Vrijdag 29 november 2013
Klazienaveen – Oosterse Bos
Vannacht moest ik er tweemaal uit om te plassen. Tja, dat krijg je van witte wijn. ’s Nachts opstaan is nooit een pretje, gelukkig was het droog. Om kwart voor zeven schrik ik wakker, ik heb de wekker niet gehoord. Later bedenk ik me dat ik hem mogelijk verkeerd heb ingesteld. Ik vind Android niet direct een feest. Het is niet koud, maar wel regent het iets. Een half uurtje later is het weer droog, maar mijn thee en havermoutse pap bereid ik in de tent. Ik kook ’s winters op een gasbrander (meestal in de tent), dat is veiliger koken dan op mijn benzinebrander. Nog een enkel vliegje plaagt mij, maar zo meteen breek ik toch op. Vandaag staat er ruim 29 kilometer in de planning en daar komen die twee van gisteren nog bij. Dat ga ik niet halen, het wordt vroeg donker. Nou ja, zondag heb ik nog speling, ik ga Ootmarsum wel halen.
Al snel eindigt het zandpad en kom ik terecht op een strak fietspad. Zo te zien is het nagelnieuw. Twee kilometer verder, bij een zijkanaaltje van het Scholtenskanaal ontwaar ik deze camping. Hij staat niet in het boekje, maar sowieso zijn bijna alle campings na 1 (soms 15) oktober gesloten. Deze staat te koop, er zijn maar liefst 25 plaatsen op deze camping. Nou, een buitenkansje voor de liefhebber. U moet bij makelaar De Vries zijn. Op de kaart in het wandelboekje staat een omleiding van een kleine twee kilometer.
De rechtstreekse route naar het zelfbedieningspontje is gestippeld. Zou dat pontje uit de vaart zijn? Die mevrouw van het waterhalen – zij woont hier drie kilometer vandaan – kende het pontje niet. Ik ga gewoon kijken en anders wordt het omlopen.
Kijk eens aan, daar ligt het pontje en nog aan de goede kant ook. Ik ‘jutter’ mijzelf met behulp van het touw naar de overkant. Dat gaat vlot en ik ben er blij mee. Nog even een foto achterom. Het pontje ‘loopt’ over het Scholtenskanaal. Ik lees in het wandelboekje dat veel kwekers uit het Westland die zijn uitgekocht hier zijn neergestreken. Het wandelboekje heeft het over ‘kassencomplexen’, maar wij noemden het – ik heb er vakantiewerk verricht – ‘warenhuizen’. Bij een aantal kan ik naar binnen gluren, maar de meesten staan leeg. In het wandelboekje wordt dit meer de ‘visvijver’ genoemd. Vis zie ik niet en ook al geen watersijsjes. Ik loop hier pal langs de A37 maar merk er weinig van. Landelijk is het en ik moet zeggen – de markering moet worden nagelopen – het Noaberpad is een prachtig pad (tot nu toe). Ook hier hebben de markeerders ervoor gekozen het Noaberpad zo landelijk mogelijk te houden. Min of meer tussen Zwartemeer en Klazienaveen loop ik zuidwaarts. Last van supermarkten en restaurants heb ik dus niet. Zuidwaarts langs deze naamloze boerensloot gaat het. Wij noemden zo’n brede sloot (toentertijd in het westen van het land) een ‘wetering’. Aan de andere kant loopt een man met een hond (of twee). Dat gaat prima zo. Sowieso is het zwaar lopen op het drassige graspad, dat drukt het tempo. Forceren wil ik me niet. Ik ben weer een kwartiertje verder, het lijkt saai, maar dat valt wel mee. Het is de bedoeling dat je je verrekijker door zo’n gat steekt en vogels gaat spotten.
Nou, bespaar je de moeite, die vogels zitten allang in Afrika. En geef ze eens ongelijk.
Het loopt tegen elven, ik kan hier mooi een boterhammetje eten begeleid met chocomel. Het waait behoorlijk en hier zit ik tenminste uit de wind. Nog iets verder strekt het Bargerveen zich uit waar ik aan de westkant doorheen loop.
Dit is het grootste restant van het voormalige Bourtangermoeras. Dit deel is gespaard gebleven voor grootschalige vervening. Vanaf 1995 is de herinrichting van het 2000 hectare grote natuurreservaat aangepakt. Het Bargerveen moet weer in een levend hoogveengebied veranderen waartoe het nodig is het waterpeil te verhogen. Sommige delen van de route lopen over puur hoogveen. Het veert enigszins en soms is er met mijn zware rugzak geen doorkomen aan. Gelukkig loopt er een fietspad zo’n honderd meter naast de wandelroute, die pak ik als het anders niet lukt.
Dat verhogen van de waterstand heeft tot gevolg dat de berken afsterven. Dat is ook precies de bedoeling, maar tragisch is het wel. Tja, zo creëer je een broedgebied voor reptielen en vogels zoals geoorde fuut, porseleinhoen, watersnip, nachtzwaluw, blauwborst, paapje, roodborsttapuit en grauwe klauwier. Verder toendrarietganzen, taigarietganzen en kleine zwanen. Uiteraard ken ik ganzen en zwanen, maar alle andere vogelsoorten scheld ik uit voor ‘sijsjes’. Als ze zich met hun pootjes voortbewegen in het water noem ik ze ‘watersijsjes’. Ik heb geen verrekijker bij me (thuis), maar ik zie geen enkele vogel. Zou ik ze verjaagd hebben?
