Sicilië (apr 2010)

Zaterdag 17 april 2010
Palermo – Monterosso Almo
We staan bijtijds op en tegen negenen gaan we op weg naar Monterosso Almo.
Uiteraard heb ik het goed voorbereid, het kan gewoon niet missen. De route op de autokaart (ik heb er meerdere, maar de kaart van Kümmerly+Frey 1:200 000 bevalt me het beste) ingetekend. Ter illustratie bijgaand een kaart van Sicilië, dat is dus niet de bewuste autokaart. Palermo ligt links boven en Monterosso Almo staat er niet op. Waar ligt het?
Rechtsonder ligt Ragusa en daarboven Vizzini. Daar ligt het tussen. Niet op de rode weg, dat is de 514, maar op de niet ingetekende 194 die Ragusa in min of meer rechte lijn met Vizzini verbindt. De afstand is, schrik niet, ongeveer 250 kilometer. Hoe groot is dat Sicilië nu eigenlijk? Het is ongeveer net zo groot als België. Rechts ligt de actieve vulkaan de Etna. Het is de grootste vulkaan van Europa. De hoogte is 3340 meter en daarmee het hoogste punt van Sicilië. Sicilië heeft ruim 5 miljoen inwoners.
Mijn plan is om de Maqueda af te rijden en daarna de Oreto. Als het goed is draaien we dan de A19 op. Helaas, de Oreto is een éénrichtingsweg, dus we volgen de bebording A19. Bebording? De bebording bestaat uit welgeteld één bord! Tja, we zullen wel iets verkeerds hebben gedaan, in elk geval zoeken we ons rot naar de oprit.
Uiteindelijk draaien we de A19 op en meteen is het verkeer een stuk rustiger dan in de stad. Tjonge, het verkeer in Palermo is het meest hectische van alle mij bekende steden.
Even na tienen pauzeren we bij de Esso. Het restaurant wordt verbouwd, vandaar deze ‘keet’. De espresso is in elk geval prima. Onderweg genieten we op een bankje van onze meegenomen lunch en van het uitzicht.Tja, we vrezen dat het teveel tijd kost als we in een restaurant gaan lunchen. Bovendien is de kwaliteit van het brood, de ham en de kaas van onze winkeltjes onovertroffen.
In de buurt van Vizzini staan hekken half over de weg. Formeel mogen we hier niet verder. Ik lees iets van een autorace. Nou ja, omrijden betekent echt omrijden, dat doen we dus maar niet. Het gaat goed, we komen niemand tegen.
Tegen tweeën zien we Monterosso Almo boven ons liggen. We zijn er bijna. Tja, het is nogal bewolkt, vorige keer was het weer beter. We zetten de auto neer op het pleintje voor de kerk. Tot mijn verbazing is de kerk open. Terwijl we wachten op Paolo kunnen we die net zo goed even bekijken.
Het informatiebord is enigszins gehavend, maar het is de Chiesa S. Giovanni Battista. De gevel is Siciliaans barok en het interieur sober. Het plafond is uitgevoerd met gipsen afbeeldingen. Het duurt nog even voor Paolo komt, dus lopen we een rondje. Het dorp is groter dan we in gedachten hadden. Aan het eind van het dorp staat de beschermheilige, maar met hem hadden we in de kerk al kennis gemaakt. Achter de beschermheilige strekt Sicilië zich uit. OK, Paolo komt aanrijden en we begroeten elkaar hartelijk. Op het weerzien drinken we een espresso, dat spreekt voor zich. Daarna brengt Paolo ons naar onze B&B. Het staat te koop, wie biedt? Van buiten oogt het een beetje verweerd, maar van binnen ziet het er prima uit. Paolo heeft een aantal geschenken voor ons, waaronder een blik met 5 liter olijfolie. De olie komt van zijn eigen olijfgaard en is de beste van de regio! Kijk, hier zijn we erg blij mee, want tot heden konden we geen 5 literblik olijfolie in de supermarkten vinden. Hier kunnen we weer bijna een halfjaar mee vooruit. Gelukkig hadden we zelf ook de nodige geschenken meegenomen, waaronder een woordenboek Italiaans – Nederlands. Dat gaat ons bij een volgend bezoek gemak opleveren. Paolo heeft een avondvullend programma samengesteld. Als eerste bezoeken we het dorpshuis waar een dia-avond is georganiseerd. Hier worden dia’s vertoond uit vervlogen jaren. Om en om neemt een spreker het woord om in rap Italiaans kond te doen van de bewogen geschiedenis van dit dorp. Nou, de bewoners van Monterosso Almo hebben echt hun best voor ons gedaan. Na deze historische terugblik lopen we een rondje. Als eerste bezoeken we de kapper, die nog vol in bedrijf is. Hier wordt nog met het mes geschoren. We hebben wel bekijks, we zijn de enige toeristen hier. Daarna volgt de Santuario Maria SS. Addolorata. Het is zaterdagavond, maar er is een mis aan de gang. Is er vandaag iets bijzonders? De kerk is nog aardig gevuld ook. De foto van het altaar maak ik met de telelens, want wij blijven achterin staan. Daarna volgt een nachtelijk stuk Monterosso Almo. Paolo loopt – als gepensioneerd politieagent – volgens mij een standaard patrouillerondje. Dat heeft wel wat, die uitgestorven straatjes in het donker. Inmiddels is het bij negenen, tijd voor het diner. Paolo gaat naar huis, morgen komt hij ons om half tien ophalen. Negen uur, toch is het restaurant zo goed als uitgestorven.
Tja, Italianen eten laat, dat blijkt weer. Om te beginnen bestel ik rode huiswijn en die is prima. We krijgen er meteen iets te knabbelen bij. De kaart is redelijk uitgebreid, maar voor het gemak bestellen we pizza.
Die zijn hier trouwens slechts €6,- per stuk, dat scheelt zeker de helft met Palermo.
De pizzabakker staat afwachtend bij zijn houtgestookte oven. Al snel worden onze pizza’s naar binnen geschoven en even later staat de pizza voor mijn neus. Tjonge, dat proef je meteen, een pizza uit een houtgestookte oven. Als we tegen tienen zo’n beetje uitgegeten zijn, komen er nog gezinnen (met kinderen) binnen, die nu pas gaan bestellen. Tja, ’s lands wijs, ’s lands eer.
Als laatste wordt een kan ‘Limocello’ voor ons neergezet, het is een presentje van Paolo. Tjonge, dit is echt lekker spul, rustig aan maar. OK, na 200 meter lopen zijn we in onze B&B en zoeken onze bedjes op.