Israël (maart 2016)

Donderdag 10 maart 2016
Bethlehem
Om half acht staan we op en om acht uur zitten we aan het ontbijt. Nou, dat is uitgebreid mag ik wel zeggen. 32. OntbijtVoor we vertrekken maak ik twee foto’s vanaf ons balkon. Tjonge, wat een uitzicht. In de verte loopt de muur, maar die is op de foto niet te zien.33. Balkon34. Balkon Ik loop naar het terras, feitelijk maakt dat deel uit van het trappenhuis. Dat de familie het Katholieke geloof aanhangt is duidelijk. Of het nu de Grieks-orthodoxe variant betreft of de ‘Roomse’, laat ik voor wat het is.35. Maria36. Maria Daarna maak ik een foto van de flat van Laila. Ik zie dat bovenop het flatgebouw nog een woonlaag in aanbouw is. Heb ik gisteravond in de drukte een zoon of dochter over het hoofd gezien?37. Flat Tegenover de flat van Laila is de supermarkt, George heeft daar voor het ontbijt (gekleed in zijn pyjama) vers brood voor ons gehaald.38. Supermarkt Om kwart voor acht brengt Laila ons weg met de auto, want we moeten om acht uur op het Instituut zijn. Ai, dit wordt zeker geen vakantiereis, maar dat wisten we op voorhand.
De ‘Palestijnse’ (laat ik de bewoners van de Westbank voor het gemak maar Palestijnen noemen) nummerborden zijn wit met groene opschriften. Groen met witte opschriften zie ik ook.39. Nummerbord Tegen achten zijn we bij het AEI (‘Arab Educational Institute’) oftewel het Sumud Story House (http://www.aeicenter.org/).40. AEI Het AEI is een Arabisch-Palestijnse NGO dat is aangesloten bij Pax Christi International en in Bethlehem in 1986 is opgericht door een groep Palestijnse onderwijsdeskundigen.
Het AEI werkt samen met jongeren, vrouwen en opvoeders, en is actief op het gebied van het gemeenschapsonderwijs om bij te dragen aan de algemene zaken van deelname aan het openbare leven en aan vrede en gerechtigheid; de oprichting van een vrije, democratische en cultureel pluralistisch Palestina en het delen en communiceren van de dagelijkse realiteit van het leven in Palestina met een breder publiek.
Dit wordt gedaan door:
– Het activeren van de jeugd en het ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten bij de jeugd;
– Bewustmaking over waarden, cultuur en identiteit;
– Training in het effectief communiceren over de Palestijnse realiteit;
– Ontwikkelen van de capaciteit, de duurzaamheid en de reikwijdte van de organisatie.

De Nescafé koffie en thee staat voor ons gereed. Tja, dat is in Arabische landen gebruikelijk. Gewone (NL-koffie bedoel ik) is bijna nergens te krijgen en Arabische koffie vinden maar weinig Nederlanders te drinken. Sowieso blief ik geen Arabische koffie, maar ik heb dan ook een teer gestel.
Nu volgt een uitgebreide inleiding van wat het AEI doet en hoe ze dat doen. In eerste instantie neemt Toine (in de rode trui) het woord, hij is (samen met Maaike) onze reisbegeleider in Bethlehem. Toine is van huis uit antropoloog, getrouwd met een Palestijnse Christen en ze hebben twee kinderen. Hij woont al 20 jaar in Bethlehem en heeft ook het nodige geschreven (zie de leeslijst).
Maaike (geel truitje) zit naast hem en is onze reisbegeleidster voor de hele reis. Uiterst rechts zit een man die uitgebreid het woord neemt. Ik dacht eerst dat hij hier de directeur is, maar dat blijkt de jonge vrouw in de gestreepte trui te zijn. 41. OntvangstNa deze inleidingen nemen een aantal Palestijnse vrouwen het woord. Zij vertellen ons over hun dagelijkse leefomstandigheden.
Uiteraard heb ik de nodige aantekeningen gemaakt, maar hierna wil ik graag een groepslid (of reisbegeleider) aan het woord laten om zijn/haar interpretatie van het gehoorde weer te geven.

