Vrijdag 4 mei 2018
Lecce – Santa Maria di Cerrate – Ostuni – Locorotondo – Martina Franca – Massafra – Mottola
Om zeven uur staan we op en pakken de rest in. De koffers gaan vast naar beneden en in de auto. Om acht uur zitten we aan het ontbijt. We leveren de sleutels in en nemen afscheid. Betaald was alles al. Tegen negenen rijden we weg. We nemen niet de kortste route naar Mottola, maar nemen de aanbevolen route van Clara. Op die manier rijden we door het gebied waar de Trulli (enkelvoud: Trullo) staan. Maar om te beginnen programmeer ik Santa Maria di Cerrate in.
Deze benedictijnenabdij staat met ster in de gids en ligt 20 kilometer ten noorden van Lecce. Hm, trekken we dat wel? Volgens Google maps is het zo’n 135 kilometer naar Mottola. Daar komen natuurlijk wat kilometers bij, want we willen wat stadjes bezoeken. Ok, we doen het! We rijden voor de laatste keer door Lecce (erg druk!) en nemen dan de S613. Al om halftien bereiken we Santa Maria di Cerrate. Kijk, daar ligt het, aan de buitenkant ziet het er eigenlijk niet uit. De benedictijnenabdij gaat pas om tien uur open, dus ik maak wat foto’s in de ‘voortuin’.Om tien uur precies gaat het hek open en in het kantoortje kopen we twee tickets à €5,- per stuk. Er hangt hier een overzichtskaart, heel groot is het complex niet.De benedictijnenabdij is gesticht door Bohemund van Tarente (1054 – 1111) en groeide snel uit tot een belangrijk religieus centrum. In 1711 werd het complex door de Turken verwoest (ik neem aan later weer opgebouwd).
Kijk, dit is de kerk.En dit de bron.Ooit bedekten de fresco’s uit de 12e eeuw de muren compleet, maar er is toch veel moois behouden gebleven.Verder een olijfoliemolen en een graanmolen.Om halfelf rijden we weg (we waren trouwens de enige bezoekers). We pakken weer de S613, rijden langs Brindisi (geen aanrader volgens de gids), en slaan een stuk verder linksaf over de SP20 richting Ostuni. Dat bereiken we om kwart voor twaalf. Het is even zoeken naar een handige parkeerplaats, maar het lukt. We lopen naar het Piazza della Libertà met het 20 meter hoge standbeeld van Sant’Oronzo, de patroonheilige van Ostuni.We lopen de Via Cattedrale in.Het stijgt behoorlijk, dus rustig aan, dan trekt mijn pacemaker het net.Daar staat de informatie, we zijn op de juiste plek (want Ostuni staat vol met kerken!).Tja, dat busje maakte geen haast, en wij hebben ook niet de hele dag de tijd. Toch is de gotische gevel uit de 15e eeuw goed te zien, die bestaat uit een combinatie van holle en bolle lijnen. De rijke, concentrisch geplaatste ornamentering van het grote opengewerkte rozet verwijst naar de onderverdeling van de tijd: 24 zuiltjes voor de uren van de dag, 12 kapitelen voor de maanden van het jaar en 7 engelenkopjes voor de dagen van de week omringen Jezus, de meester van de tijd. Het geheel wordt omgeven door een fries met de 12 apostelen.Het interieur van de kerk is verscheidene keren gerestaureerd en heeft nog maar weinig oorspronkelijke elementen. De plafondschilderingen, die het leven van Christus uitbeelden, dateren uit de 18e eeuw, net als het altaar van verguld hout, in de kapel van het transept.Zullen we hier wat nuttigen? Nee, het terras ligt ons teveel in de loop. Boven ons is een schitterende loggia (1759) tussen het Palazzo Vescovile (bisschoppelijk paleis) en het Palazzo del Seminaria (zetel van de curie).Iets verder zien we een restaurant naar ons zin.Een ijsje gaat er ook wel in. En ze hanteren hier niet zo’n ‘knieperig’ ijsschepje, nee, met een spatel wordt het ijs hoog opgetast. En waarom smaakt het ijs in Italië vele malen beter dan in de Nederlandse (zogeheten: Italiaanse) ijssalon?Overigens, de olijfbomen van Puglia leveren 40 procent van de totale olijfolieproductie van Italië (450.000 ton in 2015), de tweede producent ter wereld, na Spanje. Alleen al in Puglia staan meer dan 50 miljoen olijfbomen, waarvan maar liefst 5 miljoen zogeheten monumentali, eeuwenoude bomen met grillig verwrongen vormen. Deze bomen worden beschermd, want ze zijn het kostbaarste erfgoed van de regio. Om die reden heeft Puglia strenge wetgeving rondom de olijfbomen opgesteld. Ze zijn geteld en staan geregistreerd, en worden voortdurend gemonitord, mede om te voorkomen dat ze worden omgehakt of verplant. Maar het grootste gevaar is de Xylella fastidiosa, een bacterie die sinds 2013 huishoudt en olijfbomen van meer dan 100 jaar oud uitdroogt, wat betekent dat het grootste deel van de bomen in Puglia gevaar loopt. Er bestaat nog geen remedie tegen.