Kijk, dit bedoel ik nu, het hoogveen veert en soms zak ik er een paar centimeter in weg. Hier is er geen fietspad, dus gewoon doorbijten. Hier loop ik op de voormalige spoordijk. Zo te lezen heeft hier ‘veldspoor’ gelegen (wat het ook precies wezen moge), in elk geval diende het veldspoor voor de afvoer van turf.
Zo’n handwijzer is natuurlijk wel leuk, maar zet er dan op: Bad Nieuweschans .. kilometer en Kleve: .. kilometer. Zo doen ze het op het Pieterpad ook. Het is nog een klein stukje hoogveen… en dan loop ik het dorp Weiteveen in. Het is een echt lintdorp en ik loop er helemaal doorheen.
Het loopt tegen enen, zou er een restaurant of supermarkt open zijn? Nou, er zijn twee cafés en beide zijn (nog) gesloten. Camping Turfstoek is ermee gekapt, las ik op de LAW site, daar hoef ik het ook niet te proberen. Ik vraag het aan de postbode, die weten alles. Het enige dat hij kan verzinnen is de benzinepomp een stukje verder. Inderdaad bespeur ik een benzinepomp annex Mini Market en fietsenzaak. Mijn lens beslaat van pure emotie. Helaas beschikt de Mini Market niet over een koffiezetapparaat, maar de uitbaters willen wel voor me zetten. Ik mag erbij gaan zitten in het kantoortje. Ai, een boterham erbij en ik zie het weer zitten. Ik koop nog twee blikjes chocomel en een fles cola. Mag ik de uitbaters nog hartelijk bedanken voor de genoten gastvrijheid?
Oeps, het regent en niet zo weinig ook. Tja, het zat erin. Ik doe mijn regenbroek en regenjas aan. De regenhoes had ik vanmorgen al om de rugzak gedaan.
Om twee uur vertrek ik weer. Ik loop over de Bargerweg Weiteveen uit en loop dan evenwijdig aan de Griendsveenstraat in westelijke richting. Op deze foto sla ik linksaf en een graspad van bijna twee kilometer strekt zich voor mij uit. Voor de bosschage aan de linkerkant moet ik rechtsaf. Ai, best wel pittig lopen zo in de regen. Bos kan ik het niet noemen, het is inderdaad een bosschage. Inmiddels het gelukkig droog geworden. De bosschages ben ik door, nu rechtsaf en een paar honderd meter over de Valendisweg. Om half vier loop ik het gehucht Oosterse Bos in. Nou, dit is nog echt een authentiek Drents dorp nagenoeg op de grens met Duitsland. Er staat een koffiekopje op de kaart, zou het waar zijn? Zou dit het zijn? Op het bordje staat ‘Terras De Boomgaard’ (http://www.terrasdeboomgaard.nl). Er is geen levende ziel te bekennen. Mogelijk dat je hier in het seizoen zelf koffie/thee kunt bereiden. Helaas, alles is ontmanteld en het water is afgesloten (ook in het toilet). Ik kan hier wel even gaan zitten, maar dat schiet niet op natuurlijk. Zou er verderop nog iets open zijn? Kijk, een bordje ‘De Engelenweij’ (http://www.de-engelenweij.nl). Hier kun je onder andere teambuildingsessies volgen. Oeps, aan dat soort activiteiten bewaar ik niet al te beste herinneringen, maar mogelijk is het hier beter geregeld. Het is vier uur en verderop is een boscomplex. Het volgende bos is zes kilometer verder (in Duitsland), dat is geen optie. Daar had ik willen wildkamperen. Als ik hier stop lig ik zes kilometer achter op schema, maar die afstand loop ik de komende twee dagen wel weg. Ai, daar lopen twee mannen en ik vraag of ik water kan krijgen. Dat mag en meteen vragen ze of ik misschien in Emlichheim ga overnachten. Nou, dat wordt dan echt nachtwerk, dat Duitse stadje ligt hier elf kilometer vandaan. ‘Nee’, zeg ik, ‘ik wilde daar in het bos wildkamperen’. ‘Dat mag formeel niet, maar wilt u mij alstublieft niet verraden?’ Dan krijg ik het aanbod om de tent in de tuin of eventueel iets verder in de bostuin op te zetten.
Kijk, dat is een geweldig aanbod, last van vliegen zal ik hier niet hebben. Ik bedank uiteraard hartelijk voor de gastvrijheid.
Om kwart over vier staat de tent. Ik heb het wel gehad voor vandaag, meest had ik de wind fors schuin tegen en de gras- en hoogveenpaden vielen me niet mee. Verder heb ik er 27 kilometer opzitten, maar in de praktijk loop je altijd iets meer.
Ik trakteer mezelf op een bekertje wijn, dat ik er vannacht weer uit moet neem ik maar voor lief. Daarna volgt een soepje en een Knorr-maaltijd. Ik bel mobiel naar Orchideetje dat ik riant sta en dat ze zich geen zorgen hoeft te maken. Mijn natte regenkleding leg ik languit in de tent, mogelijk is het morgen droog. Het waait trouwens hard en er komt een bui voorbij. Om zeven uur kruip ik erin. Tjonge, ik heb het koud en trek mijn lange onderbroek aan. Dat scheelt 100% en snel val ik in slaap.