Bijdrage groepslid …

We gaan naar buiten en tegenover het Instituut zien we de muur. Deze is gebouwd (door Palestijnse bouwvakkers!!) tussen 2004 – 2005. Het ding is tussen de acht en de tien meter hoog (dus ruim tweemaal zo hoog als de voormalige Berlijnse muur).42. Muur Aansluitend maken we een wandeling langs de muur. Toentertijd was dit een drukke doorgaande weg, maar nu is er dus de muur compleet met wachttoren. Velen zullen de muur intimiderend vinden, maar met mijn beroepsachtergrond is het gewoon een ‘hindernis’.43. Wachttoren Ik zie trouwens al veel Israëlische bussen vol toeristen (pelgrims?), waarschijnlijk onderweg naar de geboortekerk.
Pal onderaan de muur en de wachttoren zie je pas hoe hoog de muur is.44. Wachttoren Inderdaad, de ‘posters’ op de muur trekken wel de aandacht. Dit is een project van het AEI. Het zijn verhalen van Palestijnen, die veelal erg tragisch zijn. Dat zie je natuurlijk overal, de politici en de multinationals maken de dienst uit en de gewone burger heeft het nakijken. Ik fotografeer een aantal ‘posters’, er is ook een boekje van (Getuigen van Soemoed, ISBN 978 90 5263 189 9).45. Muur-246. Muur-247. Muur-248. Muur-249. Muur-250. Muur-251. Muur-252. Muur-253. Muur-254. Muur-255. Muur-256. Muur-257. Muur-258. Muur-259. Muur-260. Muur-261. Muur-262. Muur-263. Muur64. Muur Hierna lopen we naar het Aida vluchtelingenkamp. Nou, het wordt al knap warm, ik ben er blij mee. Onderweg lopen we langs een hotel, dat ziet er perfect uit.65. Hotel De ingang van het vluchtelingenkamp refereert meteen aan ‘de catastrofe’ die hen is overkomen in 1948.66. Ingang Maaike maakt een praatje met kinderen. Maaike spreekt Hebreeuws en Arabisch, daar ben ik wel jaloers op.67. Praatje We passeren een begraafplaats. Tja, er kan weleens een bezem overheen.68. Begraafplaats Tjonge, de graffiti op de muren laat aan duidelijkheid niets te wensen over.69. Grafitti-270. Grafitti-271. Grafitti-272. Grafitti-273. Grafitti74. Grafitti In het Aida vluchtelingenkamp bezoeken we het Alrowwad for Culture & arts. We zien daar een film en vernemen de kernproblemen van de Palestijns<>Israëlische kwestie.77. Ingang_
Bijdrage groepslid …
Nee, dat niet, maar wel:
Overgenomen van de site van Likoed België (https://brabosh.com)

Palestijns vluchteling zijn én blijven uit vrije politieke wil
door: Ingo Way, 24 december 2016

De sleutel bovenop de poort van het Aida vluchtelingenkamp, symbool voor de terugkeer naar ‘Palestina’, lees: Israël. Iemand zal die mensen – 68 jaar na dato – toch ooit duidelijk moeten maken dat geen terugkeer mogelijk is naar iets wat niet (meer) bestaat, waar ze nooit zijn geweest en waar zij slechts vage herinneringen aan koesteren aan wat hun verdwenen voorvaderen ooit over hun fabelachtige ‘ouderlijke heimat’ hebben verhaald. De ‘terugkeer’ van 7 miljoen nakomelingen van Palestijnse vluchtelingen naar Israël betekent de feitelijke vernietiging van Israël. Waarom zou Israël zichzelf willen vernietigen?
Het Aida vluchtelingenkamp in Betlehem van de VN bestaat sinds 1950. Vandaag wonen er net iets meer dan 3.000 mensen – afstammelingen van Arabieren die tijdens de oorlog van 1948 uit Israël zijn gevlucht. Het Aida kamp wordt in stand gehouden door de UNRWA en het ziet er niet meteen uit als een ‘kamp.’ Aida bestaat uit massieve huizen en lijkt dus meer op een woonwijk dan op een kamp – niet eens een sloppenwijk.
De ingang van het vluchtelingenkamp is versierd met een reusachtige sleutel, geschreven in het Engels en het Arabisch, die luidt: ‘Niet te koop’. Wat ‘niet te koop’ is, is niet moeilijk te raden: de Arabische bodem van de Jordaan tot de Middellandse Zee, die niet mag worden verlaten in ruil voor een vredesverdrag met Israël. Is dit een hardvochtige interpretatie van mijn kant? Laten we eens kijken.
