Pieterpad (dec 2005)

Zondag 18 december 2005
Tolkamer – Doetinchem
’s Nachts wordt ik toch een paar keer wakker. Aan de slaapplaats ligt het niet, onder de tent is een dikke laag verruigt gras, dus ik lig heerlijk zacht. Al voordat mijn mobiel gaat ben ik wakker. Tjemig, wat is het koud! Het ijs staat aan de binnenkant van de tent.
Buiten is het overal wit en ook de tent is bevroren. Ik maak weer thee en havermoutse pap en daarna krijg ik de uitdaging om de tent in te pakken. Dat gaat het beste met de handschoenen uit. Nadeel is dat je ijs- en ijskoude vingers krijgt. Rond acht uur zijn we ingepakt en vertrekken we weer. Gelukkig krijg ik het al snel weer warm. We lopen over de dijk naar het dorpje Spijk (waar de Rijn eigenlijk ons land binnenkomt). Nog een kilometer of twee moeten we door de weilanden en in de verte zie ik al de stuwwal van Hoch Elten. Duits grondgebied. We gaan onder een spoorlijntje door en gelijk gaat het steil omhoog. De zon komt door, wat is het hier mooi. Dit gebied hadden we na de oorlog geannexeerd, maar in 1963 teruggegeven. Waarom eigenlijk? Boven aangekomen lopen we het piepkleine dorpje Hoch Elten in. Ik weet dat er verderop een monument staat met een mooi uitzicht over het Rheinthal. In de Sint Vitus kerk, in 967 gebouwd als stiftskerk nabij een klooster, is een kerkdienst aan de gang. We zullen de kerkgangers maar niet storen en dalen door de bossen langzamerhand af naar de Nederlandse grens. Ongemerkt passeren we deze, wederom geen controle. De volgende acht kilometer voeren ons door een groot boscomplex: Het Montferland.
Dit ‘gebergte’ is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, 200.000 jaar geleden. Je kunt je bijna niet voorstellen dat de ijsmassa’s zo’n kracht hadden om het land op te stuwen tot hoogtes van wel tachtig meter. De oude bedding van de Rijn werd daarbij weggedrukt en kreeg daarbij zijn huidige loop. Tijdens het smelten van de gletsjers kwam er zoveel water vrij dat alleen de hoogste toppen van het Montferland boven het water uitstaken. Het gaat behoorlijk op en neer. Er ligt hier een behoorlijk pak sneeuw en de zon staat er prachtig op. Het is relatief druk, er zijn veel mensen aan het trimmen en de nodige ATB’ers passeren ons. Ook zien we een aantal mensen met het Pieterpad-boekje in de hand. Soms maken we even een praatje, maar het zijn allemaal ‘dagwandelaars’. Tegen half elf bereiken we een open plek met een bankje. We besluiten hier zelf koffie te maken, want restaurants zijn er niet voorhanden. Ik heb nog een laatste stuk boterkoek, dat moet voldoende zijn om Doetinchem te halen.
Rond kwart over elf gaan we weer verder, we zitten mooi op schema. Opeens lopen we het bos uit. Het is weer vlak, akkerbouwgebied, echt weer Nederland. Even verder lopen we rond een recreatiemeer en een bungalowpark. We horen dat Claudia Melchers hier een paar dagen gevangen heeft gezeten. Even verder gaan we de snelweg over. Hier moeten we goed opletten, want er wordt hier een nieuw industriegebied opgezet. Ik heb een nieuwe routebeschrijving gedownload, maar helaas, we komen er niet uit. We vragen de weg aan een local, maar deze weet het ook niet precies. Om te voorkomen dat we verderop in niemandsland terecht komen kiezen we voor een weg die ons zeker naar station Doetinchem zal leiden. Jammer, we zullen ongetwijfeld een mooi stukje natuur missen, maar het is niet anders.
Al om half twee zijn we bij het station. Om 13.54 gaat de trein, dus hebben we nog net tijd voor een bakje koffie. Dat hebben we wel verdiend! We hebben er toch weer 24 kilometer opzitten. Prachtig wandelweer hadden we vandaag, bijna geen wind, zonnig en een temperatuur – rond de middag – net boven het vriespunt. De NS heeft er vandaag ook zin in, het rijdt vandaag precies op schema. In Utrecht stap ik over in het boemeltje naar ons dorpje. Mijn rugzak zet ik in het halletje, zelf zit ik behaaglijk op een bank. Ik pak mijn mobiel om het thuisfront te vertellen dat ik al even over vieren op het station ben. Tot mijn verbazing wordt er niet opgenomen. Straks nog maar eens proberen. In Amersfoort krijg ik de verrassing van mijn leven te verwerken. Wie komt daar doodgemoedereerd mijn trein instappen: Orchideetje! Dit is niet te geloven, ze is wezen winkelen. Tja, als de baas van huis is, krijg je dit soort dingen natuurlijk. Thuis lopen we even langs Peacocks om een afspraak te maken voor zes uur. Er is niets in huis, dus we moeten wel. Thuis gaat mijn tent over de waslijn, het is nog een en al ijs. Onder de douche, schone kleding aan en ik ben weer bij de mensen. In Peacocks besluiten we traditiegetrouw de wandeling. Het was weer een hele belevenis, Karel, Saskia en Jan: bedankt!