Van Christine hoorden we in Griekenland dat er veel Griekse olijfolie wordt geëxporteerd naar Italië en gemengd met Italiaanse olijfolie als zodanig wereldwijd wordt verkocht.
Via de oude stad – een wirwar van witte middeleeuwse straatjes en trappen – die het midden houdt tussen de kasbah en een Grieks stadje, lopen we door de Via Cattedrale naar beneden.Kijk, daar staat onze beschermheilige. Nog een stukje verder en dan rechtsaf naar het Parco Rimembranze. Aan de rand daarvan staat onze auto.We pakken de SP17 en rijden via Cisternino naar Locorotondo.
Halverwege Cisternino zien we onze eerste trulli en daar voorbij de tweede. We rijden nu echt door het gebied waar de trulli zich bevinden.Aan de rand van Locorotondo staat een heel partijtje. Maar ja, dit lijken me geen authentieke, maar recent gebouwde trulli. Het stadje staat met ster in de Michelingids. Locorotonda ligt op een heuvel en we zagen van verre de witte huizen al liggen.
De geschiedenis van de trulli gaat mogelijk terug op een truc van Giangirolamo II Acquaviva van Aragon, graaf van Conversano (l7e eeuw). De koning van Napels hief belasting op de gebouwen in zijn rijk, maar de graaf wilde die niet betalen. Hij liet de boeren a secco bouwen, zonder fundament of mortel zodat hun huizen bij een inspectie snel konden worden afgebroken. In het hele Middellandse Zeegebied hebben nog lang van dit soort gebouwtjes in de velden gestaan, meestal opgetrokken uit kalksteen, een bouwmateriaal dat de boeren op het land vonden. In de 19e eeuw werden er vooral veel trulli gebouwd op de kleine wijnpercelen in de Valle d’ltria, maar behalve op het platteland verschenen ze in die tijd ook steeds meer in een stedelijke omgeving. De oorspronkelijke bouwwijze was rond en heel eenvoudig; de trulli hoefden alleen te dienen als schuilplaats voor de boeren en het vee. Toen ze later voor permanente bewoning werden gebruikt, werden de meeste trulli met een vierkant grondplan gebouwd. Ze staan vaak in groepjes van 2 tot 5 bij elkaar, elk met een eigen functie (woonvertrek, bakhuis, slaapkamer, stal). De kap wordt afgesloten door een sluitsteen (serraglia) of door stenen die zijn gerangschikt in de vorm van een kraagboog. De kenmerkende kegelvormige, overstekende daken zijn bedekt met chiancarelle, dakpannen van de plaatselijke grijze kalksteen. Op de daken staan pinakels met verschillende vormen. De betekenis daarvan (symbolisch, sociaal, handtekening van de bouwer) is onbekend. Datzelfde geldt voor de versieringen die in het kalk van de daken zijn geschilderd en die vaak een religieus karakter hebben, maar ook esoterisch kunnen zijn.