Ik betreed het Lajee Centrum, een soort buurthuis voor de bewoners van Aida, met lounges, een keuken waar de thee wordt bereid, een internetcafe en een expositieruimte, waar momenteel een fototentoonstelling loopt met foto’s van verschillende andere vluchtelingenkampen.
Boven ontmoet ik Khouloud al-Ajarma, die volgens haar visitekaartje coördinator is van het ‘Kunst & Media Center’ is van het Lajee Centrum.
Khouloud werd 23 jaar geleden geboren in Aida; haar grootmoeder kwam uit een dorp in Israël, dat niet meer bestaat. Ze studeerde in Engeland, dus spreekt zij Engels met een uitgesproken Brits accent. En ze praat veel – welsprekend, vloeiend, vol vertrouwen. Khouloud draagt geen hoofddoek, in plaats daarvan draagt ze een roze gebreide cap die haar hele haardos bedekt. Bovenop haar roze trui draagt ze een zwarte jas, een geruite rok die haar knieën dekt, maar wel een blik laat op haar zwarte panty’s en modieuze enkellaarsjes. Ik houd van Khouloud – ze is opgeleid en mooi met een Britse accent waar ik altijd heb van gehouden.
Nadat zij was afgestudeerd keerde Khouloud terug naar Aida. Haar doel is om ‘terug te keren’ naar Israël, hoewel ze er nooit geweest is. ‘Vluchteling blijven is een bewuste politieke keuze,’ geeft ze toe. Daarom is er voor haar en voor de andere bewoners van Aida geen sprake van dat ze ooit elders een nieuw leven zouden beginnen of zelfs gewone burgers van Bethlehem zouden worden, want dan verliezen ze hun status van vluchteling die hen werd toegekend door de UNRWA. ‘Wij willen geen normalisatie,’ zegt Khouloud. ‘Wij willen vluchtelingen blijven om op een dag ons ‘recht op terugkeer’ uit te oefenen.’
Hier moet iets gezegd worden over de UNRWA. De Verenigde Naties heeft twee hulporganisaties voor vluchtelingen: de UNRWA voor Palestijnse vluchtelingen, en een ander, de UNHCR, voor alle andere vluchtelingen in de wereld. En voor al deze vluchtelingen van de UNHCR eindigt hun vluchtelingenstatus na de eerste generatie. De status van vluchteling wordt niet geërfd. En dienovereenkomstig is het de verantwoordelijkheid van de UNHCR om ervoor te zorgen dat de vluchtelingen volledige burgerrechten verkrijgen in de landen waarnaar ze gevlucht zijn. Het leven in vluchtelingenkampen is een status die de UNHCR zelf beëindigt.
De UNRWA heeft een heel ander mandaat. Zij beschouwen het als hun taak om de vluchtelingenkampen in de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever, Libanon, Jordanië en Syrië open te houden en ze breiden de vluchtelingenstatus generaties lang uit. En er is geen einde in zicht. Khouloud is ook, volgens VN-definitie, een vluchteling – ze zou dat zelfs nog zijn gebleven ook al was ze in Engeland blijven wonen – en haar kinderen zouden het ook kunnen zijn. Khouloud’s zus woont in Jordanië en is getrouwd met een Jordaniër. Door dit huwelijk is zij in staat om te kiezen of ze een Jordaans staatsburger wil worden of om een Palestijnse vluchteling te blijven. Ze koos voor het laatste. Deze erfbaarheid van de vluchtelingenstatus is een buitengewone uitzondering die door de Verenigde Naties werd ingesteld, enkel en alléén voor de Palestijnen en voor niemand anders.
Khouloud heeft hier geen enkel probleem mee, integendeel. Ze zegt: ‘Ja, het is een bijzonder voorrecht. Maar men, is ons dit dit bijzonder voorrecht verschuldigd. Waarom? Het gaat over gerechtigheid!’ Vandaar ook dat het niet verwonderlijk is dat Khouloud geen enkel belang hecht aan de vredesonderhandelingen tussen de Palestijnse Autoriteit en Israël. ‘Onze mensen willen geen twee-staten-oplossing. Ons leiderschap handelt niet in onze naam. En de Israëli’s weten dat ook.’ Maar wat wil ‘het volk’ dan? Wat wil Khouloud dan wel? ‘Het gaat om het recht op ons land,’ zegt ze. ‘Afstand doen van dit recht zou niet alleen een verraad zijn jegens de vluchtelingen, het zou ook een verraad zijn jegens Palestina. Daarvoor zijn onze martelaren niet gestorven.’
