Veluwe Zwerfpad (jan 2007)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Reisverslag Veluwe Zwerfpad van Rheden tot Nieuw-Milligen
van vrijdag 26 januari t/m zondag 28 januari 2007

Vrijdag 26 januari 2007
Rheden – Coldenhove
Gisteren lag de temperatuur rond het vriespunt en was het de hele dag zonnig.
Vandaag ligt er een vliesje sneeuw en is het bewolkt. Meer sneeuw zit er voorlopig niet in, dat is een beetje jammer.
Ik pak de trein van 09.07 uur richting Zwolle en als ik daar arriveer, komt Karel op me afstappen. Na tien minuutjes wachten komt de trein naar Zutphen voorrijden. In Zutphen moeten we weer tien minuten wachten op de trein naar Rheden. Toch wel een hele reis, maar gelukkig rijdt alles op tijd. Ik had uiteraard ook niet anders verwacht met de nieuwe dienstregeling.In Rheden moeten we wachten op de andere wandelaars. Helaas is de stationswachtkamer gesloten – wat is dit nu weer voor service – en het honderd meter verderop gelegen pannenkoekenrestaurant is eveneens potdicht. Als je zo staat te wachten is het toch wel behoorlijk fris. Gelukkig zijn Reino, Sjef en Johan niet vertraagd, dus voor half twaalf zijn we op pad.
Dit keer maak ik een aanvang met het Veluwe Zwerfpad, een Lange Afstand Wandelpad (LAW) van 357 kilometer. De komende drie dagen gaan we 70 kilometer van die afstand afknabbelen. Eind februari opnieuw 70 kilometer en de rest bewaren we voor de winter van 2008. Deze LAW is onlangs ontwikkeld en het boekje is een half jaar geleden verschenen. Het is niet zoals gebruikelijk een wandeling van A naar B of een rondwandeling, nee, het zijn maar liefst zes aan elkaar geknoopte rondwandelingen.
Het is knap gedaan, maar het maakt het boekje wel wat onoverzichtelijk. Tja, en dan de NS-stations, die zijn er niet zoveel op de Veluwe. We zullen dus regelmatig de bus moeten nemen om weer in de ‘bewoonde’ wereld terug te komen. Eigenlijk start de LAW in Arnhem, echter om moverende redenen start ik in Rheden. Het rondje Arnhem bewaar ik voor het laatst.
Het begint in ieder geval goed. De markering valt prima op en het logo is ook erg mooi. We lopen meteen bergop en na een klein stukje asfalt lopen we de bossen in. Nog even een blik op Rheden, deze kuitenbijter heet de Schietberg. Sneeuw ligt er hier niet, nog geen korrel. We kunnen zien dat de storm van vorige week goed heeft huisgehouden. Beuken die al waren aangetast door de tonderzwam zijn in grote getale omgewaaid. De paden zijn grotendeels vrijgemaakt van bomen, maar in het bos is het een grote puinhoop. Ach, volgens de boswachter is in een gezond bos de helft dood. Links van ons ligt de Posbank, die laten we ook echt ‘links’ liggen, volgend jaar gaan we dat gebied doorkruisen. Aan het eind van het dal ligt op de heuvel Koepel de Kaap, een simpele kiosk die al in 1897 werd gebouwd door de VVV van Rheden. Ruik ik koffie? Proef ik appeltaart? Als ik goed tussen de bomen doorkijk, zie ik de kiosk al liggen. Opnieuw pech, er staat zelfs niet aangegeven wanneer deze hut wél open is.
De erwtensoep kost hier €3,50 maar daar kunnen we alleen maar van dromen. Het uitzicht over de Posbank mag er in elk geval wel zijn. Even verderop gaan we een diep dal over, beneden ligt een asfaltweg. Volgens mij heb ik hier in het verleden wel eens gefietst! Verder gaat het door de Middachter Bossen, een 2.000 hectare groot voormalig jachtgebied van Willem II. Toevallig is Willem-Alexander momenteel op patrijzen aan het jagen in Spanje. Ik hoop dat ze hem goed smaken.