Om twee uur rijden we Locorotonda in en parkeren de auto. Vlakbij staat de Chiesa di Maria SS. Addolorata. Deze kerk staat niet in de gids, toch gaan we even kijken. Sowieso zijn we niet de enigen.Iets verder lopen we door deze poort de oude stad in.Nou, Locorotonda heeft precies wat de Michelingids belooft. Smalle straatjes, trappen, portieken, ongerepte pleintjes, typische huizen met een scherp puntdak, het kan niet op.De Chiesa di San Nicola di Myra staat wel in de gids. Hé, een bekende naam! Het kerkje is piepklein. Het plafond is bedekt met musicerende engelen, geschilderd in de 17e eeuw.Hm, de Chiesa Madre hebben we gemist en die bevindt zich eigenlijk om de hoek.
We komen terecht bij de Chiesa Madre di S. Giorgio Martire, die zich west van de oude stad bevindt. Deze kerk staat overigens niet in de gids.Het interieur is strak en sober.We lopen terug richting auto en lopen langs een parkje. Toch even kijken. Oeps, een gezin met kinderen, dat zie je wel vaker. Maar dit zijn Nederlanders en die hebben we tot nu nog niet gezien. Een oorlogsmonument, helaas staat er geen (Engelstalig) bordje bij.
Over welke oorlog gaat het?Vanaf hier is er een prachtig uitzicht over de Valle d’ltria, met rondom olijfgaarden, wijngaarden en trulli.Tegen drieën stappen we weer in de auto en rijden naar Martina Franca. Dit stadje staat ook met ster in de gids, maar dit bewaren we voor een volgend keer. In plaats van de aanbevolen SP53 – witte weg op de kaart – nemen we de SP581 – gele weg op de kaart – naar Massafra. Halverwege staan deze authentieke trulli. We hebben er wel meer gezien onderweg, maar niet overal kun je stoppen en soms staat er een hek of een bossage voor je neus.Massafra staat met ster in de gids en is bekend om zijn rotswoningen. Hier hebben we helaas geen tijd voor. We nemen de S100 naar Mottola. Onderweg tanken we voor het eerst. Er gaat 33,71 liter in en we rekenen €64,02 af. De benzine is hier zo ongeveer net zo duur als in Nederland. Overigens, in Italië zijn de muntjes van 1 en twee cent nog steeds valide. We hebben er al een handvol van.
Mottola staat bekend om zijn rotskerken en ravijnen. Ook dit bewaren we voor een volgend keer. Hm, zouden we hier alvast een diner kunnen scoren? Helaas zien we niet één restaurant of iets wat er maar op lijkt. Wel een supermarkt, daar doen we de nodige inkopen (water, cola, bananen, en nog zo wat).
In Mottola nemen we de SP237 richting Noci. Onderweg moet zich onze B&B ‘Masseria Colombo’ (http://www.masseriacolombo.it) bevinden. Ai, daar was het bord, groter kon niet. Maar ja, er hijgt een grote vrachtwagen in mijn nek, dus volop remmen durfde ik niet aan. Ik minder gas en meteen komt hij me voorbij zetten op deze toch vrij smalle weg. Rijden kunnen die Italianen wel! Iets verder kan ik keren en nu slaan we rechtsaf bij het bord. Kijk, weer een hek! We bellen aan en even later gaat het hek (elektrisch) open.
Hm, we rijden verder over een zeer smalle asfaltweg. Dit is echt in the middle of nowhere.
Na een paar kilometer rijden we langs een weiland. Nou ja, weiland, het is meer bos en er lopen koeien. Nog iets verder komt tegen vijven, de masseria in zicht. De laatste paar honderd meter is de weg erg slecht, ik hoop niet dat de onderzijde van de auto schade oploopt. Ik parkeer de auto (we hebben er 184 kilometer opzitten) en meteen komt er iemand naar ons toe. Is het de eigenaar, de boer of nog iemand anders? Helaas spreekt deze man maar een paar woorden Engels, dus we komen er niet achter. Hij wijst ons onze trulli, de rechtse twee zijn voor ons. De ene is een ‘huiskamer’ en de andere de ‘slaapkamer’. Nou, prachtig!Hierna de informatie die Clara ons heeft verstrekt:
Masseria Colombo is een florerende boerderij in bedrijf en ligt op ± 400 meter hoogte in een oase van rust. De koeien zijn van het Podolische ras en aan hun vrolijk klinkende bellen, kun je ze – aan het einde van de dag – horen terugkomen op de boerderij.
