Libanon (mei 2023)

Maandag 8 mei
Tripoli – ceders – Becharre – Kozhaya vallei
Om zeven uur genieten we het ontbijt, we checken uit en om kwart over acht gaan de koffers in de bus. Om half negen rijden we.
Eerst rijden we naar de haven om – vanaf afstand – naar de ravage te kijken na de explosie van 4 augustus 2020. De graansilo – de explosie vond plaats in een opslagruimte daarnaast – ziet er tragisch uit. Het probleem schijnt te zijn wie opdraait voor de kosten van sloop. Zoals bekend is de Libanese overheid failliet. Ik zie schepen aan de kade, dus laden en lossen zal geen probleem zijn. Verder een restant van een kraan, of is dit nu een monument?Deze opslagruimte moet ook nog gesloopt worden.Zijn deze gebouwen nog niet hersteld? Of zijn ze gewoon in aanbouw?Dit is in elk geval wel een monument.Op de betonnen rand langs de weg hangen tientallen foto’s van slachtoffers.We rijden door naar ons hotel, www.monoberge.com, aan de Byblos Main road.
Daar gaan de koffers uit de bus, dat scheelt gewicht. We moeten straks fors stijgen, vandaar.In elk geval oogt het interieur van dit hotel een stuk rustiger.Ok, om te beginnen rijden we via de 51 naar een stuwmeer. We bevinden ons uiterst links op de kaart.Is dat een Romeinse brug?De dam, van het stuwmeer zien we niets.Onze bus mét Alain, onze chauffeur.We rijden verder en vanuit de rijdende bus neem ik het stuwmeer waar.Kijk, daar ligt Tripoli, daar gaan we een bezoek aan brengen.Uit de reisbeschrijving van Djoser het volgende:
Tripoli is een belangrijke plaats in het noordwesten van Libanon, aan de Middellandse Zee. De Griekse naam Tripolis (Τρίπολις) betekent letterlijk drie steden. De stad heeft ongeveer 500.000 inwoners. Het grootste deel van de bevolking is soennitisch (ongeveer 80%), van wie een aanzienlijk deel behoort tot de strenge salafistische bewegingen. Er wonen ook Alawieten in een wijk van de stad, terwijl de christelijke minderheid sinds 1985 sterk in aantal is gedaald door bloedbaden tijdens de Libanese burgeroorlog.
Tripoli is regionaal bekend om zijn Arabische snoepjes, waar mensen het beschouwen als een van de belangrijkste attracties en redenen om de stad te bezoeken.
Sommige snoepwinkels hebben zelfs een regionaal en zelfs internationaal erkende merknaam gebouwd, zoals Abdul Rahman & Rafaat Al Hallab, die beide zo populair werden, winkels openden buiten Tripoli en snoepdozen wereldwijd verzenden.
Bezienswaardigheden: de bazaars, de Mammelukken moskee en de Citadel (kasteel) van Raymond de Saint-Gilles.
De citadel ontleent zijn naam aan Raymond de Saint-Gilles, die de stad in 1102 domineerde en het bevel gaf om een fort te bouwen waarin hij Mont Pelerin (Mt Pilgrim) noemde. Het oorspronkelijke kasteel werd in 1289 afgebrand en bij verschillende gelegenheden opnieuw opgebouwd en in 1307–1308 herbouwd door Emir Essendemir Kurgi.
Met de citadel gaan we beginnen.
Onderaan de citadel staat een rijtje pantservoertuigen. Het is de bekende M113. Hm, zijn deze voertuigen wel rijvaardig? Sowieso zit er geen boordwapen op.De plattegrond met informatie. Castle, Château of kasteel, dat is allemaal hetzelfde.De tijdlijn. De Ottomanen hebben hier toch wel het langste gezeten.Ik laat de foto’s en de teksten voor zichzelf spreken.We zijn rond. Sowieso ziet de citadel er goed uit. De laatste foto, het loopt tegen elven.We gaan een rondje door Tripoli lopen. Kijk, hier weten ze ook goed hoe je de ‘stroom’ kunt aftappen.Tja, dat moet mij van het hart, in Arabische steden is het verkeer chaotisch, de rommel op straat onbeschrijflijk, overvolle vuilcontainers, autowrakken, veel rondhangende mannen, spandoeken, enz. Mijn cultuur is het niet. Maar ja, toch heeft het wel iets om dit zo te bekijken.Er is ook een moskee geheten de Al Mansouri-moskee, ook wel bekend als de Grote Moskee. Dit gebouw is opgetrokken uit lichtbruin natuursteen en omvat naast de moskee zelf ook een sfeervolle binnenplaats en de koranschool Madrassa al Qartawiyya.Uit de reisbeschrijving van Djoser vis ik het volgende:
De klokkentoren is een van de meest iconische monumenten in Tripoli. De toren bevindt zich op het Al-Tell-plein en werd gebouwd door de Ottomanen als een geschenk aan de stad Tripoli. De klokkentoren onderging een volledige renovatie in 1992 met persoonlijke financiering van de honoraire Turkse consul van Noord-Libanon, Sobhi Akkari, en de tweede in februari 2016 als een geschenk van de Turkse premier in samenwerking met het Comité van Oudheden en Erfgoed in de gemeente Tripoli, en nu is de klokkentoren weer operationeel. Deze klokkentoren werd in 1906 gebouwd om het 30e jaar van Abdulhamid II van het Ottomaanse Rijk te vieren, zoals de Jaffa Clock Tower en vele anderen in het hele rijk.Deze dames wachten zeker op de bus. Ze zouden intussen toch een stoffer en blik kunnen hanteren?We wandelen verder door de souk.Kijk, op voetpatrouille. De M16 – waarschijnlijk fabricaat Colt fabriek – aan de schouder. Dit lijkt me geen politie, maar gewoon militairen. Kijk, met de veiligheid hier is niets mis.Tegen halftwaalf stappen we in de bus en rijden de bergen in. Tjonge, goed stijgen! Nabij het oord Sebhel schiet ik deze foto. Het trekt dicht!Rond halftwee bereiken we het klooster St. Antoine Qozhaya waar we worden ontvangen door een enorme plensbui! Ja, regenen kan het hier goed!Maar een paar minuten later is het weer droog.
