Pieterpad (Juli 2006)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Reisverslag Pieterpad (8e traject) van Vorden naar Nijverdal
zaterdag 22 juli t/m zondag 23 juli 2006

Zaterdag 22 juli 2006
Vorden – Holten
Vandaag en morgen wil ik van Vorden naar Nijverdal lopen. Als ik dit ‘stukje’ af heb, zit het Pieterpad erop. Ik hoop dat alles goed gaat, want in januari ben ik halverwege dit traject met griep uitgevallen. Intussen ben ik goed hersteld, echter ook dit keer zit het weer een beetje tegen. In januari vroor het en nu wordt er 34 graden boven nul verwacht. Afgelopen dinsdag is de Vierdaagse van Nijmegen na het overlijden van twee deelnemers afgelast. Ook de fiets-vierdaagse van Drente gaat volgende week niet door. Ben ik wel verstandig bezig? Goed, als het vanmiddag echt te warm wordt, zoek ik wel een zwembad, een meertje of een beekje om me daar een tijdje te verpozen om dan later op de avond door te lopen.
Ik vraag me af of Karel nog meegaat. Mijn internetaansluiting werkt na de verhuizing nog niet, dus kan ik eventuele mailjes niet lezen. Ik wacht het maar af.
Ik pak de trein van 08.37 uur. Die is mooi op tijd. Dan de trein van 09.19 uur vanuit Zwolle naar Zutphen. Nee, Karel zie ik niet, dus wordt het naar alle waarschijnlijkheid een solitaire wandeling. Ach, dat heeft ook wel wat, ik ben dan in ieder geval eigen baas.
In Zutphen stap ik over op het Syntus-boemeltje naar Vorden. Tot mijn niet geringe verbazing zie ik nog een aantal wandelaars. Ook zij laten zich door het verwachte zeer warme weer niet afschrikken. Dat geeft de burger moed.
Om kwart over tien ben ik in Vorden. Tjonge, het is al knap warm! Ik begin om de verkeerde kant op te lopen. Dat wil zeggen, eerst loop ik in zuidelijke richting, want ik wil beginnen met een fotootje van Kasteel Vorden. Als ik er bijna ben zie ik een handwijzer.
Ik maak daar een foto van en terwijl ik bezig ben, nadert een jongedame. Ik kijk haar aan en ze begrijpt het al. Ik poseer in mijn zomerse outfit en ze maakt een leuke actiefoto. Daarna loop ik een rondje om het kasteel, maak wat foto’s en zie dat de theeschenkerij al open is. Wat schetst mijn verbazing, de jongedame van zojuist werkt hier. Ik bestel – uiteraard – KMA. De geschiedenis van kasteel Vorden gaat terug tot de veertiende eeuw.
Het tegenwoordige kasteel is in het midden van de zestiende eeuw gebouwd. De opzet is sedertdien niet meer veranderd: een tweetal langwerpige, vrij hoge vleugels die loodrecht op elkaar staan en een vierkante toren op de buitenhoek. Aan de binnenzijde is er een achtkant-traptorentje. Zadeldak en trapgeveltjes van de vierkante toren zijn later aangebracht. Een gracht ligt om het kasteel. In de negentiende eeuw is het huis grondig gerestaureerd, onder andere zijn toen de kruiskozijnen en de schelpvormige decoratie boven de vensters weer aangebracht. Na de KMA begint het pas echt. Ik zet koers in noordelijke richting, passeer opnieuw station Vorden en doorkruis open landschap. Na een paar kilometer passeer ik huize ‘Den Bramel’. De foto die ik ervan maak is helaas mislukt, dat wil zeggen: ik maak hem met de lens in tele-stand. Dat is wat lastiger en daardoor staat het huis scheef op de foto. Geen gezicht natuurlijk. Gelukkig hebben we tegenwoordig Photoshop, grote truc en huize ‘Den Bramel’ staat weer recht. Even verder is huize ‘Het Enzerinck’, een in 1835-1836 gebouwd neoclassicistisch landhuis. Een paar kilometer bos volgt, gelukkig loop ik daardoor in de schaduw. Na het bos krijg ik weer een open landschap voor de boeg. Ik loop het bruggetje over het riviertje ‘De Berkel’ over, en zie een picknicktafel. Eerst loop ik naar het water om een foto te maken. Tevens maak ik mijn petje en sjaal drijfnat. Dat koelt lekker af. Het is rond half één en tijd voor de lunch. Het is broeierig warm, gelukkig niet die felle zon van gisteren, het is een tikkeltje sluierig. Ook staat er een klein beetje wind. Als het zo blijft kan ik vanmiddag in een rustig tempo doorlopen. Ik heb brood bij me en een literfles Bonomel yoghurtdrink. Dat gaat er wel in. Nu moet ik een kilometer of drie doorbijten naar het dorpje Laren. Open landschap, veel schaduw is er niet. Vlak voor Laren krijg ik het toch wel erg benauwd. De liter yoghurtdrink was mogelijk teveel van het goede. Gelukkig zie ik op tijd een klein bosje waar ik even uit zicht ben. Laren is niet fotogeniek, het fototoestel blijft in de hoes. Hetzelfde restaurant dat we in januari ook al bezochten vereer ik opnieuw met een bezoek. Toen namen we erwtensoep, nu bestel ik champignonsoep en een cola. Even later komen maar liefst acht wandelaars het terras oplopen. Het zijn mannen van een jaar of dertig. Ze steken acht vingers in de lucht en maken daarna het gebaar van een schuimend groot glas bier. De serveerster begrijpt het direct. Ik bestel zelf nog maar een cola.