Ik wordt er een beetje misselijk van. Voor mij zit geen schreeuwende fanatiekeling zoals Shirin A., maar een jonge vrouw met een westerse opleiding die spreekt met rustige en serene stem van bloed en bodem alsof ze een komende vergadering bespreekt. Ze spreekt heel duidelijk over wat ze wensen: met name één enkele staat van de Jordaan tot aan de Middellandse Zee, waarin alle Palestijnen en alle afstammelingen van vluchtelingen uit 1948 die nu verspreid leven over de hele wereld kunnen ‘terugkeren’ om er te leven.
Even tussendoor als toelichting: In het kielzog van de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog van 1948, verlieten ongeveer 700.000 Arabieren het grondgebied van het huidige Israël. Sommigen werden gedwongen, sommigen gingen vrijwillig, in de hoop om terug te komen nadat de overwinning van de Arabische legers had plaatsgevonden. Maar de Arabische landen verloren de oorlog die ze zelf begonnen waren. Vandaag de dag zijn er tussen de vier en vijf miljoen mensen die in het bezit zijn van de status ‘Palestijns vluchteling.’ Khouloud spreekt zelfs van acht miljoen. Als het van haar afhangt, zou het hen allemaal toegestaan worden zich te vestigen in Israël.
Voor Khouloud kan het haar maar weinig schelen dat dit nooit zal gebeuren met vreedzame middelen. Want voor de Israëlische kant is het onaanvaardbaar – het zou het einde van Israël betekenen als Joodse staat. ‘Waarom hebben we een Joodse staat nodig?’ Khouloud vraagt retorisch. ‘We kunnen toch allemaal samen leven in een democratische staat Palestina. Deze zou uiteraard een ‘Palestijnse meerderheid’ hebben,’ zegt ze. ‘En wat zou er gebeuren met de Joodse minderheid in een dergelijke staat? ‘Dergelijke kleine dingen,’ zegt Khouloud, ‘zijn niet belangrijk. Voor hen zal uiteindelijk wel een oplossing worden gevonden.’
Wat ik zo beangstigend vind aan Khouloud Al Ajarma is niet zozeer haar totaal gebrek aan zelfkritiek. Het is niet zozeer haar radicalisme – vergeleken met haar komt David Wilder uit Hebron, de woordvoerder van de kolonisten, nog over als een verzoenende gematigde pacifist (en terloops gezegd vertegenwoordigt hij slechts een minimale minderheid van de Israëlische samenleving).
Maar wat mij echt bang maakt is dit: geen enkele vertegenwoordiger van de Verenigde Naties die die de scholen en buurthuizen in Aida heeft gebouwd, noch de EU, die de vluchtelingenkampen financiële (en politieke) steun geeft, noch de medewerkers van alle westerse hulporganisaties en NGO’s die hier actief zijn – geen van allen zou Khouloud ooit rechtuit vertellen dat haar eisen niet alleen onmenselijk zijn – omdat ze natuurlijk rekenen op de uitzetting en ontneming van alle rechten van de Joden in Israël en dan is dit nog steeds de meest gunstige interpretatie maar eveneens volkomen onrealistisch.
Niemand die hen ooit zal zeggen:
‘Aan uw eisen zal nooit voldaan worden. In plaats daarvan, zoek naar een vreedzaam compromis met de Israëli’s, wordt een pleitbezorger voor een twee-staten oplossing en zie af van uw dreigement van het recht om terug te keren. Neem tenslotte verantwoordelijkheid op voor jezelf en voor je eigen mensen, bouw een nieuwe infrastructuur op en breek de vluchtelingenkampen af. Hou op met dat steeds maar willen gepamperd te worden door de Verenigde Naties en de Europese Unie en tracht opnieuw grip op jezelf en op de zaken rondom je heen te krijgen.’
Niemand vertelt ze dit, want niemand denkt op die manier. Niemand heeft last van de graffiti, die op ieder huis wordt gevonden, waarin een onverdeeld Palestina wordt afgebeeld en zelfs de bevestiging van de expliciete Palestijnse claim over een Groter Tel Aviv. Dàt is de meest deprimerende ervaring die ik heb gehad in het Aida vluchtelingenkamp.
