Cuba (apr 2007)

Dinsdag 17 april 2007
Pinar del Rio – Viñales
Tegen zevenen staan we op en een kwartiertje later zitten we aan het ontbijtbuffet.
Ik laat het me opnieuw goed smaken. De gebakken eieren met spek en worstjes, het geroosterde brood, de koffie, de cake, het fruit, het is allemaal even lekker. En dan elke middag en avond warm eten. Zo moet het niet doorgaan, dan groei ik dicht.
Enige wroeging heb ik wel, ik weet dat er in Cuba geen honger wordt geleden, maar een ontbijt als dit is echt niet voor een Cubaan weggelegd. Ik hoop dat men in Cuba begrijpt dat ik alleen tijdens de vakanties zo uitgebreid ontbijt.
Om half negen stappen we in de bus die ons vandaag naar de, westelijk van Havana gelegen, provincie Pinar del Rio zal brengen. We rijden eerst een eind over de kustweg. Rechts van ons de zee, altijd imponerend, en links lijkt het wel of er zojuist een burgeroorlog is afgelopen. Dit zijn prachtige huizen geweest, maar nu totaal vervallen.
Er wonen wel mensen, hier en daar hangt de was buiten. Jammer dat ik niet met de fiets ben of nog beter te voet, nu kan ik geen foto’s maken. De boycot heeft het land geen goed gedaan, evenals het communisme. Het communisme is een prachtig systeem in theorie, maar in de praktijk werkt het niet. We rijden de wijk Miramar in. Hier hebben voor de revolutie (1959) de rijken, lees: de vriendjes van de toenmalige dictator (Batista) gewoond. Toen Fidel Castro aan de macht kwam, zijn deze in grote getale naar de VS gevlucht.
De leegstaande huizen zijn daarna in gebruik genomen door woningzoekenden. Momenteel zijn er ook veel ambassades en kantoren gevestigd. Het is trouwens druk op straat, soms staan we in een heuse file. We passeren een ziekenhuis. Het ziet er op en top modern uit. Gladys vertelt dat je in Cuba een gratis harttransplantatie kunt ondergaan, maar de bijbehorende nette pyjama kun je niet betalen. Het is een bizar land.
Er wordt veel gelift. In de stad rijden bussen, maar buiten de stad moet een Cubaan gebruik maken van lege vrachtwagens. Ik zie een afgeschreven bus van de NZH rijden, ‘BUITEN DIENST’ staat erop. Na drie kwartier rijden we Havana uit en de autopista op. Nou ja, autopista, hij is breed genoeg in ieder geval, maar belijning ontbreekt totaal en er zitten op de gekste plekken kuilen en gaten in de weg. Verder maken fietsers, paard en wagens en ossenkarren ook gebruik van de autopista. Verder veel vrachtverkeer, wel allemaal zeer bejaarde vrachtwagens. Personenauto’s zijn er maar weinig. Eigenlijk is het dus erg rustig op de weg, soms zie je vele honderden meters niemand voor je.
Wij rijden met onze Volvo-bus ruim 100 kilometer per uur en plotseling steekt er een koe over. Het is heel normaal dat er pal aan de rand van de snelweg geiten en koeien grazen. Jorge, onze chauffeur, gaat vol in de remmen en ternauwernood kunnen we de koe ontwijken. Of toch niet, ik hoor een bons. Jorge zet de bus stil en gaat kijken. Ik zie hem de voorbumper inspecteren. Hij komt de bus weer in en gebaart dat er niets aan de hand is. Verder maar weer.
Tegen half elf, wij zitten dit keer voorin de bus, komt er iemand van de groep zeggen dat de bus achterin vol rook staat. Dat klopt, ik dacht het al te ruiken. Achterin zitten de mensen met een zakdoek voor neus en mond. De motor loopt ook slecht. We gaan bergop, het is hier allemachtig verlaten. Puur platteland, niemand te zien. Jorge houdt desondanks het gas erop. Wat is hij van plan? We passeren de bergtop en omlaag gaat het. Ik zie het al, in de verte zie ik een restaurant. Dat moet de beloofde koffiestop zijn.
We draaien de parkeerplaats op en Jorge zet de motor uit en de deuren open. Snel eruit, de stank is niet te harden. Ik ben bang dat zo meteen de bus in vlammen opgaat.
