Donderdag 2 mei 2013
Vinjerac – Park Krka – Sibenic – Podstrana
Om kwart over zes staan we op en een half uurtje later zitten we aan het ontbijt. Het is iets bewolkt, mogelijk krijgen we een buitje. Jean-Claude stelt Ivana voor, vanaf nu neemt zij het over. Om half acht rijden we weg, we worden uitgezwaaid door Jean-Claude en Marija. Jammer dat we weggaan, ik begon me hier al helemaal thuis te voelen. Onderweg naar de boot vertelt Ivana honderduit over Kroatië. Ze heeft kunstgeschiedenis gestudeerd en heeft zeer zeker aanleg om te doceren. Ze vertelt dat de jeugdwerkloosheid met 22% erg hoog is. Veel jongeren proberen om – desnoods op een laag niveau – aan het werk te komen in Canada, om daarna zo mogelijk aan een beter betaalde baan te komen. Mogelijk gaat Kroatië per 1 juli aanstaande deel uitmaken van de EU. Deze beslissing is hier niet onomstreden! Verder leven veel mensen ‘van het land’, ze produceren hun eigen olijfolie (de prijs in de winkel kunnen ze niet betalen), ze stoken hun eigen raki, enz.
Ivana loopt door de bus om 80 Kuna’s (€10,60) per persoon op te halen. Dat is voor de boottocht en de toegang tot het Nationale Park Krka.
Krka is het jongste Nationale Park van Kroatië en werd opgericht in 1985 ter bescherming van de midden- en benedenloop van de rivier de Krka. Het park is 109 km2 groot.
Om half negen zijn we in Skradin en we hebben nog even tijd voor de boot vertrekt.
Daar rekenen de uitbaters van deze notenstalletjes ook op. We wandelen in de richting van de steiger. Onderweg zie ik nog een visser, die bezig is met zijn netten. Hier staan we bij de steiger. We varen dus van Skradin naar Skradinski Buk. En dit is onze boot. Hij kon groter, maar ’t ken net. Ivana legt uit. Rustigjes aan varen we stroomopwaarts. Op sommige punten heeft het wel iets van varen in het tropisch regenwoud. In Skradinski Buk gaan we van boord. Ook hier zijn net als in Plitvice loopbruggen aangelegd. Van hier zijn de meren en watervallen goed te bekijken. Ook hier heeft het water weer die bijzondere kleur, maar de stroomsnelheid van de rivier is veel hoger dan in Plitvice. Dat maakt het veel spectaculairder. Kikkers zijn er ook, ze maken een hels lawaai bij wat ze aan het doen zijn. Ik kom er trouwens achter dat ik mijn GPS nog niet heb aangezet, dat doe ik nu meteen. Helaas heb ik dus niet de hele route en dus ook niet het aantal gelopen kilometers.
OK, we lopen weer verder over de loopbruggen en bekijken de ene na de andere waterval. Het is trouwens een stuk frisser dan gisteren, maar het aanstormende koude water werkt ook niet mee. Er staan hier een aantal huisjes, die min of meer ingericht zijn als museum. Hier is een deel van de rivier omgeleid en een ‘tobbe’ gecreëerd. Hier werd toentertijd de wol ‘gehamerd’. Hier staan in serie een aantal korenmolens. Op de laatste foto veegt iemand het meel bij elkaar. In een ander pandje staan twee weefgetouwen. Deze kleding zal hier ongetwijfeld gemaakt zijn. Zou dat nou moeilijk zijn? Dat weven bedoel ik. Ik kan hier een stukje omhoog en krijg zo een goed beeld van de waterval. Naar de andere kant laat de rivier zich van zijn rustige zijde zien. Ook hier probeert men wat bij te verdienen met de verkoop van noten, olijfolie en raki. Om half één lopen we langs de rivier over een jeeptrail naar de brug, waar de bus ons zal opwachten. Nog eenmaal een blik achterom naar de waterval. Om half twee rijden we naar Sibenic waar we tegen tweeën aankomen. Ivana gaat ons een uurtje rondleiden en daarna mogen we ‘los’.
Wie is deze dappere strijder? Nou, het is koning Petar Kresimir IV van Kroatië die van 1058 tot zijn dood in 1074 heeft geregeerd. Zijn bijnaam was ‘De Grote’. Zomaar een typisch huis. Op de gevel een plaquette met de namen van mensen die van 1941 – 1945 zijn omgekomen. Zomaar een straat, druk oogt het niet. Een drinkbak voor de hond, geplaatst in de gevel. Het slopen, en zeker het afvoeren van puin gaat hier nog handmatig. Met machines kun je hier niet uit de voeten. Of deze markering naar Santiago de Compostella leidt weet ik niet, in elk geval is de Jakobsschelp afgebeeld en een set ‘wandelstokken’. Wat is dit voor een pand? Een kerk of een museum? Wie het weet mag het zeggen. De klok viel me op omdat de wijzerplaat 24 uur aangeeft. Zomaar een doorkijkje. Dit is de gevel van de Jacobuskathedraal. De oorspronkelijke bouw door Dalmatische en Italiaanse bouwmeesters vond plaats tussen 1432 – 1555. Daarna is nog een groot aantal architecten doende geweest met de kathedraal. In 1991 is er door een bombardement veel schade aangericht, maar inmiddels is dit hersteld. Het roosvenster in de gevel. De zijkant van de kathedraal met in het midden de Leeuwenpoort. De Leeuwenpoort met stenen leeuwen die Adam en Eva torsen. Rond de deuropening fijn bewerkte zuilen. De koepel is gemaakt van in elkaar grijpende stenen platen. Tijdens het bombardement in 1991 is de koepel ernstig beschadigd geraakt. De buitenkant is gratis, voor het interieur moet 15 Kuna (€1,97) worden betaald.
De kathedraal mag zich verheugen in een groot aantal bezoekers. De drie beuken worden gescheiden door zuilen met bewerkte kapitelen die de bogen ondersteunen. Het altaar staat in de steigers. Ik maak nog vier foto’s in de kerk, een Mariabeeld, een martelaar, nog een martelaar en een grot die me toch sterk aan Lourdes laat denken. In Sibenic is nog meer te bewonderen, maar daarvoor ontbreekt ons de tijd.
Op de terugweg naar de bus genieten we nog een ijsje bij Kitty. De dames zien eruit als snoepjes, maar eerlijk is eerlijk, hier hebben ze het lekkerste ijs ter wereld. OK, in het stadje Todi in Italië is er ook een ijssalon met ontzettend lekker ijs. Om vier uur rijden we weg en een halfuurtje later zijn we in Podstrana in hotel Raco. Tjonge, ze hebben een eigen strand, maar daar hebben we geen tijd voor. De zon is toch nog doorgekomen en de temperatuur stijgt meteen naar 26 graden in de plus. We krijgen een kamer met balkon én zeezicht. De tuin mag er wezen. Hoe heten deze bloemen ook alweer? Wat schaft de pot? In elk geval gaat er vis op de barbecue. Oh, dat is waar, vanmiddag hebben we doorgegeven aan Ivana of we vlees of vis wilden. Ik heb toen voor vlees gekozen.
Als voorafje een soep met sliertjes. En daar komt mijn vlees. Het blijkt een karbonade te zijn met als bonus een worstje. Salade, nou prima. Als toetje een soort ‘Sacher-torte’. De huiswijn is onbeperkt, dat zie je niet vaak. Nu ben ik toevallig een liefhebber van huiswijn en deze is helemaal niet slecht.
Prima gegeten en rond half elf gaan we naar ons appartement.