Masseria Colombo ligt in het gebied Le Murgia dat bestaat uit een kleurrijk landschap, gekenmerkt door grillige olijf- en amandelbomen en wijngaarden. Het gebied met onderaardse grotten, groene heuvels, bossen en graanvelden ligt tussen de Adriatische en Ionische zee. Le Murge is ook het gebied van de witgekalkte eeuwenoude trulli, ronde huisjes met kegelvormige daken.
Op het ruim 370 ha. grote landgoed van de masseria zijn naast de woning van de eigenaar 5 zelfstandige appartementen in oorspronkelijke trulli gesitueerd. De Trulli zijn met respect voor hun traditionele architectuur gerestaureerd tot eenvoudige en bijzondere verblijven met hedendaags comfort en zijn voorzien van c.v. en televisie. Masseria Colombo biedt gasten naast het ontbijt met de lokale producten van land ook de mogelijkheid deze producten van het land zoals verse melk en aanverwante producten te kopen.
Nabij Masseria Colombo zijn verschillende mogelijkheden om de golfsport uit te oefenen. Door de strategische ligging van Masseria Colombo behoren vele uitstapjes tot de mogelijkheid. Massafra, Alberobello met de meer dan 1000 trulli tot nationaal monument verklaard, het mooie Noci en de ronde, witte stad Locorotondo liggen in de directe nabijheid.
Culturele en andere bezienswaardigheden:
snelweg 2 km en winkels in Mottola 8 km.
zandstrand aan de Ionische Zee ca. 25 km.
Martina Franca 30 km, Castellana Grotte 35 km.
Cisternino en Matera 45 km, Ostuni 81 km en luchthaven Bari 70 km.
We kunnen om acht uur ontbijten en voor het diner kunnen we het beste naar Noci.
We krijgen een visitekaartje van het beste restaurant. Mottola is zo te horen geen aanrader, maar daar waren we al achter. In Noci is het feest! Nou, we zijn benieuwd! We pakken (gedeeltelijk) uit en tegen halfzeven rijden we naar Noci. Inderdaad, in Noci is het feest! Eerst maar even over de markt, dat is altijd leuk.We hadden er al naar uitgekeken, maar een boekwinkel met voorleesboekjes tot heden nog niet waargenomen. En hier liggen de voorleesboekjes voor maar €5,- per stuk. Orchideetje is voorleesoma (op twee peuterspeelzalen en een basisschool) en de +kindjes leest zij voor in het Engels, Frans, Duits, Spaans en vanaf nu ook in het Italiaans. Dat zal die wijsneusjes leren! Orchideetje heeft ook een voorleesboek in het Grieks en het Japans, maar deze beide talen niet onder de pet.Zal ik zo’n pistool kopen voor terug? Toch maar niet.Dit orkest is natuurlijk speciaal voor ons. Voor zover ik er verstand van heb, ze spelen behoorlijk goed!Olijven in alle soorten en smaken. Mij doe je er geen plezier mee.Kijk, hier is het aanbevolen restaurant, maar helaas is het gesloten. Hoe laat gaan ze open? Dat staat niet op de deur.Iets terug hadden we een pizzeria gezien. Het is niet anders. Als we de zaak inlopen zien we dat er geen tafels en stoelen staan. Het is een echte afhaalpizzeria. Van de kaart kunnen we niets bestellen, we mogen een pizza aanwijzen in de vitrine. Nou, zo’n 4stagioni gaat er wel in. Orchideetje kiest voor een kaaspizza. Mevrouw gaat aan het snijden en loopt naar achteren. Even later komt ze terug met twee papieren zakjes. De kassa wordt bediend en geeft €2,- aan. Twee euro? Nou ja, het zal wel. Tegenover de pizzeria is een parkje. Daar gaan we zitten en we zien dat we twee kwarten pizza hebben. Hm, is dat wel genoeg? Ok, we kunnen zo bijhalen en om de prijs hoeven we het niet te laten. In elk geval, het is genoeg. Thuis hebben we nog yoghurt en fruit (van de supermarkt), dat is ons toetje. Kunnen we eigenlijk thee bereiden in onze trulli?
Tegen achten rijden we terug naar onze B&B. Ons toetje, mails (WiFi draait), nog wat lezen, douchen en te bed.
Als laatste de track (GPS pas aangezet in Santa Maria di Cerrate).