Donderdag 24 augustus 2006
Mariadorp – Epen
Om kwart voor acht sta ik op. Het vertrek staat gepland om negen uur. Niet al te vroeg, maar we hebben vandaag maar 21 kilometer te gaan. Het is droog, maar wel bewolkt.
Zo mooi als het in juli was, zo regenachtig verloopt de augustusmaand. Zouden we het droog houden? Ik begin met een pan havermoutse pap.
Even na negenen gaan we op pad. We zijn nauwelijks van de camping af of het begint te regenen. We stoppen onder een boom en trekken onze regenjacks en broeken aan. Verder maar, heuvelachtig is en blijft het hier. Akkerland, boomgaarden, vakwerkhuizen en overal kruisbeelden. Na een uurtje bereiken we Mheer en hopen op een geopend koffiehuis. Ik doe de deur van een morsig etablissement open en achter de bar zit een zwaar rokende ober. Het hele pand staat vol tabaksrook. Ik vraag of er koffie te krijgen is met vlaai. Koffie wel, maar vlaai niet. Ik trek de deur maar snel dicht. We proberen het wel in Noorbeek, een paar kilometer verder. Vlak voor Noorbeek klaart het op en we zien zowaar een restaurant. Auberge St. Brigida heet het en het ziet er gezellig uit. Er zijn nog meer wandelaars en we praten even bij. Verse pruimenvlaai hebben ze, het komt van de warme bakker hier recht tegenover. Rond twaalven stappen we op en meteen lopen we verkeerd. We hadden direct na het restaurant rechtsaf gemoeten, maar helaas, de markering schittert door afwezigheid en we lopen rechtdoor. Na een paar honderd meter krijg ik in de gaten dat we verkeerd zitten. Terug in dit geval, doorlopen is geen optie. Weer een kruisbeeld, heuvelachtig weiland, boomgaarden en overal staan bramen. Karel eet zijn buik vol, maar ik lust bramen alleen in de vorm van bramensap met yoghurt. Ook staat er hier Sleedoorn, een heester die vanaf augustus vol zit met blauwe bessen.
Te eten zijn ze niet, veel te zuur! Eerst moet de vorst er overheen en daarna kun je de bessen verwerken tot jam, vruchtensap, likeur of brandewijn. Een kapelletje en in de verte ligt Slenaken. Het is al bij tweeën en ik rammel van de honger. Dat geldt ook voor de anderen en we besluiten op een bankje koffie te maken en wat te eten. Ondertussen genieten we van het uitzicht, dat is werkelijk fenomenaal. Het zonnetje doet ook zijn best, een heel verschil met vanmorgen. Verder maar weer voor het laatste stukje. Weer heuvelachtig weiland, maar ook gaat het een heel stuk door het zogeheten Onderste en Bovenste Bosch. Epen laten we links liggen, maar in plaats daarvan passeren we de Volmolen. Ik ben hier al eerder geweest, maar dit is de eerste keer dat ik de molen in bedrijf zie. Waarlijk imposant om de kracht van het water te zien. Nog een klein stukje en we zijn bij Minicamping Voncken. Het blijkt een echte boerderijcamping. De eigenaar probeert eerst het moreel te ondermijnen door te beweren dat hij vol zit en dat we door moeten lopen naar de volgende camping. Ik pareer de opmerking door te stellen dat ik gereserveerd heb. Uiteraard blijkt er plaats genoeg te zijn en we krijgen een mooie plek met zicht op Epen. Wel staat er een beste wind. Nadat de tent stormvast staat opgesteld maak ik een soepje, gevolgd door Spaghetteria Bolognese, wederom begeleid met rode wijn. Het begint te betrekken, in het dal boven Epen regent het. Karel en ikzelf besluiten om toch even naar Epen te wandelen. Ik had verwacht veel toeristen aan te treffen en volle cafés en restaurants, maar tot mijn verbazing is Epen uitgestorven. Slechts een paar locals bevolken de plaatselijke cafés. Na een glaasje wijn sjokken we weer terug naar de camping.