Zaterdag 25 augustus 2012
Hollandsche Rading – Woerdense Verlaat
Om half zeven gaat de wekker. Gisteravond heeft het toch behoorlijk geregend, maar in mijn tentje heb ik geen centje pijn gehad. Ik begin met een beker thee en waarachtig, het begint te spetteren. Als ik de havermoutse pap ga bereiden is het alweer droog. Tegen achten gaan we op pad. We beginnen met een stukje aanlooproute naar het Tienhovensch Kanaal. Kijk, ik herken deze boerderijen en de vijver. Toentertijd zat de vijver vol wilde eenden. Hebben ze alle eendjes soms opgegeten? Het Utrechtpad loopt hier en dat heb ik al gelopen. Een stukje dubbelloop is gewoon onvermijdelijk. Kijk deze koeien er eens ontspannen bijliggen! ‘t Zijn ook al van die vleselijke beesten.
Ze weten hier wel wat lekker is. Een handwijzer. Elf kilometer te gaan tot Breukelen. Dat zal ongeveer kloppen, want het is min of meer rechtuit langs het Tienhovensch Kanaal. Zoals gezegd, min of meer rechtuit. Het is bewolkt en we krijgen een buitje te verduren. Rechts van ons ligt de Breukeleveensche- of Stille Plas. Links liggen de Tienhovensche Plassen. In het verleden is hier het veen afgegraven in stroken van 1250 meter lang en 100 meter breed. Het fijnste loop ik op een gravelweg. Het is minder hard (en warm) dan asfalt en uiteraard harder dan een zandweg. Lekker opschieten dus en rustig om je heen kijken zonder angst voor valpartijen. Het is een en al water hier. Voor akkerbouw ligt het land te laag, het is dus te nat.
Blijft over de bestemming als weiland. Hier staan twee (hobby)paarden, het is veel economischer het gras te maaien en af te voeren naar de stal. Koeien vertrappen veel gras en ze sch..ten de boel onder. Mooi, het wordt wat ‘bewoonder’, getuige deze boerderij. Iets verder staat de wipwatermolen ‘De Trouwe Wachter’ uit 1832. De molen is na een aantal restauraties weer draaivaardig. Tienhoven is een lintdorp en ligt noord-zuid. Wij lopen er vanaf het oosten naar het westen dwars doorheen. De hortensia’s staan er goed bij. Uiteraard loopt de route niet over de asfaltweg, maar over de Meeuwenseweg, dat is een grasdijk. Nog wat verder mogen we over deze ‘zandweg’ door de weilanden. Even na tienen bereiken we de asfaltweg met het restaurant ‘De Strook’. Ze zijn al open, dat treft. Zo ongeveer na twee uur lopen een ‘stief’ kwartiertje pauzeren is ideaal. Nou, de KMA is van heel redelijke kwaliteit. De appeltaart komt uit de appeltaartenfabriek, diezelfde fabriek zal ook wel pannenkoekmix en instant puddingpoeder fabriceren.
Als je met dichte ogen proeft, smaakt het allemaal hetzelfde. Kijk, een strand hebben ze hier ook, maar waar zijn de badgasten? Het weer is toch typisch Nederlands? In elk geval lopen we hier verkeerd, we moesten de brug over, maar de markering is hier niet op orde. Nog drie kilometer naar Breukelen, maar voor ons is het iets meer. Op dit eiland ligt het voormalig fort Tienhoven, gebouwd tussen 1848 en 1850, Het fort maakte deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en is niet te bezoeken. Het fort ligt op een kruispunt van vier wegen en een aantal kanalen. Echt een strategisch punt dus. Een snippertje bos voor de afwisseling. We naderen Breukelen. Hier woont niet Jan met de Pet, nee, nee, hier wonen de heren (en dames) van stand. Het mooist woon je natuurlijk aan de Vecht. Een Jaguar op de dam (niet zichtbaar) en een sloep naast het theehuis is de ultieme droom. Wij nemen de ophaalbrug over de Vecht en lopen centrum Breukelen in. We frequenteren de Appie en De Marskramer. We lopen het Marskramerpad, dat is wel toepasselijk. Lunchen doen we bij een sluisje. We hebben weer van alles te knabbelen gekocht, dus scheelt het meteen weer gewicht. Wel is het jammer dat er hier geen bankje staat. Gewoon een gemiste kans van de gemeente Breukelen.
We steken het Amsterdam-Rijnkanaal over en even verder ligt station Breukelen.