Ik ga terug naar de controlepost, talloze christelijke toeristen staan met mij aan te schuiven in de rij, anderen trachten me te benaderen, jongetjes proberen ons houten fluiten te verkopen. Eenmaal aan de andere kant, haal ik diep adem. Ik heb het gevoel terug te keren naar iets dat de schrijver Michael Klonovsky – ook tijdens een reis naar Jeruzalem en ook met tegenzin – zei en dat hij ‘mijn eigen waarde-systeem’ noemde. En ik geniet van dat gevoel.

Even voor half twee vertrekken we en lopen naar het centrum van Bethlehem.
75. Straatbeeld-276. Straatbeeld
78. Straatbeeld-2 Het is niet goed te zien, maar de meisjes op straat dragen een schooluniform. Is dat hier de gewoonte? Vanmorgen heb ik de kleinkinderen van Laila in hun ‘daagse’ kleding naar school zien vertrekken. Ah, de kinderen die een Staatsschool bezoeken dragen een uniform en de kinderen op een ‘speciale’ school doen dat niet.79. Straatbeeld In dit restaurant genieten we de lunch. De kok is gewoon buiten aan het werk.80. Restaurant Even na halfdrie bereiken we de Geboortekerk. 81. Geboortekerk pleinDaar zijn we al eerder geweest, te weten in 2014. Ik las dat de restauratie van de kerk is afgerond, nou, ik ben benieuwd. Voor het gemak neem ik betreffende tekst over uit het reisverslag van 2014.
Vanaf het plein voor de Geboortekerk maak ik een foto van de klokkentoren.82. Klokkentoren83. Klokkentoren Tja, dit ‘logo’ is bijzonder voorzover ik weet. Helaas, hoe zit het weer precies? Dat ben ik vergeten, wie helpt?84. Logo85. Logo De restauratie zou toch zijn afgerond? Wat doet dat bord hier?86. Restauratieplan In elk geval is dit de ingang. De kruisvaardersdeur werd in de Osmaanse periode verkleind tot de huidige afmeting om karren de toegang te beletten. Je moet buigen om de kerk te betreden (ik moet daadwerkelijk op mijn knieën), nu wordt dat uitgelegd als een teken van nederigheid.87. Ingang Nou, de restauratie is nog in volle gang! De boel staat van voor tot achter in de steigers. Mettertijd moet ik nog maar eens terug.88. Steigers Het was keizer Constantijn, die tijdens het Concilie van Nicea in 325 de opdracht gaf een kerk te bouwen op de locatie waar Jezus geboren zou zijn. Deze kerk was gereed in 334, echter hij ging in vlammen op tijdens de Samaritaanse opstand in 529. Keizer Justinianus I gaf in 565 opdracht tot het bouwen van de huidige kerk. De kruisvaarders hebben in de 12e eeuw de Geboortekerk uitgebreid en versierd met marmer (wat later weer door de Osmanen werd gestolen).
Hier en daar is de opengelegde plavuizenvloer te zien. Al in 1936 zijn 4e eeuwse mozaïeken ontdekt. De mozaïeken zijn lastig te fotograferen, maar ik hoor dat hier tijdens de restauratie een oplossing voor wordt gezocht.89. Plavuizenvloer Het altaar staat ook in de steigers. Meer kan ik er (ook met de fish-eye) niet van maken.90. Altaar91. Altaar92. AltaarOpzij is nog een altaar.93. Zijaltaar94. Zijaltaar Waarvoor staan deze mensen in de rij? Nou, voor de Geboortegrot natuurlijk. Toch is het lang niet zo druk als twee jaar geleden, toen begon de rij al buiten de kerk.95. Geboortegrot Ik heb deze keer wat meer tijd om een paar foto’s te maken. Tja, het is wel ‘kitscherig’ natuurlijk, maar veelal spelen zich hier werkelijk zeer emotionele toestanden af. Veel mensen zijn tot tranen toe ontroerd.96. Ster97. Ster In de ster staat de inscriptie: ‘Hic de Maria Virgine Jesus Christus natus est’ oftewel: ‘Hier is Jezus Christus geboren uit de maagd Maria’. Op die vermeende maagdelijkheid kom ik nog terug.98. Ster In nagenoeg dezelfde ruimte staat rechtsonder de kribbe (in de jongste bijbelvertaling een ‘voederbak’ genoemd) en links achter het gaas een soort van ‘commode’. Trouwens, in een echte ‘kerststal’ zijn er dan