6. Het is trouwens zwaar bewolkt en zo te zien heeft het vannacht behoorlijk geregend. Min of meer vlak lopen we door wijnbouwgebied. Kijk, daar staat zo’n moderne druivenoogstmachine, met de hand plukken is er niet meer bij. De machine staat trouwens stil, het is zeker pauze (of hij is defect). Tja, spectaculair is het landschap niet, maar toch is het hier prachtig wandelen. Even verder lopen we weer door wijnbouwgebied. Nog niet overal zijn de druiven er af. Deze zien er hapklaar uit, maar ik laat ze toch maar hangen. Monumenten zie je in elk dorp, hoe klein ook. Met dit monument worden de gesneuvelde soldaten herdacht van WO-I. Kijk, de rivier de Gardon. Ik had verwacht dat we veel dichter langs de rivier zouden lopen, maar dit blijkt sporadisch het geval. Als we door Saint Chaptes lopen komt er een waterig zonnetje door. Ik koop een blikje cola in de Boulangerie en eet er op een bankje mijn chocolabroodjes bij op. Tegen half één lopen we Brignon in. De teller staat intussen op 16.13 kilometer. Helaas, er is geen café, geen restaurant, niets. Hier verzoekt iemand om hier je auto niet te parkeren, tenzij je de lichamelijke handicap van betrokkene overneemt. Ik heb dit soort briefjes ook weleens in Nederland zien hangen. De olijven hangen er goed bij, maar het duurt nog wel even voor ze rijp zijn. Tja, dit huis, sowieso woont hier een tuinliefhebber. Zo hier en daar pakken we een stukje asfalt mee. In de verte ligt een dorpje met – nauwelijks zichtbaar – de opslagtanks van een wijncoöperatie. Tja, hier komt natuurlijk een gigantische plas wijn vanaf. Krijgen we dat wel op met zijn allen? Ik beloof dat het aan mij niet zal liggen. In de verte begint het te ‘heuvelen’. We zijn nu drie dagen aan het wandelen in de Rhône vallei en de Cevennen komen eraan. We lopen in principe de GR6, maar dit is een stukje samenloop met de GR700. Ik ga me maar niet verdiepen in alle varianten die hier lopen. Om vier uur bereiken we de bushalte van Ners. We hebben er 27.44 kilometer op zitten. Het is een beetje vreemd dorp, we lopen er eerst langs en pas daarna lopen we erin.
Een handwijzer kan hier geen kwaad! Kijk, hier is de gîte, maar er wordt niet opengedaan. Dat is natuurlijk heel vervelend. Verderop moet er nog een gîte zijn, maar we laten ons vertellen dat hij vol is. Tja, wat nu? Even bijkomen in een café of restaurant zit er niet in. In dit dorp is niets. Ja, wel een winkel, maar zo te zien is het ding al tijdenlang dicht. We komen langs een kapsalon.
De kapster leeft met ons mee en bij haar kunnen we een kopje koffie genieten.
Wat nu, vier kilometer doorlopen naar Vézénobres in de hoop dat we daar kunnen overnachten? Morgen is er een rustdag in Nîmes gepland. Zullen we meteen de bus nemen naar Nîmes? Dan zijn we daar alvast en hoeven we morgen niet heen en weer te ‘bussen’. OK, dat doen we en we lopen terug naar de bushalte. Volgens de dienstregeling kunnen we de bus van 17.33 uur halen, echter het is gewijzigd in 17.45 uur. Dat is nog te optimistisch, de bus komt 18.00 voorrijden. Helaas gaat hij niet verder dan Brignon, daar moeten we een uur wachten op de bus naar Nîmes. Intussen wordt het donker. Uiteindelijk vertrekken we om 19.20 uur. De chauffeur kan zeker slecht tegen de warmte, want de airco staat op ‘koud’. Om 20.00 uur komen we verkleumd aan bij het trein/busstation in Nîmes. Tjonge, we zijn er! Nu nog een hotel. Boven verwachting lukt dat snel. Nabij het station is er nog een kamer vrij (€72,50 voor twee nachten) in hotel César. OK, meteen maar eten en het dichtste bij is de Pizzeria That’s Amore. Ik bestel een Regina (tomaat, mozarella, ham en champignons) en een halve liter rode huiswijn. Een ‘pichet’ (=karaf) noemen ze dat hier. Ik maak nog een fotootje van de serveersters (links Laura en rechts Joséphine). Tegen tienen zijn we weer in ons hotel.