Dinsdag 15 mei 2012
Napels – Punta Campanella – Maiori
Om kwart over zeven genieten we het ontbijt en om half tien verzamelen we met bagage bij de bus. In een half uurtje rijden we naar het dorpje Termini en we zitten hier op 325 meter hoogte. Ze schenken hier een zeer drinkbare espresso. Vanaf het terras maak ik deze foto van het eiland Capri. De mogelijkheid bestaat om later deze week het eiland te bezoeken. Tja, het is tamelijk bewolkt, maar in elk geval droog. Erg warm is het niet. Om kwart voor elf gaan we op pad. De Amalfi kust is erg steil, daartoe zijn er trappen aangelegd. Al snel zitten we 100 meter hoger en hebben we een mooi uitzicht op Termini. Op naar de kapel, onderweg zie ik dit leuke tegeltje. Om kwart over elf zijn we op 490 meter hoogte bij de kapel. Nou, het ding zit potdicht en fraai is hij niet te noemen. Na een korte pauze dalen we door het bos af. ’t Was een bosje van niets en langs de berghelling dalen we rustig aan af. Het pad ligt – niet zichtbaar – ergens halverwege de helling. Zo hier en daar moet er toch een tikkeltje geklauterd worden. Dat maakt het wel spannend. Hier is het echt dalen geblazen, uiteindelijk zitten we bijna op zeeniveau. Capri ligt in de verte.Uiteraard moet er soms nog een klein stukje worden gestegen. Dalen en dalen. De zon komt door en de temperatuur stijgt (20 graden in de plus). In de verte Capri, de boten – met toeristen – varen af en aan. Het is natuurlijk niet de bedoeling om er een wedstrijd van te maken. Regelmatig stilstaan en rondkijken is het devies. Zijn er trouwens ‘teken’ in Italië? Dat zijn die kleine bloedzuigende spinnetjes die en passant de ziekte van Lyme overbrengen. Teken zitten in het gras (bij voorkeur langs het pad) en bespringen argeloze voorbijgangers. Advies: doe de broekspijpen in de sokken (of gebruik broeken met elastiek rond de enkels) en controleer jezelf en elkaar na het douchen van top tot teen. Op die wijze kan het nuttige met het aangename gecombineerd worden. Zoals Cruijff al opmerkte: elk nadeel heb…
Nog een klein stukje dalen en we zijn bij de vuurtoren. ‘Watch your feet’ en ‘take your time’ zei Mike – onze gids op de Olympos – keer op keer. OK, dit is niet de Olympos, maar ook hier kun je struikelen en hard vallen. Zo maar een plaatje van de Amalfi kust.Er is hier rood-witte markering. Dit is de markering voor de LAW’s in Nederland en de GR-routes in Frankrijk. Hier loopt geen GR, voor zover ik weet. Zonder wandelstokken gaat het ook, maar feitelijk zijn deze dingen onontbeerlijk. OK, er zijn mensen met een wat minder goede coördinatie. Zij zijn beter af zonder stokken, ze vallen er namelijk over. Wat mij altijd opvalt, als je groepen Oostenrijkers, (Zuid)Duitsers en Zwitsers ziet, zij hebben allemaal wandelstokken! Ik zou zeggen, probeer het eens. Let op, Nordic Walking stokken zijn duidelijk andere stokken en dienen voor een ander doel.
De bloemenpracht is niet zo overdadig als in Cinque Terre (die andere beroemde kust in Italië). Of is alles wat later dit jaar? We zijn er bijna. Bij de vuurtoren lunchen we. De vuurtoren is met een smalle weg verbonden met de bewoonde wereld en deze nemen we nu. Ik hoor dat dit Valeriaan is. Sommige hellingen zijn er compleet mee begroeid. We naderen het dorpje Termini, de terugweg was een stuk makkelijker dan de heenweg. In Italië neemt Maria een zeer belangrijke plek in bij de mensen. Even na drieën zit ik aan een biertje. We hebben er 8,7 kilometer opzitten. Toch niet verkeerd voor zo’n eerste dag. Nog even een fotootje van de kust en daarna stappen we in de bus die ons naar Maiori brengt waar we tegen zessen aankomen. Tja, wat later dan gepland, maar de ‘kustweg’ is smal en heel druk. Ik heb bewondering voor onze chauffeur die de bus krasvrij op de parkeerplaats zet. Soms zat er tussen de spiegel van de bus en de spiegel van een tegenligger maar een enkele centimeter!
We krijgen een kamer aan de straat en we beschikken over een klein balkonnetje.
Om half zeven lopen we Maiori in, zoals bekend gaan we niet met de groep uit eten.
Er zijn een x-aantal restaurantjes en pizzeria’s, toch wel een beetje gericht op de toeristen. Toevallig vallen we op deze en die keus blijkt later perfect. Italianen eten laat (voor onze begrippen) en we zijn dan ook de enigen. We kunnen terecht en daar gaat het om. Orchideetje spreekt een beetje Italiaans, dus maken we overal vrienden. Orchideetje heeft gnocchi besteld en ik een pizza (en dan te bedenken dat ik die dingen vroeger niet lustte). Ik drink er een flesje Ravello Costa d’Amalfi bij. Nou, nou, echte kwaliteit. We rekenen voor ons beidjes €42,- af en dat is toch heel redelijk, ook al omdat we de maaltijd afsloten met espresso en thee. Om negen uur lopen we naar ons hotel.
Zal ik nog even internetten? Ach, laat ook maar.