Zondag 15 mei 2011
Bonassola – Levanto – Monterosso al Mare – Bonassola
Om half acht staan we op en om acht uur zitten we aan het ontbijt. Nu, het ontbijtbuffet ziet er (zeker voor Italiaanse begrippen) goed uit. Zelfs de cornflakes ontbreken niet. De espressomachine wordt bediend door deze jongedame en ze weet er mee om te gaan. De doppio’s die zij bereid smaken mij voortreffelijk. Tegen negenen lopen we naar het supermarktje waar ter plekke verse broodjes worden belegd met ham, kaas, tomaat, nou ja, met net wat je wilt. Verder hebben ze hier allerlei zelf gemaakte producten te koop. Mevrouw bereid de broodjes en meneer pakt in. In de loop van de week leren we deze mensen steeds beter kennen, want (bijna) elke dag kopen we hier onze lunch.
Gelukkig wordt de lunch niet door en voor de hele groep ingekocht, want dan krijg ik dingen voorgeschoteld die ik niet lust (olijven bijvoorbeeld). Om half tien verzamelen we en onder leiding van Marcella gaan we van start. Een paraplu of iets dergelijks hanteert ze niet, maar door haar blauwe zonnebril kunnen we haar al op grote afstand herkennen. Vannacht heeft het geregend en nu is het zwaar bewolkt. Toch is het 20 graden in de plus, dus koud is het niet. Helaas, het dreigt naar regen, gelukkig zitten onze regenpakken in mijn rugzak. We lopen Bonassola uit en meteen begint het voluit te plenzen.
Zijn we daarvoor nu naar Italië gegaan? In Nederland is het al vele weken prachtig weer! Nou ja, iedereen hult zich in plastic en daarna moeten we stijgen. Het gaat steil omhoog en al snel hebben we zicht op Bonassola. Tja, het ligt er wat ‘verpietert’ bij. We stijgen door tot 145 meter en daarna is het wandelpad min of meer vlak. Het regent niet meer en de regenpakken gaan uit. Gigantische agave’s staan er hier, maar ze worden overwoekert door witte pluimen van een andere struik. Dit zullen eeuwenoude paden zijn, maar ik neem aan dat ze goed worden bijgehouden. Hier dalen we af naar het stadje Levanto. De brem staat prachtig in bloei, goed dat we deze reis in het voorjaar gepland hebben. Daar ligt Levanto, nog een klein stukje dalen. Als we Levanto inlopen worden we begroet door bloeiende bougainville. Het strand, maar strandweer is het (nog) niet. Ai, ai, hier staat voor een kapitaal bij elkaar. Volgens mij heten deze palmen Trachycarpus Wagneriana en bij de kweker doen de kleintjes €350,- (of meer). Jammer van de prullenbak en de fiets die achteloos tegen dit moois is neergezet. We lopen door de hoofdstraat van Levanto op weg naar een restaurant waar we iets kunnen nuttigen. Tjonge, het ijs in deze ijssalon is netjes ‘opgemaakt’. Dat zie ik voor het eerst. Het wordt een espresso, een doppio uiteraard. Na zo’n half uur stappen we op, we zijn er nog niet! Aan de boulevard staat dit prachtige huis. Zo te zien komt de zon door. Nog wat verder maak ik vanaf de boulevard deze foto van het strand. Het is al bijna strandweer! Deze struiken zie je overal, vaak in de vorm van een haag, maar vaak vrijstaand. Hoe zou deze struik heten? Een groepslid weet het, het is Pittosporum. Ik had er nog nooit van gehoord. Iets verder staat dit kasteel uit de 12e eeuw. Tijd om het te bezoeken (als dat al kan) hebben we niet, tenslotte is dit een wandelreis. Het uitzicht (in het kasteeljargon heet dit: waarnemings- en schootsveld) is fabuleus. Hier begint het voetpad naar Monterosso. De brem staat in bloei, en hoe! Overal zien de hellingen geel. Uiteraard moeten we stijgen en krijgen zicht op Levanto. Een leuk optrekje. Helaas, ik zag een folder liggen bij een makelaar. Tja, de prijs weten ze hier ook wel, een eenvoudig appartement van 75 vierkante meter doet hier al snel 6 ton (euro). Cinque Terre is Werelderfgoed heeft Unesco bepaald. De Oost-Indische kers staat er prima bij. Het pad is gemarkeerd met rood-witte verf. Ach, hier kun je niet verkeerd. Bijna altijd heb je zicht op zee, prachtig gewoon.
We dalen iets, we stijgen iets en vaak is het min of meer vlak. Rond een uur lunchen we op een open plek.
