Zondag 26 augustus 2012
Woerdense Verlaat – Rijnsaterwoude
Om half zeven gaat de wekker. Ik denk dat het de hele nacht heeft geregend. Het is 17 graden in de plus, dus niet koud. Na het ontbijt en het opbreken lopen we tegen achten naar de receptie. De beheerder is aanwezig en we krijgen meteen koffie aangeboden.
We rekenen af en we krijgen een set roeispanen. ‘Pak de witte roeiboot maar en leg hem vast aan de overkant. Ik haal hem vandaag wel weer op’, zegt de beheerder. Zo gezegd, zo gedaan. Oh ja, de beheerder had het nog over hozen, en dat blijkt nodig. De boot staat halfvol water. Tjonge, er is een boel gevallen vannacht. Tja, we hebben maar één set roeispanen, dus de volgende keer roei ik. Het aanleggen valt nog niet eens mee. Aan de overkant is een beschoeiing nét onder water. Daar kunnen we niet overheen. Iets naar rechts is een steigertje. Daar gaan we de wal op en leggen de roeiboot vast. OK, we gaan van start en we lopen nu aan de westelijke (goede) kant van de Kromme Mijdrecht.
Nou, hier woont een grapjas. De foto van het bordje staat ook in het wandelboekje. Nou, hier woont zijn broer zeker, ook al zo’n grapjas. Zoveel heeft het geregend. Mooi wonen aan zo’n (vis)watertje. Een donkere wolk en inderdaad krijgen we een klein buitje. Een ophaalbrug, een schuurtje en een chalet. Daarvoor een afdak met een poster. Dat hoekje is zeker om te chillen. Ook hier is toentertijd het veen afgegraven. Wat rest is vernield landschap… pardon natuur. En daar komen de vogelaars op af. Tja, ik zie alleen maar wilde eenden en meerkoeten. Zouden die mannen een zeemeermin in het vizier hebben? Dan wil ik ook zo’n kijker! Slordig weer is het deze keer. De ene keer een buitje regen en daarna de zon. Hier mooi strijklicht op de woning. OK, op naar Zevenhoven. Daar in de verte ligt het, bijna vier kilometer fietspad te gaan. Dit zijn ganzen. Zoals bekend heb je bak- en braadganzen. Oh ja, roerbakganzen zijn er ook nog. De boeren zijn niet zo blij met ganzen, ze vreten het complete weiland op. Tegenwoordig mogen ze bejaagd worden. Tegen tienen lopen we Zevenhoven in. Er is geen kip op straat. Bij de kerk is ook al niets te doen. Op het spandoek staat: is er MEER? In elk geval een bui en een beste ook. Ai, een school, een schoolplein en een fietsenhok. Hier sta ik droog, want het gaat behoorlijk te keer. Sjef liep iets voor mij uit, hij heeft onderdak gevonden in een bushalte (zie ik later). Inmiddels lopen we Noordeinde uit, dat is het dorpje na Zevenhoven. Het regent weer. Formeel lopen we iets noord van het zogeheten ‘Groene’ Hart’. Maar dit lijkt er wel erg op. We naderen Nieuwveen en het is al over elven. Dit café staat te koop en zo te zien al geruime tijd. Geen koffie dus. De kerk in Nieuwveen oogt verlaten. Ook hier valt geen bak koffie te scoren. Zo te zien staat dit café ook leeg. Nou, het zit vandaag niet mee. De LAW-verkenner heeft een mooi rondje over de grasdijk gevonden. Dat is beter dan door Nieuwveen lopen, daar valt toch niets te beleven. Op een grasdijk staan schapen en hekken. Van schapen heb je nooit last, dat zijn van die allemachtig bangelijke dieren, die gaan vanzelf aan de kant. Hekken niet, daar moet je echt tegenaan. Geen villa, geen theehuis, geen sloep, maar dit kan er echt wel mee door. Kijk, hier is een stuk onrendabel weiland omgetoverd tot een golfbaan. Het zonnetje staat erop, wat wil je nog meer. Nou… Een clubhuis natuurlijk. En dan niet al het personeel tegelijk op vakantie! Bij deze Golf & Countyclub is het goed geregeld.
En ook de KMA is van uitstekende kwaliteit. Het is al over twaalven, net op tijd! Kijk, een stukje dubbelloop met het Pelgrimspad. Dat pad heb ik ook al gelopen.
Die andere wandelingen zijn plaatselijke rondjes om de kerk. In Papenveer steken we het Aarkanaal over. Zeker weten woont hier een tuinliefhebber, het ziet er picobello uit. Een stukje fietspad moet kunnen, we zijn er nu toch al bijna. Dit zullen de Langeraarsche Plassen wel zijn. Hm, je eigen eiland, dat heeft ook wel wat. Is dit Rijnsaterwoude? In elk geval is het daar in de buurt. Zo te zien heeft iedereen een eigen sloepje. Je kunt nooit weten natuurlijk. ’t Is even zoeken naar de bushalte, maar gelukkig weet een hardloper het. De bus van Sjef komt meteen voorrijden, hij heeft ook altijd mazzel.Zelf moet ik een kwartiertje wachten op de bus naar Schiphol. Daar ben ik na zo’n 25 minuutjes. Iedereen denkt natuurlijk – met mijn grote rugzak – dat ik een verre vliegreis ga maken. Helaas, dit keer niet. Ik pak gewoon de trein naar huis. Dit keer geen Peacocks, Orchideetje heeft eten gehaald bij de Surinaamse toko. Oh ja, ik schat dat we vandaag een kilometer of twintig hebben gelopen, ik was vergeten mijn GPS te raadplegen bij de bushalte. Mooi, nog twee dagen lopen naar Scheveningen en dan nog de uitbreiding van Bad Bentheim naar Oldenzaal.
Ik hoop dat ik dit jaar het Markramerpad kan afronden. Sjef: bedankt!