Sicilië (apr 2010)

Dinsdag 20 april 2010
Palermo – Trápani
Om acht uur staan we op, ontbijten en pakken in. Ik realiseer mij dat ik nog geen foto van ons appartement heb gemaakt. Op de eerste foto staat het vertrek van zoonlief met slaapbank. Op ‘zolder’ is nog een vertrek en links daarvan een ‘slaapkamer’ met een tweepersoonsbed. Op de tweede foto de ‘woonkamer’, linksachter het keukentje en rechtsachter de badkamer. Alles is betaald (via Tururi), dus leggen we de sleutels op tafel en trekken de deur achter ons dicht. Op naar Trápani. Daar rijden we eerst naar de B&B die Tururi voor ons gereserveerd heeft. Hier hangt in de receptie een grootbeeld TV en daar zien we op BBC voor het eerst beelden van de vulkaaneruptie. Tjonge, dat is wel even schrikken! Nu komt het toch wel erg dichtbij. We spreken een Belgisch echtpaar, met twee kleine kinderen, die al vanaf vrijdag proberen weg te komen. Elke dag zijn ze naar het vliegveld geweest om iets te regelen. Vanmiddag kunnen ze misschien mee op een vlucht naar Barcelona en ze hopen vandaar verder te kunnen vliegen.
OK, we gaan zelf ook naar het vliegveld, dat is een kwartiertje rijden. Tja, het bord ‘Departures’ ziet er niet best uit. Alle vluchten zijn gecancelled. We sluiten ons aan in de rij voor het ticketoffice en zijn na anderhalf uur aan de beurt.
De – doodvermoeide – juffrouw heeft slecht nieuws. We kunnen pas maandag de 26e om 15.00 uur vliegen op Eindhoven. De vluchten daarvoor zijn allemaal al volgeboekt.
Tja, we kunnen elke dag gaan kijken of er misschien mensen niet komen opdagen.
Wat een narigheid. Tja, we boeken dat maar, we hebben geen keus. Op het vliegveld verlengen we meteen de huurauto en betalen daarvoor €200,-. Tja, wat zullen we eens gaan doen. Sicilië is natuurlijk prachtig, maar eigenlijk willen we naar huis. Het is wel mooi geweest. Nou ja, hier vlakbij zijn de beroemde zoutpannen. Laten we daar maar even gaan kijken. Sinds de oudheid wordt er hier zout gewonnen. In de 19e eeuw werd het zout tot Noorwegen geëxporteerd. De laatste jaren zit de klad erin en dat is goed te zien. Momenteel is het gebied eigenlijk een natuurreservaat. Tja, laten we maar eens in Trápani gaan kijken. Volgens de Capitool-gids is het niet spectaculair, maar dat wil ik zelf zien. We parkeren de auto aan de haven
Kijk, hier is de Tall Ships Regatta 2010 aan de gang. Er ligt zelfs een Nederlands schip, de ‘Oosterschelde’. Zouden we mee kunnen varen naar Nederland? Ik spreek een bemanningslid aan. Het is een Belg die geboekt heeft op dit schip om twee weken door de Middellandse Zee te varen. Ze gaan dus voorlopig niet terug. De Belg vertelt dat zijn vlucht was gecancelled en dat hij met de trein is gekomen. Hij heeft 42 uur ‘gespoord’! Nu is het wachten op nog een aantal gasten die verlaat zijn. De meeste Tall Ships zijn al weg.
Iets verder ligt nog een mooie tweemaster. De ‘Laura’ ligt er ook. Die zou onze Laura wel willen hebben! Met dit racemonster is ze in een paar dagen de wereld rond. Nog een driemaster, de ‘Tenacious’. OK, we lopen de stad in op zoek naar ijs en espresso. Wat is dit? Een optocht, hoewel, ik bedoel een processie. Zo te zien is de complete bevolking van Trápani uitgelopen. Sowieso wordt het beeld door tientallen mannen op de schouders genomen. Ik heb dit wel eerder gezien, toch blijf ik het een merkwaardig fenomeen vinden. IJs vinden we, dat is op Sicilië niet zo moeilijk. Op elke hoek van de straat is wel een ijssalon. Zouden al die uitbaters hier wel een belegde boterham mee verdienen? Daarna lopen we lukraak door wat (hoofd)straten. Groot is het centrum in elk geval niet. Hier een mooie fontein, helaas staat het water er niet op. Dit moet wel het Palazzo Senatoria zijn, helaas staat er niets over in de Capitool-gids. En dit is de Chiesa Del Collegio Dei Gesuiti. Ook deze staat niet in de Capitool-gids. Desondanks nemen we een kijkje in de kerk. Tegen half zeven zijn we weer in onze B&B. We kunnen hier ook dineren, we hoeven er dan ook niet meer met de auto op uit, want we zitten toch midden op het platteland.
Eerst kijken we nog even op internet, dat kan hier gelukkig. De situatie is ongewijzigd, maar we zien wel dat er morgen een vlucht is op Parijs. Daar heeft de baliedame het vanmorgen niet over gehad. Een Nederlands echtpaar is het wachten zat en heeft een ticket geboekt van Palermo naar Genua met de veerboot. Dat ding vaart er 20 uur op. Daarna hopen ze met de trein verder te kunnen reizen. Tja, dat is misschien ook iets voor ons, om hier nog een week te moeten rondhangen trekt ons niet aan. OK, eerst maar eten. We bestellen het een en ander, maar de ober komt een keer of wat terug om te vragen wat we ook alweer besteld hadden. Wat een wazig type! Ook blijft hij maar zeggen dat we onze paspoorten moeten inleveren. Kijk, daar houd ik niet zo van, dus houd ik me een beetje van de domme. Wat moet die man met onze paspoorten? We hebben alles al betaald (via Tururi), dus hij moet niet zo zeuren. Uiteindelijk komt het voorgerecht, te weten toast met tomaat. Nou ja, de toast is wel een beetje verbrand, dus dat schrapen we er maar af. Daarna komt de Gnocchi schotel en dat smaakt prima. OK, morgenochtend gaan we eerst naar het vliegveld van Trápani om te informeren naar de vlucht op Parijs. Als dat niet lukt rijden we naar Palermo, kopen een ticket voor de veerboot en leveren in Palermo de auto in. Tegen tienen kruipen we erin, hier valt verder weinig te beleven.