Veluwe Zwerfpad (jan 2007)

Zaterdag 27 januari 2007
Coldenhove – Hoenderloo
Om kwart voor zeven loopt de wekker af. Vreemd, ik had hem toch op half zeven gezet? Snel eruit, want ik meende afgesproken te hebben om rond achten te vertrekken. Het is behoorlijk fris, ik zie het ijs aan de buitenkant op de tent staan. Snel maak ik thee en havermoutse pap. Tegen dat het licht begint te worden pak ik mijn rugzak in en iets na achten gaan we op pad. Iets verderop lopen we het bos uit en de Zilvensche Heide op. Daarna weer bos en opnieuw een heideveld. Weer bos en middenin dat bos is een weiland met een schaapskooi. De schaapskooi is in 1956 nieuw gebouwd, alle oorspronkelijke schaapskooien bij Loenen zijn verdwenen. Nog 1,7 kilometer naar Loenen, daar is vast koffie en daar komt Saskia ons wandelgroepje versterken. Alles klopt dit keer, Saskia wacht in restaurant Loenermarkt en ze hebben KMA. Buiten staat een bronzen beeldje van een schaapherder met kudde. Oeps, brons is een gewild metaal, daarom zijn er de laatste tijd zo hier en daar beelden verdwenen. Het geval zit met slotbouten vast, met een beetje accutol draai je die er binnen een minuut uit. We lopen Loenen uit richting Ereveld Loenen. Ik ben daar nog nooit geweest en wil er graag een bezoek aan brengen. Het is anders dan de meeste erevelden. Hier geen witte kruizen, maar in het bos weggewerkte graven met liggende stenen. In het midden een kapel. Op dit ereveld zijn 3.700 gesneuvelde militairen, gefusilleerde verzetstrijders, politieke gevangenen, Engelandvaarders en slachtoffers van de gedwongen tewerkstelling in Duitsland begraven. Sinds de jaren tachtig worden hier ook de militairen begraven die omgekomen zijn bij een vredesoperatie. Ik neem aan dat de vredessoldaten bij elkaar liggen, helaas heb ik dat gedeelte niet kunnen vinden. Ik moet hier nog maar eens terugkomen.
We lopen het bos weer in en hier is de storm weer goed bezig geweest. Opgeruimd is hier nog niet en soms moeten we ons echt door de kruinen van de bomen heen wringen. We lopen eerst rechts van de Vrijenbergerspreng en daarna links. Tjonge, ik heb toch wel bewondering voor de generatie die met de schop en de kruiwagen deze beken hebben gegraven. In een blauwe flits zie ik een ijsvogeltje laag over het water scheren, helaas krijg ik hem (of haar?) niet meer te zien. De temperatuur loopt op tot zo’n graad of vijf boven nul, echter de vorst zit nog goed in de grond, die is nog hard bevroren. Op zich loopt dat wel prettig en de wandelschoenen blijven mooi schoon. We steken de A50 over en even verder is het ‘Monument Woeste Hoeve’, ter herinnering aan de 117 Nederlanders die hier op 8 maart 1945 zijn gefusilleerd. Dit naar aanleiding van de aanslag op de SS-generaal Hans Rauter, die zwaar gewond raakte. Iets verder ligt het bekende restaurant ‘De Woeste Hoeve’, waar al sinds de Middeleeuwen de postkoets stopt. Het is bijna half twee en een lunch gaat er wel in. Erwtensoep met roggebrood, zouden ze dat hebben? Vast wel. Vol verwachting steken we de straat over. Ja, zo’n postkoets heeft wel wat. Helaas blijkt het etablissement gesloten. Er staat niet eens aangegeven wanneer en hoe laat ze eventueel open zijn. Wat een teleurstelling. Op het terras staan een aantal stoelen. We gaan er maar even bij zitten om deze deceptie te verwerken. Ach, we kunnen natuurlijk ook zelf koffie maken en iets te knabbelen opdiepen uit de rugzak.
Aldus doende komt er een auto aanrijden. Ik zie kinderen op de achterbank. Tot mijn verbazing rijdt de auto naar de achterzijde en even later zie ik binnen het licht aangaan. Zou dit de eigenaar zijn? Even later gaat de voordeur open en haalt de uitbater de post uit de brievenbus. Hij kijkt ons misprijzend aan en zegt dat dit eigenlijk niet de bedoeling is.
Ik vraag of de zaak open is en Karel vraagt gevat of hij al wat kan bestellen. Hiermee tonen we toch wel onze goede wil. De man draait zich om, mompelt nog wat en trekt de deur achter zich dicht. Dit is toch een staaltje van echte Veluwse gastvrijheid! Nou ja, inmiddels hebben we onze crackers op en stappen we maar weer op.
Deze bomen liggen al wat langer. Het is nog een dikke 6 kilometer naar camping ’t Schinkel. Het is weer bos, bos en nog eens bos. Tegen half vier zijn we op de camping. Dat is vrij vroeg. Hebben we vandaag zo hard gelopen? Volgens mijn telling hadden we vandaag 28 kilometer te gaan. We melden ons op de receptie. Vorig jaar zijn ze camping van het jaar geworden, dat zit dus wel goed. We moeten €25,- afrekenen met z’n zessen, dat is bepaald goedkoop en de douche is inbegrepen. Wat een luxe! We zoeken een plekje en ik begin maar met een soepje. Het is nog aan de vroege kant en trek in de warme hap heb ik nog niet. Dat geldt ook voor de anderen, dus besluiten we om eerst een bezoek te brengen aan het café gelegen in bungalowpark de Miggelenberg. Het park ligt pal tegenover onze camping, dus we zijn er zo. Het is van Landal GreenParks, dus heet het café ook hier ‘Timber’. Dat is de Amerikaanse uitdrukking voor: ‘Van onderen’. Wel toepasselijk, zo vlak na zo’n storm.
We nemen plaats aan een grote tafel, volgens mij is dit de stamtafel. Ik bestel een glas rode wijn en pak de Volkskrant.
Na een uurtje krijg ik toch wel trek en ga ik met Saskia, Karel en Johan terug naar de camping. Deze keer wordt het een Bami Orienty van Knorr. Dat heb ik alweer een tijd niet gehad en het smaakt me prima met een bekertje Griekse wijn erbij. Afwassen kan in de sanitaire ruimte en zelfs het warme water is gratis. Wat een luxe. Het is pas half acht dus… op naar het café. Daar zit tot mijn verbazing Reino achter een bord frites. Dat is toch wel tegen haar gewoonte, maar ja, als je hier zo zit is het wel verleidelijk. Ze heeft een nieuwtje voor mij, we hebben vandaag niet 28 maar slechts 22 kilometer gelopen. En morgen lopen we geen 22 maar 28 kilometer. Ik heb me verteld! Dat betekent dat we er morgen een beetje aan moeten trekken, want we moeten op het eindpunt eerst met de bus.
Tegen negenen houd ik het voor gezien, morgen weer vroeg dag.