Na het afrekenen ga ik weer snel op pad. Laren uit en al vlot gaat het de bossen in.
Ook dit keer volg ik de bordjes ‘Dikke Boom’. Inderdaad een immens exemplaar. In het park van ‘Huis Verwolde’ is wat te doen. Er is een expositie van een bijzondere plantensoort. Kopen kun je ze ook, veel mensen lopen naar de auto met één of meerdere exemplaren onder de arm. Ze glimlachen er gelukzalig bij. Het zal ongetwijfeld iets speciaals zijn.
Park en ‘Huis Verwolde’ is een paradijs voor liefhebbers van natuur- en cultuur.
De classicistische edelmanswoning uit 1776 is prachtig gelegen in een groot particulier landgoed. De tuin werd in 1926 ontworpen door Hugo Poortman. Een rondleiding langs onder andere de Chinese kamer, ontvangstzaal en slaapvertrekken kan uitsluitend onder leiding van een gids. Daar zal ik toch een andere keer voor moeten terugkomen, vandaag moet er gelopen worden. Nog een kilometer of drie bos, maar daarna wordt het voornamelijk weiland. Even verder passeer ik de boerderij waar ik in januari ben uitgevallen. Ik maak nog een praatje met de boer, ook deze keer is hij weer bezig om het erf aan te vegen. Het is wel toevallig. De bewolking neemt intussen toe en ook de wind wordt sterker. Het gaat mis, het begint te regenen. Onder een paar dikke bomen langs een kanaaltje wacht ik even af. Op het moment dat ik mijn regenjas aan wil trekken stopt het met regenen. Dat gebeurt mij nou altijd. Even verder staat een grote boerderij met een bord. Er staat op dat wandelaars gebruik kunnen maken van het koffiezetapparaat in de schuur. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt en dat wil ik zien. Het blijkt een kleine kantine te zijn voor het personeel. Koffie, thee, soep en dergelijke is voor een kleinigheid te koop. Wat een service, zelf afrekenen, het geld kan in een busje.
Tegen vijven kom ik bij camping ‘De Zuurberg’, best een leuke mini-camping. Een nachtje kamperen kost €5,- en een douchemuntje kost €0,50. Heel redelijk, maar ja, verder heb je ook niets.
Ik begin maar met een wit wijntje en ondertussen zet ik water op voor een kopje kerriesoep. Het is intussen wel behoorlijk afgekoeld. In dit land is het ook alles of niets!
Ik merk dat ik mijn dijbenen een beetje heb open gelopen. Pech, ik merk dat mijn crème op is. Morgen moet ik er maar een pleister opplakken. Tijdens de soep begint het geweldig te plenzen. Ik ben blij dat mijn tent staat en snel kruip ik erin. Na een minuut of tien is het weer droog, dus zet ik snel water op voor de Spaghetteria Bolognese.
Het smaakt me weer prima, maar dat komt natuurlijk mede door de witte wijn. Normaal doe ik twee avonden met een fles, maar ja, deze keer moet ik de fles vanavond leegmaken. Het is niet anders.
Ik ga maar douchen, er is hier echt niets te beleven. Met het restje witte wijn duik ik in de slaapzak en ondertussen bestudeer ik het traject van morgen. Ik reken uit dat ik er vandaag 27 kilometer op heb zitten.