Cuba (apr 2007)

Zondag 22 april 2007
Santiago de Cuba – El Cobre – Castillo del Morro
Na het ontbijt verzamelen we in de lobby. Eerst maken we een rondwandeling. Ook hier is de elektrische bedrading zoals overal op Cuba, het valt me mee dat we niet constant in het donker zitten.210. Elektriciteit211. Electriciteit Santiago de Cuba bevindt zich aan de zuidkust, en de straat helt af naar zee, dit plaatje heeft wel iets van San Francisco. Dit is het verste punt van onze reis, hier houdt het eiland na zo’n 1300 kilometer op.212. Frisco Hier en daar zijn trappen om het niveauverschil te overbruggen.213. Trappen Er is een soort markt waar de Cubanen inkopen doen en tevens flaneren. Het valt me weer op dat Cubanen onder elkaar buitengewoon vriendelijk zijn. Ze lachen naar elkaar en begroeten elkaar met een kus. Zo vriendelijk als ze tegen elkaar zijn, zo onvriendelijk zijn ze tegen toeristen. Geen lachje kan eraf en ook in hotels en restaurants doen ze buitengewoon koel. Ik kan me dat ook wel voorstellen.214. Markt Op straat weer de bekende spandoeken die laten weten dat we hier in een socialistische heilstaat zijn. Het is maar een weet.215. Spandoek Deze jongeman verkoopt broodjes varkensvlees, ik zal me er maar niet aan wagen.216. Vlees Sommige huizen, zeg maar panden, dateren nog uit de goede oude tijd.217. Panden Hier heeft ooit de familie Bacardi gewoond, op stand, zeg dat wel.218. Bacardi Het Provinciehuis, dat zit goed in de verf.219. Provinciehuis Een prachtige auto, volgens mij is het een Buick.220. Buick De kathedraal, grotendeels gebouwd in de 20e eeuw, maar wel op de fundamenten van een kathedraal uit 1522. Ook hier is sprake van enig achterstallig onderhoud.221. Kathedraal222. Kathedraal223. Kathedraal Het uitzicht vanaf de balustrade rondom de kathedraal op het Parque Céspedes.224. Uitzicht We nemen, na een korte pauze in ons hotel, onze bus die ons naar het Plaza de la Revolución brengt. Hier staat het heroïsche beeld van Antonio Maceo, held uit de Cubaanse onafhankelijkheidsoorlogen.225. Hotel226. Standbeeld Ook een eeuwige vlam en enorme stalen machetes, die herinneren aan de strijd.227. Machetes Vlakbij een enorm bord van Che Chevara, maar ook een afgeladen vrachtauto die dienst doet als bus.228. Che229. Vrachtauto We rijden naar de Moncada kazerne, waar Fidel Castro op 26 juli 1953 een mislukte aanval op pleegde. Vandaar dat je overal op Cuba het getal 26 op muren ziet geschreven. De kogelgaten zitten nog in de muur, maar ik hoor van Gladys dat deze later zijn aangebracht. Ik vond ze er al zo merkwaardig uitzien. Dit gedeelte van de voormalige kazerne is nu museum, helaas is het vandaag gesloten. In het andere gedeelte is een school gevestigd.230. Kazerne231. Kazerne We rijden naar de baai van Santiago de Cuba. We pakken hier de boot naar een eilandje met de naam Cayo Granma. Orchideetje zet de boot in zijn achteruit en zonder mankeren zien we ‘recht vooruit’ het restaurant.232. Pont233. Restaurant Hier lunchen we. Ik bestel inktvis, maar wat ik krijg lijkt mij iets anders. In elk geval smaakt het goed.234. Lunch Na de lunch wandelen we rond het eiland. Het is maar klein, in een half uurtje zijn we rond. Het is hier echt arm, de mensen leven hier van de visvangst. Wel groeien en bloeien hier de prachtigste bloemen.235. Wandeling236. Wandeling237. Wandeling238. Wandeling239. Bloem240. Bloem241. Steiger242. Bloem243. Bloem244. Bloem245. Bootje Jongetjes proberen ons schelpen te verkopen, maar Gladys vertelt dat de meeste beschermd zijn. De douane in Cuba, maar vooral de douane in Nederland doet daar erg moeilijk over. We kopen ze maar niet en ik leg de jongetjes uit dat je in Nederland voor dit bezit gefusilleerd wordt. Dat nemen ze zonder meer aan, ik zie het aan hun schrikogen.246. Schelpen We varen weer terug, dit keer met een echte roerganger aan het stuur.247. Roerganger We stappen weer in de bus en we rijden naar Castillo del Morro. Dat is een Spaans fort uit 1633, gebouwd omdat zeerovers het eiland teisterden. Een van de bekendste was de Engelsman Henry Morgan (in het midden op de foto), maar goede tweede was… Piet Heyn! (linksboven op de foto). Zo zie je maar weer dat elk land zijn eigen geschiedenisboekjes schrijft.248. Piraten Het fort is overigens een doolhof van gangen, muren en niveauverschillen. Prachtig uitzicht op zee en sublieme schootsvelden.249. Fort250. Kanon251. Uitzicht252. Uitzicht De uitkijkpost, compleet met bel om het fort te alarmeren.253. Bel254. Uitzicht Op de toegangsweg naar het fort zijn souvenirs te koop. We schaffen een typisch Cubaans muziekinstrument aan, wat ter plekke, compleet met zang, wordt gedemonstreerd.255. Zang Om half vier zijn we terug bij ons hotel. We wilden nog het museum bezoeken, helaas gaat het net dicht. We zien een zeer sjofel gekleed tienermeisje dat ons verlegen om zeep vraagt. Straks, zeggen we. We lopen terug naar het hotel en gaan even op bed liggen.
De reis begint zijn tol te eisen. We besluiten om niet met de groep te gaan eten in een Paladares, maar zelf iets te zoeken. Hopelijk kunnen we dan vanavond op tijd naar bed. Morgen weer vroeg dag. We drinken nog wat op het terras en maken plannen voor het diner. Net zoals gisteravond valt er weer een echte plensbui.256. Bui De avond valt, ik maak een avondopname van het plein.257. Avond De sjofele tiener schuifelt nog steeds rond, ze wacht natuurlijk op haar zeepje. Dat krijgt ze en bovendien een gedateerd T-shirt en rok. Ze is er erg blij mee. Tja, wat nu, we hebben eigenlijk niet zo’n zin om de stad in te gaan. Gisteravond was de pizza erg lekker en de bediening was razendsnel. We nemen opnieuw een pizza, uiteraard dezelfde en hij is nog steeds even lekker. Om tien uur liggen we erin.