Na zo’n half uurtje stappen we op en genieten van het uitzicht. De bewolking is wat dikker intussen. Inmiddels zitten we op dik 300 meter en in de diepte ligt Monterosso. Daar moeten we heen. Ai, het spettert een beetje. We komen langs de ruïne van de S. Antonio Del Mesco. Het informatiebord is in het Italiaans, dat is lekker handig. Het is drie uur, nog een kwartiertje, dan zijn we in Monterosso (voluit: Monterosso al Mare). Het zonnetje is er weer bij. Marcella wijst ons de ingang van het station. Hier moeten we om 17.15 uur verzamelen, want de trein naar Bonassola vertrekt om 17.30 uur. We hebben dus twee uur voor onszelf. De winkelstraat van het ‘nieuwe’ gedeelte van Monterosso hebben we wel gezien. Kijk, de Chiesa Dei Cappuccini schijnt bijzonder te zijn. Daar moeten we maar eens een kijkje nemen. Nou, dat zit ons niet mee, het is stijgen en nog eens stijgen. Waarom bouwen ze die kerken altijd zo hoog? Een aandoenlijke grot, nu kan het niet zover meer zijn. En dit is hem dan, volgende keer zal ik mijn hogedrukreiniger eens meenemen. En dit is het interieur, dat ziet er toch niet verkeerd uit. San Francesco heeft deze uitspraak gedaan. Wat zou dat nu weer betekenen? Dit schilderij boven het altaar heb ik toch ‘kek’ op de foto gezet. Nog ietsje verder en hoger is de begraafplaats. Tja, de grond is hier nogal rotsig, dus wordt je bijgezet in de muur. Er zijn een aantal plekjes vacant. Zijn deze graven geruimd? Als je wat beter in de slappe was zit (neem ik aan), laat je een mooi monument optuigen. We lopen, via een andere weg, weer naar beneden en komen in het ‘oude’ gedeelte van Monterosso terecht. Kijk, hier staat een soortgelijke kerk als boven, alleen is hier iemand me voor geweest met de hogedrukreiniger. Het interieur is stijlvol met de zwart-witte pilaren. Dit is ook wel een leuk hoekje. Ai, daar rechts moet nog een kerk zijn, nou ja, een Oratoria. Van de buitenkant heb ik geen foto gemaakt. Kon ik er niet bij? In elk geval is het interieur mooi gedecoreerd.
Dit is het ‘oude’ gedeelte van Monterosso. Uiteraard zit het vol met winkeltjes. Deze foto is niet op Tahiti gemaakt, maar gewoon vanaf de boulevard in Monterosso. Het station van Monterosso. De treinen rijden hier links, een beetje vreemd vind ik dat wel (update: Engelse ingenieurs hebben toentertijd het spoorwegnet aangelegd, vandaar).
De toeristen op het andere perron moeten naar Vernazza (of verder). Tegen kwart voor zes zijn we in Bonassola en op het station vertelt Marcella het programma voor morgen. Zo te horen gaat de groep weer gezamenlijk uit eten, maar wij melden ons meteen af.
Eerst breng ik mijn rugzak naar de kamer. Orchideetje gaat douchen en ik besluit om een biertje te gaan drinken op het terras voor ons hotel. Dat biertje laat even op zich wachten, maar dat komt omdat ze er een schaal ‘lekkers’ bij hebben gedaan. Dat had ik toch niet besteld, maar ik laat het maar zo. Dan zie ik dat op de andere tafels dezelfde lekkernijen staan. Het hoort er dus bij. Nou, dit wordt een duur biertje, maar voor een keertje kan het wel. Het smaakt trouwens wel uitstekend! Overigens, ik meen me te herinneren dat ik voor het biertje en het lekkers slechts €4,50 kwijt was. Dat is toch spotgoedkoop! Toch vandaag, ondanks de buitjes, prachtig gewandeld. Deze streek is zonder overdrijving de mooiste plek op aarde. Om half acht zoeken we een restaurant op.
De groep is net weg, dus wij lopen de andere kant op. Zo met z’n tweetjes vinden we het toch gezelliger. Is dit iets? Ach, we proberen het gewoon. In elk geval worden we hartelijk ontvangen. Orchideetje spreekt een beetje Italiaans, dat wordt altijd erg gewaardeerd. We bestuderen de kaart en begrijpen dat er hier geen vlees of vis wordt geserveerd. We vragen maar niet waarom dat zo is en bestellen salade en spaghetti. In Nederland krijg je dat tegelijk geserveerd, maar zoals bekend doen ze dat in Italië een beetje anders. Nou, we krijgen allebei een bord vol salade en gelukkig wordt de azijn en de olijfolie apart geserveerd. De azijnfles raak ik niet aan, maar de olijfolie is een hele beste. Toch vreemd dat ik wel olijfolie lust, maar geen olijven. De wijn is prima, het blijkt een chianti te zijn! De spaghetti is ook prima. Er komt een echtpaar binnen (tot nu waren wij de enigen, behoudens de Italianen op het terras) en we raken aan de praat. Ze blijken broer en zus te zijn en met vakantie uit… Brazilië.
We besluiten met espresso (ik) en thee (Orchideetje). Tot onze verrassing krijgen we ijs ‘van het huis’ geserveerd. Om half tien lopen we terug naar ons hotel.