Woensdag 18 mei 2011
Bonassola – Deiva Marina – Framura – Bonassola
Om zeven uur staan we op, kopen onze lunch bij het supermarktje en zitten om acht uur aan het ontbijt.
Om 08.47 uur pakken we de trein naar Deiva Marina. Dat is dus een andere kant op dan we gewend zijn. Om negen uur zijn we er. We lopen het dorpje uit en steken het riviertje de T. Deiva over. Het is bewolkt, dat zijn we ook niet gewend. Toch zie ik hier en daar wat blauw, het komt vandaag wel goed. Ai, meteen moeten we fors stijgen en om half tien zitten we al op 142 meter. Iets verder hebben we een mooi uitzicht op Deiva Marina. De route loopt door het bos en soms hebben we even zicht op zee. Het is 20 graden in de plus, prima wandelweer dus.
Even na tien uur staan we op 296 meter, voorlopig het hoogste punt. In 50 minuutjes moet je – bergaf – Deiva Marina kunnen halen. Iets verder hebben we zicht op Deiva Marina. Hier zitten we al weer een heel stuk verder. De bewolking breekt wat. Asfalt, dat wil zeggen dat we Framura naderen. Kijk, de olijfjes beginnen zich al te zetten. De netten zijn tot de oogst mooi (netjes) opgebonden. Zouden de Framuraansen (of hoe zeg je dat) hier de was nog doen? Tja, het is niet anders, Framura is een dorp van niets, maar er is een supermarktje, een groenteboer en… een restaurantje. Daar laten we ons de verfrissingen goed smaken. Marcella bestudeert de routebeschrijving, dat gaat helemaal goed komen. Even na twaalven stappen we op. Over de asfaltweg lopen we zuidoostwaarts al genietend van de mooie uitzichten. Om half een lopen we door het gehucht Anzo met zijn Torre di Guardia Genovese uit de 15e eeuw. Nog steeds is het asfalt en hebben we zicht op zee. Staat Maria hier uit te kijken op zee? Tegen enen houdt het asfalt op en wordt het een keienpad. Deze agave past net niet in mijn rugzak. Het keienpad houdt het voor gezien bij deze trap. Nu wordt het een geitenpad, maar dat zijn we wel gewend. Tja, soms trekt het even dicht en soms komt de zon er weer door. OK, het is 22 graden in de plus, dat is prima wandelweer. Ai, hier is een leuning gemaakt. Dat zie je maar weinig. Er is hier zeker iemand naar beneden gevallen. We zijn al een tijdje aan het dalen en op het laagste punt loopt dit beekje. De zon is er weer bij. Kijk eens aan wat een prachtig pad. We zitten ongetwijfeld niet ver van een dorpje. Sowieso raak je niet uitgekeken op de bloemenpracht. Oh, wat is het hier mooi! Het laatste stuk dalen we door middel van een trap, die betere tijden heeft gekend.
Verder lopen we over asfalt naar ons eigen dorpje: Bonassola. Onderweg staat deze boom vol met oranje vruchtjes. Ik heb geen idee wat het is. Dit weet ik wel: citroenen. Tegen drieën zijn we in Bonassola. We eten er meteen een ijsje op. We hebben er vandaag 10.76 kilometer opzitten. Dit keer zijn we tamelijk vroeg, maar zo voor een keer is dat wel prettig. Zal ik op het terras een biertje gaan drinken? Ik denk te gaan douchen en dan even op bed te gaan liggen. Een siësta op zijn tijd is ook wat waard. We hebben er nu vier wandeldagen opzitten en dat begin je toch te voelen.
Rond half acht gaan we op de warme hap uit. Richting strand hebben we een restaurant gezien waar we nog niet geweest zijn. Helaas, het ding zit potdicht en ik begrijp dat dit restaurant maar een paar dagen per week open is. We hebben al gehoord dat het voor Italiaanse begrippen nog geen hoogseizoen is. De Trattoria op het hoekje is wel open. Op het terras zitten twee Italiaanse echtparen aan de witte wijn en de hapjes. Wij gaan binnen zitten (in de tent), dat zit wat warmer.
Wij zijn de enigen, maar dat mag de pret niet drukken. Kijk, het ziet er hier niet uit natuurlijk, maar dit is Italië! De salade is van prima kwaliteit en we krijgen er een grote schaal warme broodjes bij. Ik heb een beste trek, want ik had geen biertje met hapjes genoten. Ook de rode huiswijn is prima. De volgende gang is gnocchi met pesto en geraspte kaas. Erg lekker, maar wel erg veel.
Intussen zijn de Italianen binnen komen zitten en ze laten zich de kaart en een fles rode wijn aanreiken. Tjonge, ze zijn zich goed te buiten gegaan aan de hapjes, dit zijn getrainde eters. De laatste gang is kalfsvlees. Het ziet er niet uit, maar het smaakt voortreffelijk. Het is weer veel te veel! Deze portie is niet voor ons tweetjes, maar voor mij alleen!
Als toetje wordt ons kaas en fruit aangeraden. Het is echt Italiaans, ik weet het, maar er kan alleen nog een espresso bij. Ai, deze smaakt voortreffelijk. Thuis hebben we een Italiaanse espresso machine (Domobar van Vibiemme), dus daar kan het niet aan liggen, maar toch smaakt de espresso hier beter.
Rond half tien lopen we terug naar ons hotel.