Cuba (apr 2007)

Zaterdag 21 april 2007
Bayamo – El Cobre – Santiago de Cuba
Vandaag gaan we naar Santiago de Cuba, een rit van 350 kilometer. We staan om 07.00 uur op en dit keer is het ontbijtbuffet wat aan de karige kant. Dat komt goed uit, ik was toch al aan het minderen. Om half negen vertrekken we. Het is vandaag zaterdag, maar dat betekent niet dat elke Cubaan vrij is. Er geldt hier een 40/48-urige werkweek. Dat wil zeggen dat een Cubaan de ene zaterdag moet werken en de andere zaterdag vrij is.
Is dit geen idee voor Nederland om de komende vergrijzing op te vangen? De zaterdag dat je dan moet werken is niet voor jezelf, dat geld gaat in de AOW pot. Ik moet Wouter Bos maar eens een mailtje sturen.
Om half elf maken we een koffiestop in een restaurant aan de kant van de doorgaande weg. In de tuin staat een prachtige jonge koningspalm.184. Koningspalm Ook de cactus mag er wezen.185. Cactus Op de weg het bekende beeld van fietstaxi’s, en paard en wagens die dienst doen als minibus.186. Transport187. Transport188. Transport Het valt me weer op dat de wegen buiten de steden zo goed als leeg zijn. Er is wat vrachtverkeer, een enkele toeristische bus en dat is het zo’n beetje. De weg is smal en in vrij slechte staat. Dat is geen reden voor Jorge om zich in te houden, we jagen er met dik 100 overheen. Om half een zijn we in het stadje Bayamo. De 49e verjaardag van de revolutie vraagt aandacht.189. VerjaardagWe lopen een rondje, mooi plein overigens. De dame op de voorgrond veegt handmatig de straat.190. VegenDat valt wel op, hier en daar ligt puin en ander afval, maar over het algemeen is alles vrij van zwerfvuil. Ik krijg een brainwave, kunnen we de uitkeringstrekkers in Nederland niet voorzien van bezem, stoffer en blik? Het is toch geen schande om de straat te vegen?
Dat veegwagentje van de gemeente dat sporadisch door het dorp rijdt zet ook geen zoden aan de dijk. Ik neem dit gelijk mee in mijn mail aan Wouter Bos.
We lopen een echte Cubaanse winkel in. Hier kun je met de nationale Pesos betalen.
Tja, veel bijzonders ligt er niet.191. Winkel Straatbeeld, dat blauwe karretje met nummer 5 erop is een handig ding. Ze hebben er in elk geval minstens vijf, maar ik vermoed meer.192. Straatbeeld Ook hier ziet het er tamelijk afgebladderd uit, maar ja, het oogt tevens schilderachtig.
Ik begin er al aan te wennen.193. Bladders De Iglesia San Salvador.194. KerkKindervermaak, ook een manier om je brood te verdienen.195. Kindervermaak We lunchen hier, het toetje bestaat uit een soort kaas in een zoete saus. Het smaakt best aardig. Uiteraard worden we weer vergast op een optreden, deze band doet het leuk, maar muzikaal vind ik ze wat minder.196. Lunch197. Toetje198. Band Tegen half drie gaan we weer weg en twee uur later zijn we bij het dorpje El Cobre waar de Basilica Virgen de la Caridad del Cobre is. Vlakbij de basiliek (de enige op Cuba) bevinden zich stalletjes waar kaarsen en heiligbeeldjes kunnen worden gekocht. Bij of in de basiliek is niets te koop. We schaffen ons een aantal kaarsen aan, want hier moeten we toch echt een kaarsje branden.199. Cobre200. Beeldjes De basiliek ligt er prachtig bij in de brandende zon, want heet is het hier wel.201. Cobre202. Cobre203. Kaarsen 204. AltaarHoog boven het altaar bevindt zich de nis met daarin het 30 centimeter grote beeldje van een Mestizo-maagd. Er is een legende die vertelt hoe het beeldje hier terecht is gekomen. In elk geval heeft de paus haar tot beschermheilige van Cuba uitgeroepen. Dan te bedenken dat Cuba – communistisch nietwaar – in feite een atheïstisch land is.205. Maagd 206. CobreHet is nog 16 kilometer naar Santiago de Cuba waar we om half zes aankomen.
We checken in bij hotel Casa Granda, Gladys vertelt dat tijdens het bewind van Batista dit hotel werd gefrequenteerd door de Amerkaanse maffia. Het hotel zit pal aan het grote plein, dat is erg leuk. We nemen een douche, zoals gebruikelijk, en kleden ons om.
We nemen eerst maar een drankje op het overdekte terras met uitzicht op de kathedraal.207. Terras208. Kathedraal Irritant is wel dat een meter of drie lager op straat allerlei bedelaars onze aandacht proberen te trekken. Ze vragen eerst om geld, daarna om zeep (savon) en daarna om kleding. Gladys heeft vertelt dat deze mannen niet willen werken omdat ze met bedelen – veel – meer verdienen. Nou ja, verdienen, dat oordeel is afhankelijk van je eigen referentiekader. We geven ze niets omdat er dan alleen maar nog meer bedelaars verschijnen.
Het begint te regenen en niet zo weinig ook. Echt een tropische regenbui en in een oogwenk is het plein verlaten. We zien dat het restaurant op de bovenste verdieping niet in zijn geheel overdekt is. In de regen eten is geen optie, daarom gaan we weer naar het terras, daar zitten we droog. We bestellen een pizza en ik moet zeggen, dit is een van de lekkerste pizza’s die ik ooit gegeten heb. Geen spijt dus.209. PizzaWe drinken nog wat en gaan al om negen uur naar de kamer. We zijn aardig op, dit is sowieso een vermoeiende vakantie, ook de hoge temperaturen zijn slopend.