We kunnen even in het klooster rondkijken. Ik zie trouwens op de kaart dat er in deze omgeving nog veel meer kloosters zijn.Tegen tweeën stappen we in de bus en rijden naar onze lunchafspraak vlakbij de ingang van het beroemde Nationaal Ceders Reservaat.Hier is de ingang, maar souvenirshops zijn er ook.De Libanonceder was eeuwenlang populair om zijn kwaliteit en aangename geur, wat heeft geresulteerd in grootschalige ontbossingen van de oorspronkelijke cederwouden. Een van de oudste literaire werken die melding maken van de Libanonceder is het Gilgamesj-epos, dat waarschijnlijk rond 2100 voor onze jaartelling werd geschreven. In het verhaal gaan Gilgamesj en Enkidoe op avontuur in het Cederwoud; het rijk van de goden volgens de Mesopotamische mythologie. Met de hulp van de zonnegod Sjamasj doodt het tweetal de reus Humbaba, de beschermer van het woud. Vervolgens hakken Gilgamesj en Enkidoe de ceders in het woud om en bouwen zij een vlot dat hen naar Uruk voert.
De Hebreeuwse Bijbel noemt de ceders van Libanon diverse keren. Het bekendste voorbeeld is het gebruik van cederhout uit Libanon bij de bouw van de Tempel van Salomo. Salomo gebruikte het voor de balken, de bekleding van het reukaltaar en de lambrisering van de hele binnenzijde van de tempel. Ook gebruikte hij cederhout voor de bouw van zijn (draag)koets en zijn woning, dat het ‘Huis van het Libanonwoud’ wordt genoemd.
Volgens de Bijbel bestelde Salomo het cederhout bij de Feniciërs, de toenmalige bewoners van het gebied waar nu Libanon ligt. Dit volk gebruikte ook cederhout voor de bouw van hun schepen. In de 13e eeuw voor onze jaartelling was Fenicië de grootste zeevarende natie van zijn tijd. Cederhout was een van hun belangrijkste exportproducten in de handel met de kuststeden van de Middellandse Zee. Ook hars van de Libanonceder werd verhandeld en werd in het Oude Egypte gebruikt om doden te mummificeren.
Tegenwoordig is de Libanonceder het nationale symbool van Libanon en zijn de resterende versnipperde wouden beschermd.
Mooi, we gaan een rondje lopen in het park. De paden zijn netjes aangeharkt en gemarkeerd. Ook alle ceders zijn gemarkeerd, dus eentje meenemen zit er niet in.
Het is ietsje mistig en bewolkt. Dat zijn we eigenlijk niet gewend.Tegen vijven stappen we in de bus en dalen af naar Byblos. Onderweg schiet ik nabij het oord Bsharri nog twee foto’s.Onderweg scoren we nog een ijsje. Tegen zevenen bereiken we ons hotel. Tjonge, weer een dag vol excursies! Veel gezien! Hm, het inchecken duurde nogal lang. Kunnen ze dat niet iets beter organiseren?
Kijk, best een mooie kamer, maar GEEN waterkoker. Maar sowieso ben ik niet voor één gat te vangen. Oeps, WIFI draait niet, maar na een bezoek aan de receptie is het geregeld. Ik meld meteen dat het gordijn op één oor hangt en dat we geen bekers hebben.
De bekers worden gebracht en meteen wordt er naar het gordijn gekeken. Daar krijgen we dus – in principe – geen rekening van. Naast het hotel bevinden zich enkele winkeltjes en in de Bakery scoren we broodjes kaas met honing. Prima, maar wel een beetje zoet.
Douchen, TV en tijdig kruipen we erin.
Als laatste de GPS-track.