nog een aantal herders aanwezig met een ezel, schapen en nog zowat. Dat past hier dus duidelijk niet.99. Kribbe100. Kribbe Ik loop weer naar boven. Aan de preekstoel moet zeker ook een en ander gebeuren.101. Preekstoel In de kerk is iets te doen. Heet dat hier een ‘mis’?102. Kerk Voor de kerk staat een standbeeld van Hiëronymus. Hij vertaalde tussen 390 en 405 de oorspronkelijke Hebreeuwse bronnen in het Latijn, de Vulgaat genoemd (volkse versie). Hiëronymus vestigde zich in 386 in Bethlehem waar hij tot zijn dood in 420 woonde.103. Hieronymus104. Hieronymus We maken nog een kleine rondwandeling in Bethlehem op weg naar het ‘Arab Educational Institute’. Tegenover de Geboortekerk staat een moskee, dat moet kunnen natuurlijk.105. Moskee Nou, ’t is gezellig druk in de stad. Een aantal foto’s durf ik kijkend door de zoeker te maken, maar een aantal ‘schiet’ ik uit de heup. Niet iedereen zal er prijs op stellen dat zijn/haar beeltenis vereeuwigd wordt, maar ik heb er geen kwaad mee in de zin.106. Rondwandeling107. Rondwandeling108. Rondwandeling109. Rondwandeling110. Rondwandeling111. Rondwandeling112. Rondwandeling113. Rondwandeling114. Rondwandeling115. Rondwandeling116. Rondwandeling117. Rondwandeling118. Rondwandeling119. Rondwandeling Om half vijf zijn we bij het ‘Arab Educational Institute’. We krijgen te horen dat jongeren hier bijeen komen om met elkaar te praten.120. AEI Daarna splitsen we ons op in vier groepen om zelf met de jongeren van gedachten te wisselen. Rechts zit een christen meisje (met het losse haar), links een moslima (met hoofddoek) en uiterst links een christen jongen. Ze zijn allen rond de 15 jaar oud. 121. AEIHet christen meisje spreekt voortreffelijk Engels, maar ook Duits. Ze wil in Duitsland gaan studeren, want zij ziet hier geen toekomst voor zich. Ze spreekt ook Arabisch, want zij tolkt voor de moslima. Als ik haar vraag wat ze van de Israëliërs vindt zegt zij dat de Joden hun land hebben gestolen. Ze haat de Joden, zegt ze onomwonden, en zij moeten weg.
Aan een twee-staten oplossing wil zij niet, zij wil héél Palestina voor de Palestijnen.
Zelf zou ze geen geweld gebruiken, maar ze heeft begrip voor de Palestijnen die met messen insteken op Joden. Ik begrijp dat er achter die steekpartijen vaak een verhaal schuilt. Palestijnen die zich in het openbaar negatief uitlaten worden ’s nachts door de Israëlische politie/leger van hun bed gelicht. Dat zet kwaad bloed natuurlijk, want deze Palestijnen worden in voorkomend geval (jaren)lang vastgehouden. Nou, ’t is sowieso wel verhelderend.

Bijdrage groepslid …

Na een uurtje discussiëren komen we weer bij elkaar. We evalueren de dag en vernemen de detailplanning voor morgen.
Om half zeven vertrekken we. ’t Is stil op straat, maar deze modewinkel is nog open.122. Straat Is dit ondergoed voor toeristen bedoeld?123. Ondergoed En deze badkleding?124. Badkleding Op een centraal punt worden we opgehaald door Laila. Ik mag (gelukkig) voorin zitten. Achterin zit schoondochter Monica met haar dochter Martina. Onderweg pikken we Mirjam op, ook een dochter van Monica. En kleine George zat ook nog achterin.
Met zijn vijven dus!
Om halfacht zijn we weer ‘thuis’. De spaghetti met een vleesschotel staat al snel op tafel. 126. SpaghettiKijk, dit zijn Monica en kleine George (wel een beetje bewogen).125. Laila Laila haar zoon en schoondochter komen ook binnenvallen. De fles Black Label gaat open en ik krijg ook een glas! Nou, zo wordt het nog echt gezellig! We horen van Laila dat ze nóg een zoon heeft. Hij woont met zijn gezin in Spanje en is daar tandarts. Tja, zo kan hij wel weer.
We besluiten met een glas mint-thee. OK, douchen (met zo min mogelijk water) en naar bed. Morgen weer een drukke dag.