M’n rugzak en fototas gaan mee naar buiten. Jorge doet de motorkap open en ik zie dat de motor druipt van de olie. Het ziet er niet best uit.70. BusWe gaan eerst maar koffie drinken. Er wordt hier tabak verbouwd en er is een schuur te bekijken waar de tabak te drogen hangt.71. Tabak72. TabaksschuurJorge rijdt weg, ik hoor dat hij naar een garage gaat. Pas tegen twaalven is de bus terug, ik hoor dat hij gemaakt is. Dat is knap, ik had een andere bus verwacht. We stappen in en rijden naar een uitzichtpunt van waar je de beroemde vallei Vinãles ziet. Het is inderdaad heel mooi. Er worden hier ook souvenirs verkocht, maar ja, ons huis is vol. Als we iets kopen zullen we thuis ook iets weg moeten gooien. Ik vind het jammer voor de verkoopsters, het is niet anders.73. Uitzichtpunt74. Uitzichtpunt We rijden weer verder naar onze, ietwat verlate, lunchafspraak. Ik kies voor rijst met zwarte bonen, zo ongeveer het nationale gerecht, met varkensvlees. Het is eenvoudig, maar smaakt prima, voor mij hoeft het allemaal niet zo buitenissig.75. RijstVlak naast het restaurant is een boer aan het ploegen. Dat gaat gewoon met ossen, zoals gezegd is diesel schaars op Cuba. Toch wel een imposant gezicht zoals deze boer met zijn ossen omgaat.76. Ploegen77. Ploegen78. Ploegen Aan de rand van zijn akkertje staat papaja, hier heet het: frutta bomba.79. Papaja Verder een prachtige ficus met luchtwortels. Bij ons staan ze in een potje.80. Ficus Een agave, prachtig gewoon. Kamperfoelie en koningspalmen.81. Agave82. Kamperfoelie83. Koningspalm Van de volgende boom ben ik de naam vergeten, oh, ik weet het alweer, het is de Pandanus.84. Pandanus85. Pandanus86. Pandanus Dit soort bomen met wonderschone bloemen zie je overal.94. Bloemen87. Boom We rijden naar de Cueva del Indio. Het is een druipsteengrot en via een smal pad van zo’n 150 meter lengte, bereiken we de rivier. Hier stappen we in een klein bootje en varen een meter of 200 naar de uitgang van de grot. Via een smalle opening lijkt het net alsof je het tropisch regenwoud invaart.88. Cueva89. Cueva90. Cueva We rijden naar het dorpje Viñales. Dit dorpje ziet er goed uit. De gevels zijn in frisse kleuren geschilderd en op het plein staat een koloniale kerk.91. Gevels92. Vinales93. Vinales Opnieuw in de bus rijden we naar de Mural de la Prehistoria. In de jaren zestig van de vorige eeuw hebben tientallen schilders hier een stuk bergwand beschilderd met prehistorische dieren en mensen. Wat moet ik hier nu van denken. Het is knap gedaan, ik zie me al bungelend aan een touw en zittend op een plankje een bergwand sauzen.
Toch is het een beetje kitscherig naar mijn mening.95. Mural96. Mural We stappen weer in de bus en de Jorge krijgt telefoon. We moeten terug naar het uitzichtpunt bij de vallei Vinãles. Er is een monteur onderweg naar datzelfde punt.
Wat blijkt, de brandstofinspuitleiding is vanmorgen provisorisch gesoldeerd en er is nu een nieuwe leiding onderweg vanuit Havana. Het klopt allemaal en Jorge klaart als een volleerd monteur dit klusje. Wij kunnen intussen genieten van een Cuba Libre.
Om half zes is de bus weer rijklaar. Ons wacht een rit van bijna 200 kilometer terug naar Havana, maar Jorge gaat met de bus tot het gaatje. Binnen twee uur zijn we terug in ons hotel.
Tegen achten lopen we de stad in. Gisterochtend hebben we een Chinees gezien en volgens Gladys is hij erg goed. Ik bestel rijst met een groente/vlees schotel. Een echt Cubaans biertje erbij en inderdaad, dit is niet verkeerd.97. RijstTegen tienen zijn we terug in het hotel en houden het verder voor gezien.