Op deze smalle bospaadjes zijn de omgevallen bomen nog niet opgeruimd. We laten ons er niet door tegenhouden, maar ik bedenk me dat het hier tijdens de storm slecht toeven was. Levensgevaarlijk! Dieren, nog zes kilometer bos, op naar de koffie. We steken een stukje ‘weiland’ over. Het heet hier ‘Lappendeken’ en er zijn koeien aan het herkauwen. Dit moeten wel Blaarkoppen zijn, ik heb tenslotte vroeger tijdens mijn schoolvakanties op boerderijen gewerkt. Grove den, sparren en berken. Iets verderop ligt de grond bezaaid met sparrentakken. Het lijkt wel op een groot kerststuk. We naderen Dieren, links en rechts ligt akkerland. Deze kaarsrechte beukenlaan is door Willem III aangelegd om zich snel te kunnen verplaatsen van zijn Hof te Dieren, naar zijn jachthuis De Ginkel bij Ede. Ook deze beuken zijn ziek danwel dood en daardoor aangetast door de tonderzwam. Tja, en met een beetje wind gaan ze om. Hier is nog heel wat opruimwerk aan de winkel. Wij lopen Dieren in en na even vragen komen we terecht op een pleintje met maar liefst twee cafés en een snackbar. Helaas zijn beide cafés gesloten. Is dit afgesproken werk? De snackbar is wel open en – het is niet te geloven – er is koffie. Dat zie je niet vaak in een snackbar. Appeltaart is er niet, wel een broodje rundvleeskroket. Ik laat mij bepraten en ik heb er geen spijt van. Even na tweeën stappen we op, nadat we eerst onze regenjacks hebben aangetrokken. Het miezert!
We lopen Dieren uit en opnieuw de bossen in. Het gaat iets omhoog en op de ‘top’ komen maar liefst 14 lanen in stervorm samen. Dit is een erfenis van Willem IV en de top noemde hij de Carolinaberg, naar zijn kleindochter. Ik kan maar twee lanen tegelijk op de foto krijgen, maar neem van mij aan, de andere twaalf zien er net zo uit. Het is even tellen, we moeten het vierde pad linksom tellend nemen. Een stukje verder blijkt dat we goed zitten, het padenpatroon klopt met de kaart. Nu is het nog een kilometer of acht door de bossen naar bungalowpark Coldenhove. Ik heb vorige week gebeld, we kunnen er niet kamperen, maar wel gebruik maken van de winkel en het café.
Ook kunnen we er water halen. Het begint al te schemeren als we er zijn. Anders dan ik dacht moeten we eerst het hele park over om bij het café te komen. We tappen onze bidons vol en lopen het park weer af. We pakken de route weer op en lopen een stuk langs de Eerbeekse Beek. Ondertussen speuren we naar een plekje om onze tenten op te zetten. Het ene plekje ligt vol dood hout en verderop is het allemaal bergen en dalen.
Nog iets verder vinden we een redelijke plek. Wandelaars of hondenuitlaters zien we niet, het ziet er allemaal rustig uit. Hier moet het kunnen. Het is tegen half zes, een prima tijd om te stoppen. Snel zet ik mijn tent op en een kwartiertje later zit ik aan de soep met een beker Griekse witte wijn gevolgd door een Spaghetteria Bolognese van Knorr.
Dat smaakt me weer best. Intussen is het stikdonker geworden, te donker om nog even naar de anderen te lopen. Ik doe de afwas, steek mijn kaarslantaarntje aan en kruip vast een stukje in de slaapzak. Hoewel het de hele middag zwaar bewolkt was en het telkens miezerde, zie ik de maan. Het is ‘P’, oftewel ‘eerste kwartier’. Het koelt af en ik begin het koud te krijgen.
Geen van ons had zin om het café in het park te bezoeken. Het is hier toch bijna twee kilometer vandaan en het is ook niet aantrekkelijk om weer het hele park over te lopen. Bovendien hebben we er vandaag al ruim 18 kilometer opzitten. Ik schenk me nog maar eens in en lees op mijn gemak de Spits en de Metro, daar was ik vandaag nog niet aan toegekomen. Tegen achten kruip ik er helemaal in, maar ik word niet warm. Wat zal ik doen? Ik kan mijn lange ondergoed aantrekken maar ook de ‘Omsak’ van Tatteljee om mijn slaapzak doen. Het ding weegt slechts 560 gram, maar voegt 10 graden isolatiewaarde toe. Laat ik het laatste maar doen.
Ha, dat scheelt enorm en voor ik het weet, val ik in slaap.