Zaterdag 27 mei 2006
Toronto – Niagara Falls – Buffalo
Om zeven uur gebruiken we het ontbijt. Vreemd is dat, gisteren toch tamelijk uitgebreid gegeten en nu heb ik alweer trek. Om tien voor acht staan we met de koffer bij de bus. Ook deze keer help ik Barbara (onze chauffeuse) even mee met het beladen.
De zon schijnt volop, het is onbewolkt en het wordt al aardig warm. Zo mag ik het graag hebben. Op naar de CN-Tower. Eigenlijk gebouwd als communicatietoren voor de Canadese spoorwegen, maar nu ook in gebruik als uitkijktoren. Het ding is in totaal 523 meter hoog, het platform zit op 447 meter hoogte en je kunt maar liefst 120 km ver weg kijken. Het is het hoogste gebouw van Noord-Amerika. De nog te bouwen Freedom toren – op de locatie van de voormalige Twin Towers – moet 510 meter hoog worden. Uiteraard wil de VS de hoogste toren op eigen grondgebied.
Wat een imposant bouwwerk! Ik schrik ervan! Uiteraard weer de nodige security checks, daar zullen we mee moeten leren leven. Gelukkig is het nog vroeg, we kunnen na even wachten in de lift. Oeps, één wand is van glas! Het gaat pijlsnel omhoog, gelukkig dat de liftboy (een meisje) een verhaal afsteekt om de aandacht af te leiden. Wie bouwt er nu zo’n idioot hoge toren? En welke idioot moet zo nodig gaan kijken?
Ik zei de gek! Wat een uitzicht! Fenomenaal! Ik hoor dat dit het hoogste uitzichtpunt ter wereld is. Ik vind het sowieso hoog genoeg. Beneden ligt Madurodam.Er is ook een gedeelte van de vloer uitgevoerd in glas. Wie bedenkt zoiets? En wie moet er zonodig op gaan staan? Dit is tamelijk eng! De rest van de ochtend zijn we vrij in beweging. Wat een prachtige stad. Het is vandaag ‘open monumentendag’. We kunnen overal gratis binnen kijken. Wolkenkrabbers staan er hier genoeg.Prachtige waterpartijen, ze hebben er hun best op gedaan. Voor mijn gevoel is Toronto de hoofdstad van Canada.We steken de staat over. Er staat een agent, die ons een vriendelijk ‘Good morning’ toewenst. Dat heb ik nog nooit ergens meegemaakt. We drinken koffie bij Starbucks. Prima, zoals gewoonlijk. Later lunchen we in Eatons, een immens winkelcentrum, waar in de entree een vlucht eenden (regenwulpen?) te zien is. Rond één uur stappen we weer in de bus. Op naar de Niagara Falls, misschien wel het hoogtepunt van deze reis. Eerst bekijken we de watervallen vanuit de helikopter.
De ‘rechte’ waterval is de Amerikaanse van 223 meter breed en de ‘hoefijzervormige’ waterval is de Canadese van 636 meter breed. Het verval is 55 meter.
De Niagara Falls zijn in 1678 door een Franse pater ontdekt. Er komen hier 14 miljoen mensen per jaar een kijkje nemen. Ik moet zeggen, het is zeer indrukwekkend. Ook maken we nog een tochtje per boot, waarbij we gehuld worden in blauwe regenkleding. Best wel een komisch gezicht. Eerst varen we langs de Amerikaanse waterval en daarna tot in de hoefijzervormige waterval. Ook weer zeer de moeite waard. Overigens is het maken van foto’s op dat moment niet meer mogelijk door de nevel. Om zes uur passeren we de grens en zijn weer op Amerikaanse bodem. Op naar Buffalo, naar ons hotel. We eten bij Bob Evans, maar dat valt een beetje tegen. Tja, het kan niet altijd kaviaar zijn. Bovendien stond de airco daar zo koud, dat we onze jassen maar hebben aangehouden.
Amerikanen houden van King size éénpersoonsbedden. Meestal kunnen we daar met z’n tweeën in. Dit éénpersoonsbed slaat alles, wat een gigantisch bed.