Donderdag 19 mei 2011
Bonassola – Manarola – Volastra – Corniglia – San Bernardino – Vernazza – Bonassola
Zoals meestal kopen we eerst onze lunch en gaan daarna aan het ontbijt. Even na negen verzamelen we voor het hotel. Leuk, vandaag is er markt. Hoe zou dat bij deze kraam werken? Alle dozen prijs? Dit is de groente- en fruitkar. Keus genoeg, wat heb je nu eigenlijk nodig? Om 09.20 uur pakken we de trein en om 09.55 uur zijn we in Manarola. Kijk, daarboven ligt het (gedeeltelijk). Zo, de markering is weer piekfijn voor elkaar. OK, eerst is er koffie met (‘graties’) koek. Marcella heeft een hele schaal meegekregen van ons supermarktje. Ach, iedereen koopt daar ’s morgens zijn lunch, daar mag wel iets tegenover staan. Door de hoofdstraat gaat het. Tja, waarom parkeren ze hier hun roeiboten? Die dingen staan vreselijk in de weg. Nou ja, deze visser verkoopt zijn verse waar zo uit de boot. Bij dit restaurant leggen we aan en we laten ons de espresso’s goed smaken.
De meegebrachte koek gaat erin als… Het uitzicht vanaf ons restaurant is ook niet verkeerd. Dit keer geen kustpad – die hebben we al gehad – maar als we het dorp uit zijn pakken we de 06 het binnenland in. Op naar Volastra. Meteen na het dorp verlaten we de asfaltweg en wordt het traplopen. Het weer is prachtig, de lucht is blauw, het is 22 graden in de plus en 10.45 uur. Ze zijn (waren?) nogal rooms hier, vandaar dit soort ‘kapelletjes’. Ik mis van beide figuurtjes overigens de hoofden. Hoe zit dit? Elke mogelijkheid om een paar wijnstokken te planten wordt benut. Hier staan we al op 223 meter hoogte, nog 100 meter stijgen. Tot bovenaan de heuvel is elk enigszins begaanbaar stukje grond vol geplant. Uiteraard is de zee nooit ver weg. We zijn er bijna, uiteraard is het traplopen. Even over half twaalf bereiken we Volastra op 324 meter hoogte. Je kunt hier uiteraard ook gewoon met de auto naartoe, maar zelf klimmen is leuker. Straks pakken we de 6d naar Corniglia, we lopen dan over een hoger pad dan we eerder hebben gedaan. Marcella bestudeert de kaart, ze laat zich echt niet verrassen. Iets verder staat de Nostra Signora Della Salute met een heldere uitleg in het Italiaans. OK, we gaan verder. Achteromkijkend zie ik… tja, dat moet toch Manarola zijn? Min of meer vlak lopen we over eeuwenoude paadjes door wijngaarden naar Corniglia.Beneden in de verte ligt het. Wat is daar in de diepte te zien? Dat moet Corniglia zijn. Soms een stukje bos compleet met bloemen. Corniglia, we zijn er bijna. Nog een laatste paar trappen en op 103 meter hoogte tappen we om 14.00 uur onze bidons vol.
OK, de wandeling zit erop en een groot aantal groepsleden gaat naar het strand of ondernemen iets anders. Marcella wil met de liefhebbers naar San Bernardino en dan naar Vernazza lopen. Met z’n vijven gaan we op pad. Dat betekent eerst weer een stuk stijgen en dan via een hoger pad dan we al gelopen hebben naar Vernazza.
Een aandoenlijk winkeltje. Hier zijn we al zo’n drie kwartier onderweg. Corniglia ligt in de verte. Een enkele keer staat er een bordje. We zijn er bijna. Om kwart over drie bereiken we het dorpje San Bernardino (kuch). Er is een restaurant annex hotel. Verder is er niets. We zitten hier op 340 meter hoogte en we laten ons de verfrissingen goed smaken. Wat staat daar nu? Zo te zien is het een jeep, die de invasie op Sicilië heeft meegemaakt. Na zo’n half uurtje stappen we op. Eerst dalen we langzaamaan. In de verte ligt Monterosso, maar zover hoeven we niet. Nu moeten we toch fors dalen en soms klauteren. We komen niemand tegen, aan de begroeiing kun je al zien dat het pad niet druk belopen is. Daar ligt Vernazza, maar we moeten nog ruim een half uur dalen. De cactussen beginnen ook te bloeien. Ai, deze wegwerker stuurt zijn gemotoriseerde, met rupsbanden uitgeruste kruiwagen omhoog. Vernazza, het loopt tegen vijven. Wat een prachtige wandeling! En zo heerlijk rustig!
We hebben er vandaag 11.06 kilometer opzitten en we drinken er een biertje op. Om 17.25 uur pakken we de trein naar Bonassola en om 17.50 zijn we in het hotel.
Een biertje heb ik al op, dus het biertje op het terras laat ik achterwege. Douchen, omkleden en om half acht lopen we naar Curnea, de pizzeria op het pleintje.Een half litertje rood en een pracht van een pizza. Dat heb ik vandaag wel verdiend. Om half tien lopen we naar ons hotel.