Vrijdag 15 november 2013
Bellingwolde – Wedde
Om half zeven sta ik op. Het is droog, niet koud, maar mijn tent zit wel dik onder de condens. Prima – legaal – geslapen. Ik bereid twee keer een beker thee en havermoutse pap. Als ik de boel heb ingepakt praat ik nog even met Arie Willem, die hout voor de kachel komt halen. Meteen wijst hij me de kortste weg om weer op de route te komen. Sowieso maak ik een lus om Bellingwolde van zeven kilometer. Afsnijden kan, maar het natuurgebied oost van Bellingwolde wil ik niet missen. Wel mis ik zo een stuk hoofdstraat, mogelijk is dat minder interessant. Iets verder steek ik het Tijdenskanaal over. Het is trouwens ontzettend mistig. Duitsland loop ik net niet in, ik sla hier rechtsaf en loop precies op de grens. Duitsland komt nog in een volgend traject. Iets verder ligt de Flêche, een pijlvormig verdedigingswerk. Ook hier zijn ze weer goed aan het graven geweest. Nu zijn deze niet meer in gebruik zijnde verdedigingswerken juweeltjes in de natuur. Een paar honderd meter verder ligt een redoute, een kleine, geheel omsloten veldschans. Ik loop nog een dikke kilometer langs de Duitse grens, ga een stukje zuidwaarts en dan weer verder in noordwestelijke richting. Sowieso prachtige natuur en ik kom niemand tegen. Een stukje langs het Tijdenskanaal en weer eroverheen. Het blijft mistig, verderop heeft een boom het niet gehouden. Op de hoek van de Kerkweg en de Hoofdweg in Bellingwolde staat deze villa. Aan de overkant van de Hoofdweg staat de Magnuskerk. Helaas zit het ding op slot.
De zon komt er voorzichtig doorheen, daar ben ik wel blij mee. Het is dik na tienen en zin in een bakje koffie heb ik wel. Het enige dat ik zie is een gesloten pizzeria. Dat schiet niet op natuurlijk.
Bellingwolde – ik ben hier toch wel eens eerder geweest? – staat bekend om zijn prachtige ‘herenboerderijen’. In het wandelboekje staat er één, maar die heb ik nog niet waargenomen. Wel zie ik deze prachtige villa. Aan de Loire zou hij niet misstaan. Dit is een prachtig huis, maar geen herenboerderij. Deze modezaak gelooft er ook niet meer in, alles moet weg. Helaas, geen restaurant en zelfs geen supermarkt te zien. Dit is wel een – voormalige? – boerderij, nu wordt er gehandeld in ‘authentieke’ bouwmaterialen. Het zonnetje is erdoor en ik krijg het warm. Die dikke plank gebruik ik als bank. De ‘boer’ ziet me wel, maar komt niet naar me toe. Gelukkig maar, stel dat hij ook nog een authentiek jachtgeweer (of een Magnum) in huis heeft. Op mijn bank bereid ik koffie en eet er de rest van mijn lunchpakket bij op. Mijn HellyHansen lange onderhemd gaat uit en ook mijn Australian fleece. Ik loop verder in drie laagjes, dat gaat prima. Opnieuw ga ik een lus maken van een kilometer of zes. Kijk, zo kom je wel aan die 415 kilometer. Ik loop langs een zwembad, sportvelden en langs dit meertje. Parkachtig landschap mét zon. Opnieuw het Tijdenskanaal, maar nu blijf ik aan deze kant. Het ziet er heel anders uit dan vanmorgen met die mist. Ik hoop dat het de komende dagen zo blijft, maar in de herfst is dat niet zeker. De landerijen liggen er kaal bij. De rode was zorgt voor enige kleur. Zo te zien is het sluisje in het Veendiep buiten gebruik en de sluiswachterswoning staat te koop. Het Veendiep is een gekanaliseerde beek tussen de Westerwoldse Aa en het Tijdenskanaal. De drie plassen zijn ontstaan door zandwinning. Gedeeltelijk loop ik door bos en zoals meestal kom ik niemand tegen. Het is herfst, paddenstoelen staan er wel. Dit is het derde en laatste meertje, het ligt er mooi bij. Waar zijn trouwens al die ‘watersijsjes’? Het wandelboekje geeft aan dat ik de dijk moet bestijgen om van het uitzicht te genieten. Dat doe ik dan maar. Nou, in elk geval is het Veendiep voorzien van nieuwe keien. Op het bordje staat dat hier de restanten zijn te zien van een stoomgemaal met bijbehorende woning uit 1887. De boel is in 1971 gesloopt. Weer een stuk monumentaal erfgoed opgeruimd! Zoals bekend ben ik een liefhebber van strakke fietspaden. Achter de dijk rechts ligt de Westerwoldse Aa. Gelukkig is er ook natuur, dit heet ‘De Gaast’. Hier huist de karekiet, de rietzanger en de bruine kiekendief. Ze zijn zeker niet thuis, ik zie er niet een. De Westerwoldse Aa. Vlakbij de N386 staat de Weddermarke, een poldermolen uit 1898. De molen is maalvaardig en draait op vrijwillige basis. Hier vlakbij het Weddermeer ligt een mooi wijkje. Op het kaartje staat aangegeven dat hier een restaurant is. Zou het open zijn? Dat is het en van pure emotie vergeet ik een foto te maken. Het ziet er binnen prima uit. Ik voel mijn tenen en maak mijn veters iets losser. Ik bestel koffie en zo te zien is het van ‘DE’.
Matig van kwaliteit dus, maar ja, het moet maar. Mijn linkerhiel voelt goed aan, morgen zie ik het wel zitten. En vandaag het laatste stukje natuurlijk, het loopt al tegen drieën.
Mijn pacemaker doet het ook goed, ik voel hem sowieso niet. Ik zie op het kaartje dat er voor het dorpje Wedde een bosje is. Dat is nog een kilometer of twee. Als ik dat haal heb ik weer twee kilometer van mijn achterstand van gisteren weggelopen. Morgen weer twee, dan zit ik weer op schema. Ik tap in het toilet mijn bidons vol, ze zullen wel denken hier. Trouwens, mijn schouders en bovenbenen voel ik wel, ik merk dat ik twee maanden niet heb gelopen. Ik bestel een tweede bak koffie en reken meteen €3,50 af. Dat valt alleszins mee.
Om half vier stap ik op. Het is weer mistig en een stuk kouder dan de 12 graden in de plus van vanmiddag.
Ik dacht dat deze molen een fraai stukje huisvlijt was, maar nee, het is de ‘Spinnenkop’ uit 1938. Het is een zaagmolen en maalvaardig. Een kleine twee kilometer verder vind ik een prachtige bosopstand. Groot is het niet, maar er zit nog een boel blad aan de bomen. Achteraan sta ik keurig gedekt. Het is net vier uur. Mogelijk dat ik het bos voorbij Wedde voor donker zou kunnen halen, maar ja, als dat niets is dan heb ik een probleem. Hier sta ik in elk geval prima. Ik zet de tent op en begin met een bekertje wijn. Daarna bel ik naar Orchideetje om het coördinaat van mijn locatie door te geven. Tja, je weet het maar nooit. Als ik morgen niet bel, dan ben ik met het doorgegeven coördinaat te vinden. Zoals altijd bereid ik een soepje gevolgd door een Knorr-maaltijd. Ik heb er ongeveer 25 kilometer opzitten. Om vijf uur is het volledig donker en om zes uur lig ik erin.