We krijgen meteen een bui op ons pet, en zo’n fietsenstalling is wel een uitkomst. Net voorbij het station staat de Kortrijkse Molen. Het is een wipwatermolen uit 1696.
De molen is na verschillende restauraties draaivaardig. We lopen onder de A2 door en daarna de Kortrijkse polder in. Vanaf nu krijgen we voornamelijk polderlandschap te verstouwen. Kijk, deze zwanen zijn er vroeg bij geweest en hun kroost is bijna volwassen. Deze zwaan was ietsje later (tweede leg?) en ik vraag me af of deze jonkies de komende winter gaan overleven. Hier lopen we door het gehucht Portengen. Het is ook weer een lintdorp. Hoe zou dat hier nu wonen? Het weer houdt niet over, maar om te wandelen is het prima. Aan de overkant is een Brasserie. Daar hebben we niet zoveel aan. Zouden ze je willen overzetten (niet afzetten) als je beloofd iets uitgebreids te nuttigen? Hier ben ik ook al eens eerder geweest. Het klopt, het Floris V-pad loopt hier ook. Opnieuw een stukje dubbelloop, maar ik vind het erg leuk om ergens weer terug te komen. Uiteraard ligt het voetveer aan de verkeerde kant, dat zal je altijd zien. Sjef draait aan het grote wiel, daar is hij erg goed in. Een stukje grasdijk op z’n tijd is nooit weg. Het gras is gelukkig kort, dus ‘loopt’ het hier heel redelijk. Heerlijk rustig wonen zo onder aan de dijk. Een beetje eenzaam is het wel. Dit is de Spengense Molen uit 1841. Het is een wipwatermolen en draaivaardig. Er is geen hond te zien, of toch wel, hij (of zij) loopt op het pad. Opnieuw grasdijk, maar dit keer is het gras wat langer. Dat ‘loopt’ iets zwaarder en als het gras nat is, krijg je natte schoenen. Die kunnen daar tegenwoordig behoorlijk goed tegen, dat scheelt. Wat ze hier precies aan het doen zijn is mij niet duidelijk. In elk geval kunnen wij oversteken. Het is zaterdag vandaag, dus wordt er niet gewerkt. Dit huis staat er toch goed bij zo in het zonnetje. Verderop hangt een regenbui, daar moeten we gewoon niet op letten. OK, op naar de Woerdense Verlaat. ’t Is even doorbijten geweest, maar hier lopen we de Woerdense Verlaat in. Officieel loopt de route aan de westkant van de Kromme Mijdrecht. De camping ligt aan de oostelijke kant van de Kromme Mijdrecht, maar de bebeerder heeft mij belooft om ons over te zetten. Een mobielbelletje volstaat. Loopt de route wel door aan de westelijke kant? Dat is op de kaart niet goed te zien. OK, er staat hier een bord met een pijl: ‘Natuurkampeerterrein Amstelkade’. De weg loopt dus door. Laten we er maar niet van uitgaan dat de beheerder ‘paraat’ staat met zijn roeiboot, we nemen de oostelijke route.
Aan de overkant van de Kromme Mijdrecht staat de Westveense Molen uit 1676. Het is een wipwatermolen en hij is draaivaardig. Voor de derde keer vandaag krijgen we een bui op ons pet. Een beetje vreemd weer is het wel. Als cadeau kunnen we de regenboog bewonderen. De Kromme Mijdrecht vind ik persoonlijk één van de mooiste ‘watergangen’ van Nederland. Precies tussen de boerderijen en de bosschages door zien we een volledige regenboog. We zullen maar niet naar de uiteinden toelopen. Net een gigantische regenbui en nu breekt de zon weer door. Tien voor halfzes lopen we het Natuurkampeerterrein Amstelkade op. We horen dat de beheerder niet aanwezig is. Wat een geluk dat we aan de oostelijke kant van de Kromme Mijdrecht zijn gaan lopen! Anders hadden we aan de overkant moeten wachten. Ik bel de beheerder mobiel. We mogen een plekje uitzoeken en kunnen morgen afrekenen. OK, dat doen we en na even zoeken vinden we een mooi veldje voor onze tentjes. Het staat nog aardig vol, maar ja, ’t is vakantie. We hebben er vandaag 32.35 kilometer opzitten en hebben (over het lopen) een gemiddelde gemaakt van 5.2 km/uur. Dat is lang niet slecht. OK, ik begin weer met een wijntje en bereid daarna een Knorr-maaltijd. De douche is ‘gratis’ en prima. Daarna kruip ik in mijn tentje, want het dreigt naar regen.